Hoofdstuk 2
"Je schouder is uit de kom" miauwde Rietpels. "Kan ik straks nog lopen? Ga ik dood?" Piepte Hazelpoot. "Natuurlijk niet" ,snorde Rietpels, "Dit gaat een beetje pijn doen, maar daarna kan je weer zonder problemen lopen." Rietpels gaf een dikke stok aan Hazelpoot. "Doe deze in je mond" miauwde hij. Hazelpoot deed wat hij zei. Toen ze de stok in haar bek had schoot er pijn door haar schouder. Hazelpoot beet de stok kapot. "Au! Waarom deed je dat!" Riep Hazelpoot boos en ze sprong overeind. "Kijk, je kan weer lopen" miauwde Rietpels. Hazelpoot bewoog haar schouder. Het deed geen pijn meer. "Bedankt" miauwde Hazelpoot zachtjes. "Kunnen we nu weer gaan jagen?" Vroeg Schorsklauw. "Ik denk het" miauwde Hazelpoot. "Iedereen verzamelen!" Riep Nachtstorm op dat moment. We gaan weer verder reizen! Dacht Hazelpoot enthousiast. Ze liep naar de rest van de groep.
"We blijven hier voor een tijdje", begon Nachtstorm, "Zonneblad's kittens komen eraan en ze kan niet meer verder reizen. Dit wordt ons kamp." Alle katten knikten. "Schorsklauw, ga op die rots zitten en zeg het als er iets aankomt. Spinsnor, Steensprong en Hazelpoot gaan jagen" miauwde voegde Nachtpels eraan toe. "Waarom mag ik niet jagen?" Vroeg Schorsklauw. "Omdat je andere katten in gevaar brengt. En je hebt net geen enkele prooi meegenomen" miauwde Nachtstorm streng. Hazelpoot liep achter haar vader en Steensprong het kamp uit.
Steensprong leek er niet echt blij mee te zijn dat Hazelpoot mee ging. "Hazelpoot, waarom ga je niet oefenen hoe je moet sluipen. Ik en Spinsnor gaan jagen en als we klaar zijn komen we kijken of je het al goed kan" miauwde hij. "Ik weet echt wel hoe ik moet sluipen hoor!" Riep Hazelpoot geïrriteerd. Waarom doet iedereen alsof ik een kleine kitten ben?! "Goed, vang die muis daar maar eens" miauwde Steenspringer en hij wees met zijn staart in de verte. Daar zat een muis op een nootje te knabbelen. Hazelpoot dook ineen. Ze sloop langzaam naar voren. Nu lette ze ook op de grond, anders zou ze misschien weer op een takje trappen. Hazelpoot was nog maar een staartlengte van de muis vandaan. Ze sprong bovenop de muis er doodde het met een snelle beet. Hazelpoot zette haar borst op van trots. "Goed hoor" miauwde Steensprong, maar hij klonk niet echt onder de indruk. Daarna rende hij opeens langs Hazelpoot heen. Hazelpoot draaide zich om. Steensprong sprong in de lucht en sloeg met zijn klauwen naar een vogel die net wegvloog. De vogel viel naar beneden en Steensprong doodde het beestje met zijn klauwen. Hazelpoot staarde ernaar met open mond. "Hij heet niet voor niks Steensprong" miauwde Spinsnor. Hazelpoot knikte langzaam. Kon ik dat ook maar! "Goed, later we verder gaan" miauwde Spinsnor. Samen gingen de katten verder, opzoek naar meer prooi.
Hazelpoot schrok wakker van een hard geluid. "De kittens komen!" riep Nachtstorm. Hazelpoot hoorde een andere kat rennen. Dat was waarschijnlijk Rietpels. Hazelpoot liep de holle boom uit. De volle maan scheen door de blaadjes van de bomen heen en verlichte het kamp. Alle katten verzamelde zich. Rietpels was druk bezig met Zonneblad helpen. "Het zijn drie gezonde kitten; twee dochters en één zoon!" riep Rietpels uiteindelijk. Iedereen ging om Zonneblad heen staan om de kittens te bewonderen. Iedereen behalve Hazelpoot. Ze was niet groot genoeg om over alle katten heen te kijken. "Mag ik ook kijken?" vroeg Hazelpoot. Steensprong duwde haar naar achter. "Ik wil het ook zien!" riep Hazelpoot. "Dat doe je straks maar" gromde Schorsklauw. Hazelpoot liep terug naar haar holle boom, haar staart sleepend over de grond. Iedereen sluit me buiten en doet alsof ik een kitten ben! dacht ze verdrietig. Briesveder ging naast haar lopen. "Kom mee" miauwde hij en hij liep naar de rand van het kamp. Hazelpoot volgde hem.
"Ik zie dat je iets dwars zit" miauwde Briesveder. Hazelpoot knikte langzaam. "Vertel maar" miauwde hij. Hazelpoot zei niks. "Ik wil je alleen maar helpen" miauwde Briesveder. "Er is niks" miauwde Hazelpoot. Ze ging Briesveder echt niet vertellen dat ze zich buitengesloten voelde! Ze kende hem amper! "Ik ben gewoon moe" voegde ze eraan toe. Briesveder knikte. "Ga dan maar slapen" miauwde hij en hij liep weg. Hazelpoot staarde hem na. Hij is wel vreemd, maar hij is tenminste niet gemeen, dacht ze en ze liep terug naar haar holle boom. Ze sloot haar ogen en viel in slaap
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top