Hoofdstuk 1
"Hazelpoot, schiet op" riep Spinsnor. Hazelpoot trippelde snel achter haar vader, Spinsnor, aan. "Moest die kitten nou mee? Ze is zo sloom..." Mompelde Schorsklauw. Hazelpoot trok geïrriteerd met haar oor. "Maak je geen zorgen", fluisterde Zonneblad in Hazelpoot's oor, "Schorsklauw is gewoon chagerijnig." Hazelpoot geloofde er niks van. Schorsklauw mompelde al de hele tijd over Hazelpoot. Toen ze nog in de Regenclan waren, deed Schorspels nooit vervelend. De Regenclan. Hoe zou het met ze zijn? Hazelpoot dacht weer aan al haar clangenoten.
De Regenclan had heel veel leden. Te veel. Er was niet genoeg eten om de hele clan te voeden. Daarom besloot Nachtstorm dat hij samen met zijn partner Zonneblad op zoek ging naar een nieuw territorium met veel prooi. Nachtstorm's vrienden, Briesveder, Steensprong en Schorsklauw, wilden met hem mee. Spinsnor besloot dat hij ook mee wou. Hazelpoot moest wel met haar vader mee. Ze wou niet alleen in haar clan blijven, zonder familie. Hazelpoot hield heel veel van haar vader, ze kon hem niet zomaar alleen op reis laten gaan. Hazelpoot slikte toen ze aan haar moeder dacht. Ze was in bladkaal gestorven. Toen was er niet genoeg eten om de hele clan de voeden. Hazelpoot keek naar Rietpels. Ze wist eigenlijk niet waarom hij was meegegaan. Hij was één van de twee medicijnkatten van de clan. Hazelpoot merkte dat ze weer achterop raakte. Snel rende ze naar de rest van de groep.
De groep kwam bij een open veldje. In het midden van het veldje stond een rots. "De zon gaat onder, we gaan rusten" riep Nachtstorm. Hij groef een kleine kuil onder een braamstruik en ging hij eronder liggen. Zonneblad ging naast hem liggen. Zonneblad was in verwachting van Nachtstorm's kittens. Het duurde niet lang meer of de kittens zouden komen. Hazelpoot keek om zich heen. Iedereen had al een plekje gekozen om te gaan slapen. Hazelpoot kon natuurlijk bij haar vader slapen, maar dat wou ze niet. Ze ging zelf opzoek naar een slaapplek. Ze trippelde over de open plek. "Ga slapen!" ,riep Schorsklauw boos, "je houdt iedereen wakker!" Op dat moment zag Hazelpoot een omgevallen, holle boom. Ze ging erin liggen. Het hout van de boom was niet zo zacht als haar nest in de Regenclan, maar ze kon ermee leven. Hazelpoot rilde van de kou. Ze miste Sneeuwpoot's warme vacht. Sneeuwpoot was Hazelpoot's beste vriendin. Eigenlijk was ze meer een soort van zus voor Hazelpoot. Ze deden altijd alles samen. Nu kon ze niks meer met Sneeuwpoot doen. Had ik in de Regenclan moeten blijven? Vroeg ze zich af. De leerling sloot haar ogen. Ze was moe van de reis en viel meteen in slaap.
Hazelpoot opende haar ogen. Waar ben ik? dacht ze paniekerig. Ze krabbelde snel overeind. Toen wist ze het weer. Meteen werd ze vrolijk. Ze had zin om weer op weg te gaan, opzoek naar een nieuw thuis. "Hagelpoot!" riep Schorsklauw. Hazelpoot's goede bui was meteen weer weg. Ze stampte de holle boomstam uit. "Ik heet Hazelpoot!" riep Hazelpoot geïrriteerd. "Ja, ja, wat maakt het uit" ,miauwde Schorsklauw, "Nachtstorm zegt dat ik je moet leren jagen." Met Schorsklauw? Waarom Schorsklauw?! dacht Hazelpoot boos. "Ik weet heus wel hoe ik moet jagen hoor! Je hoeft het me echt niet te leren!" kaatste Hazelpoot. "Ik weet dat we hier allebei geen zin in hebben. Laten we snel gaan, dan zijn we er ook snel vanaf" miauwde Schorsklauw. Hazelpoot knikte. Dat was zowat het enige waar ze het met Schorsklauw mee eens was. Schorsklauw rende het bos in. Hazelpoot volgde hem.
"Raken we niet verdwaald?" vroeg Hazelpoot aan Schorsklauw. Schorsklauw gaf geen antwoord. "Wedden dat je die eekhoorn daar niet kan vangen?" miauwde Schorsklauw. "Welke eekhoorn?" vroeg Hazelpoot nieuwsgierig. Schorsklauw wees met zijn oor. Er zat een dikke, bruine eekhoorn op een wortel van een boom. "Die kan ik wel vangen!" miauwde Hazelpoot en ze dook ineen. Ze sloop langzaam naar voren. Het natte gras streek over haar buikvacht. Nog een paar stappen... *KRAK* Hazelpoot stond op een klein takje. Muizenstront! De eekhoorn schoot de boom in. Hazelpoot sprong erachteraan. Ze zette haar klauwen in het boomschors en begon met klimmen. Na een tijdje kwam ze bij de eerste tak. Daar ging ze op staan. Ze sprong naar de tweede tak. Boven zich hoorde Hazelpoot de eekhoorn steeds verder klimmen. Snel sprong ze naar een tak die boven haar hoofd hing. "Voorzichtig!" riep Schorsklauw van beneden. Hazelpoot wilde net naar de volgende tak springen toen ze iets hoorde kraken. De tak waarop ze stond brak en Hazelpoot viel naar beneden. Terwijl ze viel maaide ze met haar poten in de lucht, in de hoop dat ze zich ergens aan vast kon houden. Helaas was er geen tak die dichtbij genoeg was. Hazelpoot belandde met een plof op de grond. "Haaspoot!" riep Schorsklauw. Hij rende naar haar toe. "Ik heet Hazelpoot!" miauwde Hazelpoot zwakjes. "Gaat het?" vroeg Schorsklauw bezorgd. "Mijn schouder..." kreunde Hazelpoot. "Kan je lopen?" vroeg Schorsklauw. Hazelpoot stond langzaam op. "Ik kan maar op drie poten staan!" miauwde ze in paniek. Straks kan ik niet meer op reis! Wat als iedereen me achter laat?! "Kom, we gaan terug naar de rest. Rietpels weet wat we moeten doen" miauwde Schorsklauw. Rietpels! Gelukkig was hij meegekomen. Hazelpoot leunde tegen hem aan en samen liepen ze terug naar de rest van de groep.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top