Hoofdstuk 9
Herschreven op 7/1/19
Ik keek om me heen. Ik zat in een bol met water. IJs, om precies te zijn. Mensen renden heen en weer en even later zag ik wazig een brandweerwagen stoppen. Mensen renden druk door elkaar heen en ik zag hoe Clyde en Daniël meegenomen werden, een ambulance in. Ik schrok van een harde klap op het ijs. Ik zag een pikhouweel in het ijs zitten en hielp mee het ijs te slopen. 'Juffrouw, we zouden u graag mee willen nemen voor wat meer informatie.' zei een politieagent die net aan komt lopen. Ik knikte en pakte mijn krukken. Ik stond op, met wat hulp van de politieagent, en liep achter hem aan. Ik ging in de politieauto zitten en de man reed ons naar het bureau. Onderweg belde iemand me. Ik nam snel op. 'Waar ben je?!' riep mam bezorgd aan de andere kant. 'Zeggen we geen hoi meer?' vroeg ik. 'Tegen wie heb je het?' vroeg de agent. 'Ik was super ongerust, school is al een uur over!' riep mam. 'Wacht even mam.' zei ik. 'Ik bel even met mijn moeder.' De agent knikte en focuste zich weer op de weg. 'Mam, ik zit in de politiewagen. Kom naar het politiebureau. Dan leg ik je daar alles uit.' 'Waar is Clyde?!' vroeg ze. 'Ziekenhuis. Ga nou maar, dan leg ik het uit!' zei ik, waarna ik ophing.
Ik zag dat we al bij het politiebureau waren, dus pakte mijn krukken vast. De agent hield de deur open en ik stapte met mijn krukken naar buiten. Overal stonden mensen met camera's. Serieus?! Wacht, dalijk dachten ze dat ik iets verkeerd had gedaan omdat ik uit een politieauto stapte. Ik hinkelde zo snel mogelijk naar binnen, bang om op een foto te staan. Binnen aangekomen zag ik dat ook de agent naar binnen liep. 'Kom maar mee naar deze kamer.' zei hij. Ik knikte en liep mee de kamer in. Er stonden een tafel met daaromheen drie stoelen. Ook stond er een kast, plantjes en prullenbakken. 'Neem maar plaats op die stoel.' zei de agent terwijl hij naar een stoel wees. Ik knikte en ging zitten. 'Ik haal heel even mijn collega.' 'Oké.' zei ik. De deur ging open en ik hoorde mam in paniek om mij vragen. 'Ze zit daar.' zei de agent. Mam snelde naar binnen en toen ze mij zag haalde ze opgelucht adem. 'Wat is er allemaal aan de hand?!' riep mam. 'Ik vertel het zo wel als ook de agent of agente er bij is.' zei ik. Mam knikte en pakte een stoel. Ze kwam naast me zitten en samen wachtten we op de collega van de agent.
Na een paar minuten kwam er een aardig uitziende vrouw binnen, met een donkere huid en heel veel lange vlechtjes. 'Hallo.' zei ze, terwijl ze plaatsnam op de overige stoel. 'Ik ben agente Miju.' zei ze. 'Ik ben Dominique.' zei mijn moeder. 'Ik ben Hazel.' mompelde ik. 'Mag ik vragen wat er vanmiddag is gebeurd?' Ik knikte. 'In de pauze voelde ik tintelingen in mijn lichaam, en toen ik mijn hand ophees, ving ik een mes. Het mes was op mij gericht. Het kwam door Daniël... Daniël, euh. Mam, weet jij zijn achternaam nog?' vroeg ik. 'Schaars?' zei mam. 'Ja! Daniël Schaars.' zei ik. 'Oké.' mompelde Miju. 'Na school, toen ik naar buiten liep, zag ik Daniël vechten met Clyde, mijn oudere broer.' 'En dat deed hij om jou te beschermen, neem ik aan?' Ik knikte. 'Weet je ook wie er begonnen was?' 'Nee, ik kwam buiten en toen waren ze al bezig.' 'En wat waren de namen?' vroeg Miju. 'Daniël Schaars en Clyde Specia.' zei ik. 'Oké, dan mogen jullie gaan.' zei ze. 'Wacht, nog één ding.' mompelde Miju. 'Hoe voelde je dat mes aankomen?' 'Ik kreeg tintelingen. Ik kan vuur laten ontstaan,' ik creëerde tintelingen en zette mijn handen in brand. Miju schrok en haar ogen vergrootten. Ik blies ze uit, waardoor er een harde windvlaag ontstond. 'En dat.' zei ik. 'Ik heb ook een keer een tak gegooid die toen terugkwam. Oh, en ik heb zonet van mijn tranen een ijskoepel gemaakt.' 'Oké, dat is nieuw voor me.' grinnikte Miju, waardoor ik ook moest grinniken. 'Ga maar, voordat ik zo nog ontplof!' grinnikte Miju. Ik knikte en mam en ik liepen, ik hinkelde, het politiebureau uit.
'Je kan wel bij me achterop.' zei mam. Ik knikte en sprong voorzichtig achterop. Ik hield mijn krukken goed vast. Mam reed aan, richting het ziekenhuis.
———
'Het gaat wel, alleen nog duizelig, en-' Clyde greep naar het bakje naast zijn bed en kotste erin. 'Misselijk.' murmelde hij terwijl hij zijn mond afveegde en het bakje terugzette. 'Hoe gaat het met Daniël?' vroeg ik Clyde. 'Wil je serieus nog weten hoe het met die eikel gaat?! Wat mij betreft mocht hij dood neervallen.' snauwde Clyde. Ik sloeg mijn hand voor mijn mond. 'Dat moet je niet zeggen, weet je wel wat karma is?!' riep ik. Er liep een zuster langs en ik tikte haar aan. 'Weet u misschien of er hier ergens een jongen ligt met brandblaren?' vroeg ik. 'Ja, die ligt daar.' zei de zuster, terwijl ze naar de andere kant van de kamer wees. Er hing een gordijn voor. 'Mag ik even naar hem toe?' vroeg ik. 'Euh, ja hoor.' zei de zuster. 'Lag hij daar al de hele tijd?!' riep Clyde. Ik haalde mijn schouders op en liep het gordijn door. 'Hoi Daniël.' zei ik. 'Ik wou even zeggen dat het me spijt dat ik dat vuur zo in je gezicht gooide.' 'Flikker op, door jou is mijn gezicht verneukt!' schreeuwde Daniël. 'Door jou was anders mijn leven bijna verneukt.' siste ik. Ik sloeg mijn hand voor mijn mond. Waar komt dit bitchy gedrag ineens vandaan?! 'Oké, oké, je hebt gelijk. Het spijt mij ook.' Hoorde ik dat nou goed?! Zei hij, Daniël Schaars, nou écht sorry?! Hij zei nóóit sorry, tegen niemand! 'Ik hou van die bitchy kant van je, pittig.' Ik zuchtte geïrriteerd en stapte de gordijnen uit. Tuurlijk, typisch jongens.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top