Hoofdstuk 8

Herschreven op 5/1/19

'Oké, wie gooide dat?!' schreeuwde ik terwijl ik ging staan. Ik vergat mijn been, waardoor ik ineen kromp van pijn. Ik tilde mijn rechter been snel op en leunde ermee op het bankje. Nog steeds keek de hele aula me aan. 'Ik, maar wat wou je er tegen doen? Heks.' riep een jongen, rond de negentien. Ik herkende hem als Daniël, een jongen uit Clydes klas. 'Waarom zou je dat gooien?' vroeg ik, akelig kalm. 'Omdat je een rare freak bent!' zei Daniël. 'Oh, en dat zegt degene die me altijd heeft achterna heeft gezeten, omdat je zo graag mijn vriendje wilde zijn?!' Ik sloeg snel mijn hand voor mijn mond en zag Daniël kwaad naar me kijken. Ik gooide het mes op de grond en pakte mijn krukken, waarna ik naar buiten snelde. Buiten zat niemand, wat ik snapte, aangezien het extreem koud was. Gek genoeg had ik het niet koud. Ik ging op een trapje zitten en legde mijn krukken neer. Ik zette mijn tas naast me neer en pakte een appel. Ik at hem in stilte op, denkend aan wat er gebeurde. Hij wilde me vermoorden, zodat ik dood zou gaan, dóód! Ik keek naar de helderblauwe lucht, en naar de hemel. Ooit zou ik daarheen gaan, misschien wel morgen al, misschien pas over vijftig jaar. Er waren daar al zo veel mensen, en het bleven er meer worden. Ooit zouden er in één keer miljarden mensen bij zijn, als de wereld verging. Ik zuchtte toen ik de bel hoorde, en hinkelde weer terug naar de volgende les.

Ik kwam aan in de klas, vijf minuten te laat. Blijkbaar was de bel die ik hoorde al de tweede bel. 'Sorry dat ik te laat ben.' zei ik. 'En heb je daar een reden voor?' vroeg mijn te strenge docent van biologie, meneer Van Bomen. 'Bijna vermoord worden misschien.' zei ik emotieloos terwijl ik op mijn plek ga zitten. 'Nou, mevrouw Specia. Dit gedrag vind ik een beetje raar. Ga maar een verwijdering halen.' zei meneer Van Bomen. Mijn hart miste een slag. Een verwijdering, terwijl ik net bijna was vermóórd?! Wie dacht die man wel dat ie was, de koning?!

'Nou, sorry meneer. Ik spreek de waarheid. U heeft denk ik niks meegekregen van wat er net in de pauze is gebeurd, maar ik zal het even kort voor u uitleggen. Zoals u misschien op het nieuws heeft gezien heb ik speciale krachten.' Ik creëerde tintelingen in mijn hand, en een vuurbal ontstond eromheen. Ik hoorde bij een aantal mensen hun ademhaling stokken. 'En er werd zojuist in de pauze een fucking mes naar me gegooid, die was bedoelt om mij te verwonden of vermoorden! Dus het spijt me vreselijk dat ik vijf minuten van uw niet-kloppende les heb gemist, want alle biologie klopt dus ineens niet meer nu!' schreeuwde ik kwaad. Woede stroomde door mijn lichaam, en ik deed moeite om de tintelingen te stoppen met groeien. Uiteindelijk lukte het me, en verdween het vuur van mijn handen. Ik ging hijgend zitten op mijn stoel, naast Dana. Ze keek me met grote ogen aan. De hele klas keek me met grote ogen aan, inclusief de docent. 'Wat?' snauwde ik. 'Je bent nog nooit zo fel geweest.' zei Dana.

'Ga maar even iets voor jezelf doen, ik wil even met Hazel spreken.' zei meneer Van Bomen. Ik zuchtte en stap van mijn stoel af. Ik pakte mijn krukken en hinkte naar meneer Van Bomen toe. Toen ik bij zijn bureau aankwam keek hij me van top tot teen aan. 'Heb jij hier al onderzoek naar laten doen?' vroeg hij. Ik knikte. 'Ik heb vijftien buisjes bloed laten afnemen.' zei ik. 'Pff, dat is veel zeg. Vijftien buisjes, jeetje. Was je niet uitgeput daarna?' Ik knikte. 'Ik was zo zwak dat ik mijn been kneusde.' zei ik terwijl ik naar mijn been wees. 'Wanneer krijg je de uitslag?' vroeg meneer Van Bomen. 'Ik heb geen idee. Ik weet niet eens of ik wel een uitslag krijg aangezien er geen conclusie getrokken kan worden. Het enige wat ik weet is dat ze volgens mij gaan kijken naar vreemde gedeeltes in het DNA.' zei ik. Meneer Van Bomen knikte. 'Sorry dat ik zo tekeer ging. Het word me gewoon allemaal een beetje te veel.' zuchtte ik. 'Ga maar weer zitten.' zei hij. Ik knikte en hinkelde weer naar mijn plekje.

———

School was afgelopen, en toen ik de school uitliep, zag ik twee personen vechten. Daniël en Clyde. Ik hinkelde zo snel als ik kon naar ze toe. 'STOP!' gilde ik. Ze luisterden niet, en ondertussen stond de halve school al om ze heen. 'Stoppen!' schreeuwde ik. Clyde zag me en stopte. Daniël greep zijn kans en stompte Clyde volop in zijn gezicht. 'Laat hem met rust!' gilde ik. Tintelingen stroomden naar mijn hand, en stoppen ging niet. Vuur schoot uit mijn hand naar Daniël, die volop in zijn gezicht werd geraakt. Het lukte me nu wel om de tintelingen te stoppen. Daniël viel op de grond. Clyde rende naar me toe en knuffelde me, maar ook hij werd slap. Hij zakte op de grond en viel bewusteloos neer. Daar stond ik dan, tussen twee jongens, allebei onder het bloed. Eéntje met blaren, door mijn stomme actie. Het was mijn schuld. Ook al wilde hij me vermoorden, ik deed nooit iemand pijn, en nu wel... Een traan stroomde over mijn wang, het liet een tinteling achter. Meerdere tranen volgden en ik zakte op de grond. Ik barste in tranen uit en hoorde dat er leraren naar buiten renden. Ik keek achterom en toen meneer Van Bomen me zag huilen, sloot hij zijn ogen en schudde hij zijn hoofd teleurgesteld. Ik keek terug naar Daniël en Clyde, en de woorden schoten terug in mijn hoofd.

Mijn schuld, mijn schuld, mijn schuld.

Ik legde mijn hoofd op mijn opgetrokken knieën en huilde. Ik hoorde sirenes van ambulances, maar ook van politieauto's. Alles was doodstil ineens. Ik keek op en zag dat iedereen me aanstaarde.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top