Hoofdstuk 4
Herschreven op 1/1/19
Ik zag hoe de lange jongen op stond en een klein meisje op tilde. Het meisje begon te giebelen, en de jongen gaf haar een kusje op haar voorhoofd. Het kleine meisje, ik schatte haar zo'n zes jaar, was ook kaal. De jongen zette het meisje neer, en gaf het jongetje nog een knuffel, waarna hij vertrok. Hij pakte zijn infuuspaal en kwam mijn kant op gelopen. Ik keek snel weg.
Ineens hoorde ik getik op het raam. Verschrikt keek ik op. Ik zag de jongen grijnzen van oor tot oor. Hij liep naar de deur en probeerde hem open te schuiven, maar dat ging niet. Hij liep terug naar het raam en zei iets. Ik kon het niet horen, maar begreep wat hij zei en knikte. De jongen liep weg. Ik zag hem stiekem achter de balie gaan staan. Er stond niemand, dus hij had geluk. Hij pakte een sleutel en rende snel terug naar mijn kamer. Hij haalde de deur van het slot, en schoof de deur open.
'En wie mag jij zijn?' vroeg de jongen geïnteresseerd. Nu hij zo voor me stond, leek hij nog groter. 'Hazel Specia. Wie ben jij?' vroeg ik. 'Ik ben James Santier!' zei de jongen vrolijk. Hij gaf me een hand en glimlachte kort.
'Wat heb jij?' vroeg James na een korte stilte. 'Sorry?' zei ik quasi boos. 'Gewoon, waarom ben je hier?' vroeg hij. 'Niks.' zei ik. 'Waarom ben je hier dan? Je moet wel iets van kanker hebben, anders lig je niet op deze afdeling.' 'Ik heb helemaal geen kanker.' zei ik. 'Waarom lig je hier dan?' James leek in de war. 'Dat weet ik toch niet?!' kirde ik.
'Ik heb een hersentumor.' zei James plotseling. 'Dat is kut.' zeg ik, een beetje geschrokken. 'Doe niet alsof het je wat kan schelen, ik weet toch dat ik je irriteer. Dan ga ik maar, dag Hazel.' zei James. 'Wat? Ik bedoelde het niet op die manier. Je irriteert me hele-' 'Dag Hazel.' kapte James me af. Hij schuift de deur dicht, maar liet hem van het slot af. Hij liep langs het raam af, zonder naar binnen te kijken. Ik rende naar de deur en schoof hem open. 'James, zo bedoelde ik het niet!' riep ik. James draaide om met een grijns op zijn gezicht. Hij knipoogde naar me. 'Ik wist dat je terug zou komen.' zei hij. 'Maar ik moet gaan, ik moest voor twaalf uur terug op mijn kamer zijn.' zei James. Ik kreunde en liep weer mijn kamer in.
———
Na uren van verveling en slapen ging ik even zitten. Overal klonken krijsende baby's, spelende kleuters en rennende kinderen. Ik hoorde de voetstappen van drukke moeders, rennende zusters en zoekende kinderen. Het was een wonder dat ik net in slaap was gevallen. Ik zag mensen voorbij lopen, maar toen ik mijn moeder zag, vrolijkte ik meteen op. Ik rende naar de deur en schoof hem open. 'Mama!' gilde ik. Mam zag me en ik rende met sprankelende ogen op haar af. Ik knuffelde haar, zo hard dat ze me aantikte om los te laten. Ik liet haar los en voelde tintelingen onder mijn ogen. Ik veegde de tranen weg en knuffelde mam nog een keer. 'Liefje, het komt allemaal goed. Ze hebben je op deze afdeling gelegd omdat er geen plekken meer vrij waren ergens anders. Ze gaan je bloed prikken en bekijken het DNA. Ze sturen je bloed de hele wereld over, zodat iedereen kan testen op verschillende dingen.' zei mam. Ik knikte kort.
'Euhm, hoi.' zei een zuster. 'Ik ben hier om Hazels bloed af te nemen. Ik wil u verzoeken deze afdeling te verlaten.' zei de zuster zacht. Mam knikte, knuffelde me nog even en liep weer de drukke afdeling af. 'Ik ben zuster Browster.' zei de zuster met een brede glimlach. We liepen door de afdeling. Ik zag overal Disney-figuren op de muren, speelgoed op de grond en televisies waar Dora op stond. Ik was toch geen kleuter meer?
———
Eenmaal aangekomen bij de kamer gaf zuster Browster aan dat ik in de stoel moest gaan zitten. Ik deed wat ze zei en gin zitten. De zuster deed een band om mijn bovenarm. 'Ik moet aardig wat bloed afnemen, dus je mag dalijk niet veel doen. Ik moet vijftien buisjes afnemen. Normaal gesproken doe je dat verdeeld in een week, maar aangezien ik morgen de buisjes opgestuurd moet hebben, doe ik er nu meteen vijftien.' zei de zuster rustig. Ik knikte. 'Oké, tel maar tot tien.' 'Eén, twee, drie,' het ding prikte in mijn arm, en ik keek hoe de zuster er steeds weer een nieuw buisje in deed. De zuster haalde de spuit er uit en plakte een pleister op het gaatje. Ze stond op, en liep de kamer uit. Even later kwam ze terug met een rolstoel. 'Waarvoor is die?' vroeg ik. Het kostte me veel energie om iets te zeggen. 'Voor jou, omdat er nu veel te weinig bloed in je lichaam zit.' zei de zuster. Voorzichtig klom ik uit de stoel en kroop ik in de rolstoel.
———
Ik zat in mijn kamer en verveelde me enorm, toen James ineens binnenkwam. 'Hey Hazel, waarom staat er een rolstoel baast je bed?' vroeg James. 'Bloed prikken, vijftien buisjes.' zei ik, te moe en duizelig om hele zinnen te gebruiken. Ik lag in bed en was de hele tijd naar de geluiden aan het luisteren. Ik probeerde te slapen, maar dat lukte niet. 'Waarom moest je bloed prikken?' vroeg James. 'DNA.' 'En waarom moesten ze je DNA bekijken?' 'Vuur.' zei ik. 'Tintels.' 'Jij bent echt raar he? Wat voor kanker heb je?' vroeg James. 'Geen kanker.' zei ik. Ik voelde ineens een hevige misselijkheid en pakte het bakje dat naast mijn bed stond. Ik kotste in het bakje, en zette hem terug naast het bed. 'Ieuw, ranzig.' zei James.
'Ga weg.' zei ik. 'Nee.' James ging zitten in de stoel waar ik eerder vandaag ook op zat, en nestelde zich erin. Ik zag zwarte vlekken voor mijn ogen en liet me achterover in bed vallen. Ik viel al snel in slaap.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top