~16

Met een rode blos kijk ik weg. 'Waar zijn de toiletten?' vraag ik snel. Grey trekt snel een shirt aan, en loop op me af. Hij trekt de deur zachtjes open en wijst me richting de toiletten. 'Niet vergeten je sleutel mee te nemen he?' Ik schud mijn hoofd. Ik heb het standaard in mijn zak zitten. Ik loop de deur uit, kijk heel even om naar welk kamer nummer het ook al weer is, en loop dan naar de aangewezen deur. Ik loop naar de deur waar het meisje op staat, en ga naar binnen.

Ik kom terug van het toilet en loop terug naar onze kamer. Kamer zesendertig. Ik draai de deur open en zie Kayne en Grey op kijken. Felix daarentegen blijft gewoon liggen. Ik loop naar mijn bed toe en ga liggen. Kayne staat op en zet het licht uit. 'Welterusten.' zegt hij. 'Truste.' zeggen Grey en ik. Felix mompelt wat. Ik trek de deken over me heen, en doe mijn ogen dicht.

Na een tijdje slaap ik nog steeds niet. Ik pak mijn telefoon en zie dat het half twaalf is. Ik probeer al een half uur te slapen...

~~~

Ik word wakker van een hard geluid. Ik ga meteen rechtop zitten en zie dat de kamer is gevuld met vuur. Snel spring ik op uit bed. Ik ren door het vuur heen, het doet me geen pijn, ik voel alleen tintelingen, en ren naar Greys kamer. Ik zie hem in zijn bed zitten, en pak zijn hand. Ik doe het zelfde bij Felix en Kayne, en we banen ons een weg naar de deur. Als ik de deur open zie ik alleen nog maar meer vuur. Ik draai me om naar Grey. 'Ogen dicht!' schreeuw ik. Hij doet zijn ogen dicht, en ik draai terug. Ik blaas alle vuur aan de kant en pak Greys hand weer. Ik ren naar buiten en als ik buiten kom zie ik heel veel kinderen staan. 'Zijn er nog mensen binnen?!' roept Saar. Verschillende mensen roepen wat namen. Ik twijfel geen moment, en ren weer naar binnen. 'Hazel!' roept Grey. Hij rent me achterna, maar ik ren snel door.

'Hazel!' schreeuwt Grey. 'Wat ga je doen?!' schreeuwt hij. 'Mensen redden!' schreeuw ik terug. 'Dat is veel te gevaarlijk!'
'Ik weet wat ik doe!'
'Ik ga met je mee!'
'Blijf nou daar!'
'Nee!'
'Grey!'
'Hazel, het is te gevaarlijk!'

Ik negeer het en ren door het brandende gebouw. Ik voel ineens een hand op mijn schouder die me omdraait. Ik kijk recht in de ogen van Grey. 'Grey!' schreeuw ik. Ergens ben ik blij dat hij er is, maar aan de andere kant ook weer niet. Ik voel ineens tintelingen en draai me om. Ik volg de tintelingen meteen. Ik spring over vuur heen, en ren onder vuur door. Op een gegeven moment is er een muur van vuur. 'Grey, ogen dicht.' roep ik. Grey knijpt zijn ogen tot spleetjes en fronst zijn wenkbrauwen. Hij sluit zijn ogen, en ik pak zijn hand. Ik stuur het vuur weg en trek Grey mee. Als ik merk dat Grey niet makkelijk mee loop kijk ik om. Grey staart met open ogen, waar tranen in zitten door het vuur, naar het verdwenen vuur. 'Grey! Kom nou mee!' schreeuw ik. Ik trek hem mee, wat nu gelukkig wel lukt. Ik ren naar een kamer toe waarde tintelingen er sterkst zijn. In de kamer zitten vier meisjes, waaronder Vera. 'Vera!' roep ik. Grey en ik pakken allebei de handen van twee meisjes en creëren een soort slinger. Ik trek iedereen mee naar buiten, en als we buiten zijn klapt iedereen. De brandweerwagen arriveert net, en begint te spuiten met brandslangen. Het vuur vermindert niet, het wordt alleen maar erger. 'We hebben versterking nodig!' schreeuwt een brandweerman. 'Ben jij Hazel?!' roept een brandweerman ineens. 'SST! Ze weten hier niks van me!' roep ik naar de brandweerman. 'Kun je asjeblieft het vuur weghalen!' schreeuwt hij. Ik knik en ren om het gebouw heen. 'Hazel!' schreeuwt Grey. 'Blijf daar!' schreeuw ik. Met tegenzin blijft Grey staan, en ren ik snel door.

Als ik bij de achterkant ben doof ik het vuur met vuursturen. Als ik terug ren, zie ik dat iedereen klapt voor de brandweermannen. Opgelucht loop ik naar Grey.

'Wat deed je daarachter?'
'Niks, gewoon kijken of er nog brand was.'
'En wat deed je binnen?'
'Binnen?'
'Ja, toen dat vuur ineens verdween.' Mijn hart stopt even, hij zag dat?! 'Toeval, denk ik.'
'En hoe wist je waar ze zaten?'
'Een goed richtingsgevoel?'
'Je bent wel een mysterieus meisje hoor.' lacht Grey. Ik lach even ongemakkelijk.

'Ik wil even jullie aandacht!' roept een man, die net naast Saar voor de grote groep mensen is komen staan. Meteen is iedereen stil. 'Ik wil dat jullie meelopen naar het oude gebouw. Jullie zullen vannacht op oude matrassen moeten slapen, omdat we dachten dot gebouw zouden gaan blijven gebruiken.' zegt de man. 'Ik wil trouwens even zeggen dat de reden van de brand niet bekend is!' Saar begint te huilen.

~~~

Na een half uur door het schemerlicht lopen komen we aan bij een bakstenen gebouw met kapotte kozijnen. Iedereen loopt naar binnen toe, richting een grote zaal. Als iedereen in de zaal staat, begint de man weer te roepen vanaf een opstapje. 'Omdat er hier kamers zijn met maar twee bedden, kies je één iemand van je oude kamergenoten, en daarmee slaap je op een kamer. Over drie uur worden jullie gewekt, om acht uur. Welterusten!' roept de man. Oh, mooi, mag ik op een kamer slapen met een jongen.

Ik zie dat Felix, Grey en Kayne mijn kant in lopen. 'Met wie wil jij op de kamer?' vraagt Kayne. 'Mij maakt het niks uit.' zeg ik. Is het raar dat ik liever met Grey wil, maar dat niet durf te zeggen? 'Ons maakt het ook niets uit, kies nou maar.' zegt Felix. Volgens mij mag Felix me niet echt, hij praat altijd zo, gefrustreerd? 'Ik kies dan wel.' zegt een begeleider die net is komen aanlopen. 'Jij gaat bij haar, en jullie twee gaan naar een andere kamer.' zegt hij.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top