Hoofdstuk 9

Thana wist niet goed of ze blij was met de arm van Davion. Het was een manier om zich recht te houden, maar liefst van al wilde ze terug naar haar kamer. De kamer waarin ze thuis gewoon was, niet de plek waar ze naar haar gevoel uren had opgesloten gezeten. Doorheen de tocht door de lange gangen had Thana willen proberen de weg te onthouden maar dat mislukte. Steeds weer werd haar aandacht afgeleid door alle pioenen die verspreid stonden in tal van kleurrijke vazen. Ook kwam ze nu meer mensen tegen in plaats van de drie waarmee ze had gesproken. Elk van hen knikte hun gedag maar Thana had niet de stem om te kunnen spreken. Geen van hen leek immers verbaasd te zijn dat zij door de gangen liep aan de arm van Davion.

"Wat fijn dat u terug bent Mara!" glimlachte een van de mannen die ze passeerden waardoor Thana kort knikte. Ze voelde zich elke keer schuldig als ze op de naam Mara reageerde. Het was immers alsof ze iemand anders haar identiteit had gestolen en die van haar achter zich had gelaten. Toch voelde het als een soort veiligheid, Thana wist immers niet hoe Davion zou reageren als hij erachter kwam dat ze inderdaad niet zijn liefste was. Hij was zo zeker en ergens wilde ze hem ook niet kwetsen. Door Mara te spelen zou ze de tijd kunnen hebben die ze nodig had om een uitweg te kunnen zoeken. Het was amper een plan te noemen maar een houvast waaraan ze zich kon houden.

Thana haalde diep adem en herstelde zich. Samen met Davion bereikte ze de deuren naar buiten maar het enige wat ze voelde was teleurstelling. De tuin was immers geen tuin die ze zich had voorgesteld. De planten waren onderhouden maar niet recentelijk, alsof een tuinman het eerder had opgegeven. Onkruid stond overal verspreid en Thana wist dat haar moeder dit beter zou kunnen. Ook was het best een kleine tuin, slechts een beetje groter dan bij haar thuis. Toch forceerde ze een glimlach en haalde diep adem. Ze had nu tenminste frisse lucht om tot rust te komen. Ze liep verder de tuin in en voelde hoe Davion haar arm losliet waardoor ze over haar schouder naar hem keek: "Kom je niet mee?"

Davion schudde zijn hoofd: "Nee mijn liefste, ik heb nog zaken te doen maar geniet van de tuin." Thana moest eerlijk toegeven dat ze haar best moest doen om hem niet met open mond aan te staren. Het voelde alsof ze een hond was die uitgelaten moest worden terwijl haar baasje een oogje in het zeil zou houden. Was hij nu serieus? Als ze Mara was geweest dan was ze inderdaad ook weggelopen. Thana kon het niet laten om zachtjes te grinniken, volgens Davion was ze immers meegenomen maar Delilah had er het hare van gedacht.

Met een zucht legde Thana weer haar hand op de plek waar haar ketting verscholen was. Ze wist niet waarom, maar het voelde alsof alles daarmee begonnen was. Het monster was er immers van geschrokken, bedacht ze zich. Meer herinneringen van de avond waren lastig, alsof alles een grote waas was geweest. Verzonken in gedachten begon ze doelloos rond te lopen in de tuin. Het was een stuk kouder dan ze had gedacht en Thana had nu al spijt van de jurk die ze aanhad. Nu voelde ze haar nog meer een of ander verloren hoofdpersonage in een boek waarin deze meegenomen werd door een knap boekpersonage. Al was ze niet van plan om verliefd te worden op Davion of op een mogelijke extra hoofdpersonage dat haar zou komen redden. Tenzij Izara ineens voor de poort zou staan, Thana kon het niet laten om zich af te vragen of een harnas Izara goed zou staan. Waarschijnlijk wel besloot ze, Izara kon zelf een vuilniszak stylen.

Thana slaakte alweer een diepe zucht, het loste niet veel op maar het deed wel deugd. Het was tijd voor een nieuw plan, besloot Thana, ze moest hier weg. De vrouw wist nu dat ze haar voor langere tijd aan kan zouden schuiven en dus zou ze vanaf ze terug was actie ondernemen. Ze had geen zin om hier nog veel langer te blijven. Anders kon ze altijd proberen om Delilah te spreken, een van de enigen die doorhad dat ze niet Mara was. Had het meisje haar ook niet beloofd te willen helpen? Ze was niet bepaald behulpzaam geweest, maar de enige bij wie Thana hopelijk zichzelf kon zijn.

Ze keek over haar schouder en zag Davion daar staan praten met een vrouw die ze niet kende. De vrouw was ook een stuk ouder dan Saska en Delilah. Thana besloot om van haar onwetendheid maar gebruik te maken en op het duo toe te lopen. Als ze echt Mara was dan hadden ze vast geen probleem met dat ze erbij kwam staan. Maar vanaf ze binnen gehoorafstand kwam te staan, was het gesprek afgelopen. Teleurgesteld keek Thana toe hoe de dame knikte en weer vertrok. Liefst van al wilde Thana vloeken maar toverde toch een glimlach op haar gezicht. "Wie was dat?" Het moest een onschuldige vraag zijn en een manier om meer te weten te komen. Toch leek Davion haar verbaasd aan.

Thana moest haar best doen om niet te vloeken, was het een verkeerde vraag geweest? Toch toverde Davion zijn glimlach weer terug op zijn gezicht terwijl hij haar arm terug vastnam. "Niemand mijn liefste, het doet er niet toe", verklaarde hij luchtig maar het voelde gespeeld. Thana twijfelde maar besloot gewoon hem te volgen terwijl ze weer door de gangen liepen. Dit keer lette ze wel goed op welke weg ze uit moesten gaan totdat ze een trap op moesten. Verbaasd fronste ze, op de heenweg hadden ze immers geen trap af moeten gaan. "Wat is er Maartje?" hoorde ze Davion vragen.

Weer was de twijfel er, aan de andere kant overwon ook de nieuwsgierigheid bij Thana opnieuw. "We lopen anders", reageerde ze dan ook: "Breng je me nu ergens anders heen?" Dat hoorde immers niet bij het plan in haar hoofd. Het feit dat haar plan enkel bestond uit het feit dat ze hier weg moest en Mara moest spelen, liet ze maar achterwege. Davion zijn blik was lastig af te lezen, alweer.

"De deur naar de hal komt wel", reageerde hij: "Als je hem nodig hebt." Het was een uitleg die klopte met wat Saskia eerder had gezegd, maar nog steeds klopte het niet in Thana haar hoofd. Hoe wist je immers dan hoe je moest lopen? Hoe zou zij weten hoe ze zou moeten lopen? "Dat voel je", reageerde Davion, waardoor Thana hem geschrokken aankeek. Hoe had hij immers kunnen weten wat ze dacht? Hij begon te lachen waardoor de haren op haar arm weer rechtop gingen staan. Als hij haar gedachten kon lezen, waarom deed hij nog steeds dat ze Mara was? "Ik kan je gedachten niet lezen, mijn liefste", verzekerde hij haar echter: "Maar je gezicht spreekt boekdelen, weet je dat?" Thana knikte, nog altijd een beetje geschrokken door het idee dat Davion haar gedachten zou kunnen lezen. Tijdens hun eerste ontmoeting had het immers ook al zo geleken besefte ze opnieuw.

Davion opende een grote deur en tot Thana haar verbazing waren ze inderdaad terug in de grote kamer waar ze eerder wakker was geworden. De vrouw wist niet goed hoeveel uren er inmiddels al verstreken waren sinds het monster haar mee had genomen maar de pioenen trokken weer haar aandacht. Mara was lang weggeweest. Thana wist dat ze bij haar thuis nu ook wel al lang door moeten hebben dat ze er niet meer was, zouden ze al naar haar op zoek gaan? Zou Izara al gebeld hebben? Ze wist zeker dat haar broer zou snappen dat ze nooit vrijwillig weg zou gaan zonder haar telefoon mee te nemen. Nog even hield ze zichzelf voor en dan zou ze terug thuis zijn. "Ga je me nu weer terug opsluiten?" vroeg Thana voorzichtig.

Davion zijn gekwetste blik zorgde ervoor dat ze nu alweer haar vraag terug wou nemen. Aan de andere kant wilde Thana haar antwoord hebben. "Natuurlijk niet mijn liefste", reageerde hij, kouder dan hij al eerder had gedaan waardoor ze weer aan sneeuw moest denken. "Ik doe dit voor je eigen bestwil terwijl ik op zoek ga naar antwoorden voor dat schild dat hardnekkiger blijkt te zijn dan dat ik had gedacht." Afwezig knikte Thana, in haar oren klonk dat nog altijd als een opsluiting, maar ze vreesde dat erover discussiëren haar niet verder zou helpen. Dan zou hij haar immers extra in de gaten houden en kon ze naar haar ontsnapping fluiten. Een plan per keer hield ze zichzelf voor terwijl hij haar verder naar haar kamer begeleidde.

Davion opende de deur en deed een teken dat ze naar binnen mocht gaan. Thana besloot haar liefste gezicht op te zetten. "Wanneer zie ik je weer?" vroeg ze poeslief. Als ze niet in de problemen had gezeten had ze haar uitgelachen met die woorden. Maar ze bleken wel het gewenste effect te hebben op Davion, die haar stralend aankeek.

"Ik kom morgen weer langs, na een goede nachtrust is deze nachtmerrie hopelijk achter de rug", beloofde hij haar. Het klonk als muziek in Thana haar oren. Niet dat hij zou terugkeren, maar dat ze nu een avond had om haar plan uit te werken. Deze nachtmerrie zou inderdaad snel over zijn maar niet op de manier waarop hij het nu bedoeld had. Thana protesteerde dan ook niet toen de deur achter haar dicht werd gedaan en ze het slot hoorde worden omgedraaid. Al zorgde het geluid er wel voor dat ze besefte dat ze een deel van haar plan niet goed had overdacht, namelijk dat ze de deur van haar kamer niet uit kon.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top