Hoofdstuk 16
Badend in haar eigen zweet en al gillend werd Thana wakker. Haar haren zaten in de war en haar hartslag was veel te hoog. Hijgend deed ze een poging om de werkelijkheid weer tot zichzelf te laten komen. Gedesoriënteerd keek ze rond in haar eigen kamer terwijl ze zich probeerde te herinneren wat er allemaal was gebeurd. Ze was thuis en ze was veilig. Thana wist niet goed wat ze moest doen en keek rond hoe haar dekbed op de grond naast haar lag. Ze moest het tijdens haar slaap van zich af hebben geschopt. Was dit allemaal een droom geweest? Het zag er zo wel naar uit besefte Thana. Ze ging overeind zitten en legde haar hand op haar hart. Het klopte nog steeds. Ze leefde nog en ze was gewoon thuis. Voorzichtig kroop ze naar de rand van haar bed en zette haar beide voeten op de grond.
De deur naar haar slaapkamer stond op een kleine kier, ook al was ze zeker dat ze hem de avond ervoor zoals altijd had gesloten. Ook haar raam stond wagenwijd open en haar gordijn flapperde naar binnen. De wind raasde door haar kamer en zorgde ervoor dat ze rilde. Het was koud. Ze schudde zachtjes haar hoofd terwijl ze haar best deed om wakker te worden. Thana zette zich overeind zodat ze het raam toe zou kunnen doen. Uit gewoonte wou ze haar telefoon nemen die naast haar bed lag maar die lag er niet. Ze had hem de avond ervoor immers achter gelaten zodat deze op kon laden. Het enige wat op haar nachtkastje lag was de ketting die ze van haar tante had gekregen.
Toch was het niet de ketting die haar hart een slag over liet slaan, ook de dolk lag ernaast. Het glom zachtjes in het maanlicht dat door het open raam naar binnen kwam. Het was identiek aan de dolk die ze van Delilah had gekregen. Thana haar mond viel open terwijl ze naar het raam toe liep. Hoe kon de dolk uit haar droom nu op haar nachtkastje liggen? Ze was er zeker van dat ze er geen had toen ze die avond was gaan slapen. Verzonken in gedachten had ze te laat door dat ze bijna struikelde over een voorwerp dat in haar kamer op de grond lag. Voorzichtig knielde Thana zich neer om het boek op te kunnen rapen. Het was het boek dat ze van haar tante had gekregen en dat ze naar het monster had gegooid. Het was het toen beginnen lezen maar nu lag het opengeslagen op de grond. Toen Thana het opraapte om beter te kunnen bekijken, zag ze nu ook pas dat het er niet meer zo nieuw uitzag als eerder die avond.
Het boek was oud en vergeeld. Het zag er net uit alsof het bij de eerste windvlaag uit elkaar zou kunnen vallen. Alsof het boek al vele jaren oud was en niet gloednieuw zoals toen ze het had gekregen. Alsof het boek had geleefd. Te verstomd om wat te kunnen doen, legde Thana het boek op haar nachtkastje bij de ketting en de dolk. Zo geluidloos mogelijk sloot het raam om zich dan naar haar bed toe te draaien. De drie voorwerpen leken haar toe te lachen, maar Thana draaide zich ervan weg en snelde naar beneden. Op blote voeten glipte ze de trap af naar beneden, naar de woonkamer.
In de woonkamer lag haar telefoon nog op te laden, exact waar ze deze achter had gelaten. Ze greep het ding en ontgrendelde het snel. Zonder te twijfelen ging ze naar haar contacten en klikte de naam Izara aan. Thana hield haar adem in terwijl de telefoon over ging. Elk deuntje leek er een te veel voordat het overging op voicemail. Izara haar vrolijke stem weerklonk door de ruimte terwijl ze vertelde dat ze geen tijd had en dat je een berichtje kon achterlaten na de biep. Toen de biep weerklonk, bleef Thana echter nog lang stil. Enkel de ruis was nog hoorbaar. "Izzie?" reageerde ze schor tegen haar telefoon: "Ik moet met je ergens over praten, bel je me alsjeblieft zo snel mogelijk terug?"
Haar hand legde Thana op haar lippen terwijl ze weer zweeg. Na nog een korte stilte duwde Thana dan toch de telefoon uit en staarde voor zich uit. Het enige wat nog hoorbaar was in de woonkamer was het gezoem van een of ander insect.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top