Hoofdstuk 12
De lange gangen passeerden aan Thana maar Delilah wist waar ze heen moest. Toch duurde het lang, veel te lang voor Thana. Het meisje was er zeker van dat ze deze gang al meermaals gepasseerd moest zijn. Had Delilah niet gezegd dat het dringend was? "Bang dat ik de weg terug zou vinden?" mompelde ze voor zich uit maar er kwam geen reactie van Delilah. De vriendelijkheid die het meisje eerder onder tafel had laten zien was verdwenen en dus zat er voor Thana niets anders op dan haar te volgen. Ook de volgende gang leek op eentje waar ze al eerder geweest waren maar toch duwde Delilah een van de deuren open. Thana had geen idee wat erachter zat, ze had de tijd nog niet gehad om het kasteel te verkennen. Daarvoor was ze iets te druk geweest met panikeren. Met grote ogen keek ze om zich heen zodat ze haar omgeving in zich kon opnemen. Ze was bijna teleurgesteld doordat het nog een andere slaapkamer bleek te zijn, weliswaar een stuk kleiner dan degene waar zij de tijd had in doorgebracht.
Delilah leek echter niet te twijfelen en liep naar de spiegel die aan de muur was gehangen. Het tafeltje dat eronder stond was leeg en had tal van lades. Al opende Delilah geen enkele lade maar nam de de spiegel vast. Na een stevige ruk eraan te hebben gegeven opende de spiegel waardoor Thana haar mond openviel. "Hoe gaaf!" kon ze niet laten uit te brengen terwijl ze het gat dat achter de spiegel zat zag. Delilah kroop op de tafel en klom door het gat naar wat er achter de spiegel verscholen zat. Thana was maar al te blij dat ze besloten had om zichzelf nog om te kleden en er niet door hoefde te kruipen met haar bevlekte rode jurk van eerder. Delilah had nog altijd geen woord gesproken maar Thana kroop achter haar aan, gelukkig stond de tafel er. De doorgang was zeker op anderhalve meter hoogte en Thana was niet de meest elegante persoon. Het duurde dan ook eventjes voordat ze zich aan de andere kant naar beneden liet vallen.
Delilah nam de hendel achter haar vast en toen ze eraan trok, klapte de spiegel toe. Thana keek verwonderd toe hoe ze kon zien wat er allemaal in de kamer te zien was. "Een spiegel langs maar een kant!" merkte ze op maar Delilah liep gewoon verder in de gang waar de meiden in terecht waren gekomen. "Zit dat achter alle spiegels hier?", vroeg Thana nieuwsgierig terwijl ze zich snel achter het meisje aan haastte. Het was al duidelijk dat Delilah niet op haar zou wachten. Had er achter haar spiegel ook zo een gang gezeten? Was dat hoe Mara ontsnapt was? Waarom hadden ze niet gewoon die gang genomen? Tal van vragen gingen er door haar hoofd heen. "Delilah?" vroeg ze dan ook in de hoop meer uitleg te krijgen over waar ze nu eigenlijk waren.
"Nee het zit niet achter alle spiegels", klonk er een andere stem waardoor Thana schrok. Ze was heel zeker dat het niet Delilah die had gesproken. Delilah zette een stap aan de kant waardoor Thana nu kon zien wie er aan het einde van de gang stond. Het was de oude vrouw besefte Thana, de vrouw die ze eerder al met Davion had zien spreken. "Kom dichterbij jij daar, dan kan ik je beter zien", sprak de vrouw waar Thana van uitging dat het dan Adrienne moest zijn. Ze zag toch niet meteen iemand anders staan in de vreemde gang waar Delilah haar mee naar toe had gebracht.
"Maar beter ook", hoorde ze Delilah zeggen: "Je wilt niet weten wat je kunt zien als mensen niet doorhebben dat ze je kunnen zien." Thana wilde bijna vragen wat Delilah bedoelde maar besloot het maar voor zichzelf te houden. Aan de toon van Delilah haar stem was het iets dat ze beter niet zou weten. Daarnaast wist ze ook wel waar sommige mensen toe in staat waren als ze dachten dat ze alleen waren. "Maar dit is dus Adrienne", ging Delilah verder terwijl ze naar de oudere vrouw wees. Tot Thana haar grote verbazing maakte Delilah een korte kniebuiging naar Adrienne. "Vrouwe", knikte ze: "Haar naam is Thana." Hoorde Thana zo blij te worden van het feit dat ze iemand anders haar bij haar echte naam hoorde aan te spreken? Ze wist het niet maar het deed deugd om gewoon zichzelf te kunnen zijn.
Adrienne knikte en wenkte Thana nogmaals dichter. Stapje voor stapje wandelde Thana dichterbij terwijl ze zich probeerde te bedenken of ze iets van de vrouw haar conversatie eerder met Davion had verstaan. "De gelijkenissen zijn er inderdaad", hoorde ze de vrouw fluisteren terwijl ze Thana in haar opnam. Het zorgde ervoor dat Thana zin had om weer weg te lopen en door de spiegel terug te verdwijnen. Aan de andere kant wist ze ook dat ze helemaal nergens naar toe kon gaan zonder Delilah. Ze kon er maar op hopen dat ze er goed aan had gedaan om het meisje te vertrouwen. "Heb jij jouw ketting en het boek bij je Thana?" ging Adrienne verder waardoor Thana fronste. Ze haalde de ketting tevoorschijn die alleen nog maar donkerder was geworden tegenover de laatste keer dat ze het ding had gezien.
"Dit is niet door de lichtweerkaatsing he?" fluisterde Thana zachtjes. Ze wist niet waarom ze dat dacht maar ze had al genoeg verloren. Ze had geen zin om nogmaals met iemand te spreken waar ze de helft niet van begreep zonder dat er ooit antwoorden kwamen. Dan schudde ze haar hoofd: "Het boek heb ik niet, dat heeft het monster afgepakt toen het me uit mijn bed kwam halen." Thana haalde diep adem in een poging om haar gevoelens onder controle te behouden. "Kan u me helpen alsjeblieft? Ik weet niets van alles wat er aan de hand is en ik wil gewoon naar huis. Delilah vertelde me al dat dit niet ging maar kunt u echt niets doen. Tegen Davion zeggen dat hij me moet laten gaan en dat ik niet Mara ben?" Thana wist niet wat ze eerst zou doen, in tranen uitbarsten of weer kwaad worden. Ze had zoveel verschillende gevoelens gehad die door elkaar heen haar over leken te nemen en ze was gewoon moe.
Toch leek Adrienne niet bezig te zijn met al haar vragen, de vrouw keek zelfs helemaal niet naar Thana maar naar Delilah! "Delilah? Kan jij er alsjeblieft voor zorgen dat we dat boek terug hebben? Vanaf je het hebt stuur je een boodschap en kan ons plan van start gaan" Delilah knikte en vertrok zonder Thana ook maar een blik waardig te keuren. Ergens wilde Thana smeken dat het meisje zou blijven, het was een van de weinigen die normaal tegen haar had gedaan. Ze had haar waarschijnlijk belachelijk gemaakt als Adrienne zich daarna niet tot haar had gericht. "Zet je neer Thana, je hebt al veel achter de rug en je zult je energie nodig hebben", glimlachte Adrienne maar Thana schudde haar hoofd. Ze bleef liever staan bij de uitgang voor mocht dat nodig zijn. Delilah was dan wel vertrokken, ze vertrouwde Adrienne nog altijd niet helemaal. Adrienne knikte en ging zelf zitten.
Thana haar ogen waren gericht naar de ketting in haar hand, het was bloedrood van kleur. "De kleur van de ketting is datgeen dat de macht heeft", hoorde ze Adrienne vertellen: "Hij was kristalhelder toen je hem vond?" Thana slaagde er niet in om meer te doen dan alleen te knikken. "Vroeger dan was liefde de kracht dat ons verbond", ging Adrienne verder: "Het mag nu klinken als een of ander zoetsappig sprookje in je oren maar geloof me maar dat sprookjes geen verhalen zijn voor het slapengaan." Vaag deed het Thana denken aan een gezegde maar het meisje slaagde er niet in om zich te herinneren welke. "Je bent je geliefde verloren, heeft Delilah je al op de hoogte gebracht van onze tijd?" Weer knikte Thana terwijl ze haar best deed om niet in huilen uit te barsten nu ze eindelijk meer uitleg kreeg. "Ik weet niet aan wie je hart toebehoort maar je kan er rare dingen voor doen, dat is waarom Davion je kuste."
Geschrokken keek Thana de vrouw aan terwijl haar mond open viel. "U weet dat?" reageerde ze geschokt. Waren er mensen die haar in de gaten hielden terwijl ze dacht dat ze alleen was? Hadden nog mensen gezien hoe dom ze was geweest? Het schaamrood klom naar haar wangen en Thana merkte dat ze snel weer van Adrienne wegkeek. Ze voelde de ketting in haar hand prikken maar kon er ook niet aan kijken. Hoe donker zou het nog kunnen worden? Wilde ze de prijs wel nog verder betalen? Het simpele antwoord was nee maar dat durfde de vrouw niet luidop te zeggen.
"Je afwijzing heeft Davion flink kwaad gemaakt", verklaarde Adrienne alsof ze daarmee Thana haar vraag beantwoordde. Als Thana nog niet aan het blozen was geweest dan had ze dat nu wel gedaan. Het voelde zo ongemakkelijk om de kus hier te bespreken, het was immers haar eerste kus toch? Wie wist het nog allemaal? "Rustig maar meisje", ging Adrienne gewoon verder: "Ik heb hem wijsgemaakt dat het door je schild komt zodat we genoeg tijd hebben om je hier weg te krijgen. Het was nooit Mara haar bedoeling geweest om iemand anders haar plaats te laten innemen." De oude vrouw leek eerder tegen zichzelf bezig te zijn terwijl ze verder ging met spreken: "Ik weet ook niet wat er met mijn zoon aan de hand was maar dat zien we later wel."
Het voelde alsof Thana het hoorde donderen in Keulen en bliksem terplekke was ingeslagen. "Je zoon?" herhaalde ze Adrienne haar woorden: "Ga je me nu vertellen dat Davion jouw zoon is? En jij zijn moeder bent?" Met grote ogen bekeek ze de vrouw opnieuw en was zo blij dat ze niet eerder al gaan zitten was. Hoe kon ze haar nu nog vertrouwen? Klopte ze ook maar iets van wat Adrienne net tegen haar gezegd had?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top