Hoofdstuk 11
Alle woede, al het verdriet en alle gevoelens die ze van zichzelf had moeten onderdrukken. Het was genoeg geweest voor Thana. Het besef was als een dreun en de tranen rolden over haar wangen. Ze was altijd al iemand geweest die lelijk huilde, al zei ze het zelf. Ze snikte terwijl ze zich op de grond liet vallen. Ergens wist de vrouw dat de kans dat ze naar huis zou gaan klein was, maar nu wist ze ook dat als ze ooit weg geraakt, ze niet terug kon keren. De wereld was verder gegaan en zij was er geen deel meer van. Thana wist dat ze onmogelijk kon uitleggen waarom ze niet ouder was geworden en waarom ze geen contact had opgenomen. Ze was waarschijnlijk al lang dood verklaard en Izara had waarschijnlijk iemand anders al gevonden. Wat zouden haar ouders gedacht hebben?
Een arm werd om haar schouders geslagen en Thana voelde dat Delilah naast haar ging zitten. Toch keek ze niet opzij naar het meisje en voelde haar arm helemaal niet geruststellend. Liefst van al wilde ze hem van haar afslaan maar de aanwezigheid van Delilah was nu het minste van haar zorgen. "Euhm rustig maar", hoorde ze Delilah onbeholpen zeggen: "Ik weet dat het veel kan zijn, euh wat je naam ook is, maar dit is wel echt het moment dat we door moeten gaan, snap je?" Delilah begon haar mee recht te trekken maar Thana bleef koppig zitten.
Ze wreef de tranen uit haar ogen en keek het meisje boos aan. "Heb jij nu helemaal geen gevoel?" sneerde ze naar Delilah, die haar geschrokken aankeek. "Jij komt met zo'n nieuws en nu verwacht je dat ik met je meega? Ik heb letterlijk geen enkele plaats meer waar ik naartoe kan gaan." Ze schudde haar hoofd, Thana had geen enkele reden om nog naar huis te verlangen. Haar hart lag in duizenden stukken op de grond en ze had tijd nodig om alle scherven op te rapen. Dan kon ze evengoed Mara blijven spelen want Thana was al lang weer vergeten. Vijftig jaar was nog geen mensenleven, maar haar ouders moesten al flink in de negentig zijn. Hoe kon ze hun ooit nog onder ogen komen? "Wat ga je doen? Me slaan zoals Saskia?" spuwde ze uit terwijl ze met haar hand naar de ketting greep die om haar hals hing. Het rotding had dit alles veroorzaakt.
"Het klinkt verleidelijk", reageerde Delilah onbeholpen zoals altijd: "Maar geloof me dat je er niet in gaat slagen om Mara te blijven spelen. Mara ging zelf er al bijna aan onder! Ik ga echt niet nog eens iemand zo zichzelf zien verliezen en jij gaat er me niet van weerhouden om mijn woord aan Mara te breken." Met open mond staarde Thana naar het meisje, deze leek echter nog niet klaar te zijn met uit te razen. "Ja, ik heb je net het nieuws gebracht, maar zou je er liever zelf achter zijn gekomen?" ging ze verder: "Geloof me maar dat je dat niet wilt, dan zit je hier een stuk veiliger. Of nu nog, wacht maar tot de tijd verstrijkt." Haar toon werd smekend: "Het kan me geen hol schelen wie je bent, maar samen met Adrienne lossen we dit op oke?" Delilah stak haar handen omhoog: "Schiet niet op de boodschapper en help me om hier een einde aan te maken, wat heb je te verliezen? Dit is jouw kans voor wraak."
"Best", reageerde Thana snerend voordat ze er erg in had: "Het kan me allemaal niets meer schelen, breng me maar naar die Adrienne!" Waarom ze instemde snapte ze niet maar ergens had Delilah een gevoelige snaar geraakt, het meisje moest echt Mara graag gehad hebben. En ergens had ze wel een punt, wat had ze nog te verliezen? Ze was alles al kwijt en als Mara echt weg was gelopen, dan bleef ze beter niet bij Davion, Saskia of het monster. "Toon me de weg", reageerde ze kortaf. Even meende ze Delilah opgelucht adem te zien halen maar Thana besloot dat ze dat maar verbeeld moest hebben. Ze had liever dat Delilah haar sarcastische zelf was en niet zo onbeholpen als het meisje eerder was geweest.
Thana wist het niet meer, alsof de gevoelens binnen haar vochten om gevoeld te worden. Ze was kwaad en teleurgesteld, maar het verdriet was als klauwen in haar hart. Alsof het aan stukken was gereten en niet meer in staat om de kluwen van gevoelens te ontrafelen. Actie was wat ze nodig had om haar gedachten te sussen en haar een doel te geven om verder te gaan. Het was voor haar eigen veiligheid had Delilah immers gezegd, maar Thana was met een eenvoudige zin alles kwijt geraakt. "Je hebt niets meer te verliezen dus je hebt alleen maar dingen te winnen zoals je vrijheid", hoorde ze Delilah zeggen maar Thana negeerde haar. Ze had de energie niet om de goede raad aan te nemen.
Samen met Delilah sloop ze de deur uit, terug naar de kamer die erachter verborgen was. De bloemen vulden nog steeds de ruimte maar ze gaven een troosteloze blik. Ze waren voor Mara geweest, had Davion verteld ook al was Mara voor hem slechts enkele dagen al weg. Delilah leek te weten waar ze heen moesten en Thana wist niet in hoeverre ze wilde doorvragen. Ze was nog te verdoofd om te kunnen denken. Delilah keek enkele malen over haar schouder alsof ze zich ervan wilde vergissen dat Thana haar echt volgde. Ergens bedacht Thana dat het meisje waarschijnlijk ook wachtte op een reactie van haar. Delilah was iemand die eenvoudiger met beledigingen gooide dan met troostende woorden. "Adrienne is niet ver weg", verklaarde Delilah. Weer keek het meisje haar afwachtend aan, alsof ze een reactie probeerde uit te lokken.
Thana bromde wat als antwoord terwijl ze rond keek. De gangen waar Delilah haar doorheen leidde waren lang en tot in de puntjes afgewerkt. De rode bloemen trokken haar aandacht. Het waren niet alleen echte bloemen maar ook in verschillende meubels waren de pioenen gekrast. Zelfs op enkele van de schilderijen die de gangen vulden, was de bloem prominent aanwezig. "Waarom zijn liefde voor pioenen?" mompelde Thana. Delilah liep gewoon verder waardoor ze niet zeker wist of het meisje haar gehoord had. Ze zuchtte gefrustreerd. "Waarom staan hier overal pioenen?" herhaalde Thana waardoor Delilah even over haar schouder keek. Thana haalde een wenkbrauw op.
"Het was voor Mara", reageerde Delilah zachtjes: "Het was haar teken en de stempel die ze achter heeft gelaten. Adrienne heeft een hoop weg willen doen maar Davion hield haar tegen. Hij heeft altijd volgehouden dat ze zou kunnen ontsnappen of dat hij haar zou gaan redden. Met elke Ethe die voorbij ging wist Adrienne dat ze niet meer terug zou kunnen keren, niet dat ze dat zou willen doen nu ze eindelijk vrij was. Door het verloop van de tijd-" Delilah viel stil terwijl ze kort weer naar Thana keek. Deze knikte enkel terwijl ze het gevoel had dat ze onderdrukte. Schreeuwen tijdens een ontsnapping was geen goed idee.
Al waren de gangen verlaten, besefte Thana. Ze had in de tijd dat ze hier was weinig anderen tegengekomen behalve tijdens haar wandeling met Davion. "Zijn er geen anderen hier?" ging Thana verder met vragen. Delilah legde echter een vinger op haar lippen en trok Thana mee naar een van de tafels die in de gang stonden. Ze duwde Thana eronder waardoor deze wilde protesteren. De blik die Delilah haar schonk legde haar echter het zwijgen weer op. Delilah zelf kroop weg achter een kast en nu pas begon het vreemde geluid Thana op te vallen. Ze herkende het geluid, ook al kon ze het nog altijd niet helemaal thuisbrengen. Het waren de rare klikjes en de schrille geluiden waarvan het haar op haar armen overeind kwam te staan. Thana kroop nog dichter tegen de muur en maakte zich zo klein mogelijk. Haar hand begon weer te prikken waar Davion haar eerder al genezen had. Met haar twee handen bedekte ze haar oren om het monster niet te hoeven horen.
Thana sloot haar ogen en de wereld om haar heen leek te vervagen. Het getik van het monster werkte op haar zenuwen en ze was moe. Het huilen van daarnet had haar uitgeput en liefst van al wilde het meisje gewoon slapen. Ze had geen idee hoelang ze onder de tafel weggedoken had gezeten toen dat Delilah zacht op haar schouder tikte. "We moeten door vrouwe", fluisterde Delilah maar Thana bewoog zich niet. Ze snapte niet meer waarom haar hoofd zo lastig deed. Een eenzame traan rolde over haar wang terwijl ze naar het meisje naast haar keek.
"Mijn echte naam is Thana", fluisterde het meisje. Delilah knikte zachtjes maar Thana was nog niet klaar met spreken. "Je hebt het me nooit gevraagd", mompelde ze: "Je noemt me vrouwe net als hij gedaan heeft, je weigert me Mara te noemen omdat je weet dat ik het niet ben." Thana slaakte een diepe zucht: "Maar je hebt zelfs nooit de moeite gedaan om me naar mijn echte naam te vragen." Waarom dit nu net zo belangrijk was wist Thana zelf niet eens meer maar ze moest het gezegd hebben.
"Aangenaam kennis te maken Thana," fluisterde Delilah zachtjes waardoor Thana zachtjes glimlachte. "Ben je klaar om verder te gaan?" ging Delilah fluisterend verder waardoor Thana knikte en achter het meisje aan vanonder de tafel kroop. Haar hart lag nog steeds in scherven maar eigenlijk iemand haar met haar eigen naam horen aanspreken deed deugd. Adrienne wachtte op haar, wie dat ook zou mogen zijn.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top