💔Hoofdstuk 17: Pijn
Sûpremes: De mooiste stukjes vlees, vooral van gevogelte.
***
Van: mijzelf - 07:46
Noor ik heb besloten het te proberen... met Noah
Van: Nora de explorer - 08:05
OMG! 😱😱 Heb je seks gehad?
Van: mijzelf - 08:06
NEE! Natuurlijk niet! 'Het' als in kijken wat voor gevoelens ik heb🤦🏼♂️
Van: Nora de explorer - 08:07
Sorry not sorry... ik denk nergens anders meer aan de laatste tijd door Ruben🍆
Hoe voel je je?
Van: mijzelf - 08:08
Raar. We hebben afgesproken dat we geen verwachting hebben maar ik weet niet of ik dit kan
Ik voel me nog steeds schuldig😞
En aub... niet weer een verhaal over 🍆 Ik moet nog steeds bijkomen van bouwvakker Bob
Van: Nora de explorer - 08:09
Heb je al met Thomas gepraat dan?
Sorry, ik was vergeten dat jij meneertje preuts bent
Van: mijzelf - 08:11
Nee ik wil pas praten als ik in Rotterdam ben face 2 face. Ik wil niet die persoon zijn zie dat digitaal doet.
En ik ben niet preuts ik praat gewoon niet makkelijk over... 🍆
Van: Nora de explorer - 08:11
Wel doen he!!!!
Ik bedoel praten met Thomas, niet praten over 🍆
Van: mijzelf - 08:23
NOOR! KAPPEN!
***
Ik stop mijn telefoon weg in mijn pantalon, nadat ik Nora een appje gestuurd heb. Oversekste vrouw, denk ik, terwijl ik mijn outfit probeer te fatsoeneren voor Dia de Finados.
Ik voel hoe mijn wangen heet worden, wanneer ik denk aan seks en intimiteit. Het is nooit echt een sterke kant van mij geweest, totdat ik een relatie kreeg met Thomas. Tussen ons was het altijd... makkelijk, maar vaak ook functioneel. Niet zoals ik me voel als ik met Noah ben. Dan is het anders. Alsof mijn lijf vanbinnen in brandt staat en ik niet meer kan ademen.
Ik zucht en probeer mezelf te kalmeren en alle gedachten aan seks... te verbannen uit mijn gedachtegang. Jeetje, ik lijk wel een puber.
Sinds Noah en ik besloten hebben om dingen tussen ons te onderzoeken, ben ik gespannen als we samen zijn. Elke keer als hij me aanraakt wil ik meer en dat beangstigt me. Wat als ik terug naar Rotterdam moet en mijn gevoelens alleen maar groeien?
''Finn?'' Een vermoeide Noah doet de deur van de logeerkamer open en sluit deze daarna weer achter zich.
''Hey,'' zeg ik, met een voorzichtige glimlach. Ik kan zien dat hij het moeilijk heeft; niet aan zijn uiterlijk - wat voor het eerst in dagen verzorgd is - maar aan het verdriet wat in zijn ogen gegrift staat. ''Gaat het?''
Hij loopt naar me toe en knikt. ''Jawel, het is gewoon... mijn stropdas -'' Hij wijst naar de donkerblauwe sliert om zijn nek, die in een wirwar langs zijn borst hangt. ''Ik ben niet zo goed in dit soort dingen.''
''Dan heb je geluk dat ik een professional ben." Ik loop naar hem toe en trek voorzichtig zijn das los.
''Dat dacht ik al,'' zegt Noah, die mijn handelingen probeert te bestuderen wanneer ik de das opnieuw aan het knopen ben. ''Al moet ik zeggen, dat je de laatste tijd steeds meer kleding uit de zolderkast draagt.''
''Ik moet wel, met al dat werk van ons.'' Mijn vingers strijken langs Noah's nek wanneer ik de stropdas weer over zijn hoofd heen trek. ''En ik heb nogal een kledingtekort sinds ik besloot hier te blijven."
Noah grijnst. ''Je mag mijn kast wel in duiken, als je wil, al denk ik dat meer dan de helft veel te groot voor je is.''
''Nee bedankt,'' zeg ik, ook al vind ik het stiekem best een leuk idee om rond te lopen in zijn oversized T-shirts. ''Mijn stijl is wat moderner, zonder scheuren en oude koffievlekken van jaren geleden enzo."
''Je bedoelt zo schoon en netjes, dat je van een afstand de wasverzachter kan ruiken?'' Noah bekijkt mijn koffer, die in de hoek van mijn kamer op de grond ligt. ''Jij hebt thuis zeker een enorm opgeruimd huis?''
Ik duw de das omhoog en vouw de kraag van Noah's overhemd eroverheen. ''Rommel en ik? Geen goede match, nee."
''Dan wil je mijn kamer echt niet zien.'' Noah's blik blijft hangen in die van mij, wanneer hij me aankijkt. ''Want dat is ongeveer vergelijkbaar met David's huis.''
Ik laat mijn handen rusten op Noah's borst en zucht. ''Soms vraag ik me af of je wel echt volwassen bent, weet je dat?''
Noah's mondhoek rekt omhoog in een aanstekelijke glimlach. ''Jij bent de zoveelste die dat zegt. Moet ik me zorgen gaan maken?''
Ik schud mijn hoofd en bijt op mijn lip om niet te lachen. ''Misschien, al vind ik je kinderachtige humor soms eigenlijk best leuk.''
Hij kijkt me aan, langer dan normaal. Zijn hand rust even op mijn pols voordat hij zich weer terugtrekt. ''Bedankt... voor de stropdas.''
''Geen probleem,'' fluister ik, maar het lukt me niet om mijn handen van zijn borst af te halen.
''Finn, je staart,'' zegt Noah, die doorheeft dat ik nog geen afstand van hem wil doen.
''Het is gewoon... gek om je zo te zien.'' Ik kijk naar hem; zijn hoopvolle blik; zijn geschoren stoppelbaard; zijn in model gekamde donkere haarlokken en zijn scheve lach. ''Je ziet er goed uit.''
Ik leg mijn hand op zijn wang en beweeg mijn vingers langs de gladde huid bij zijn kin. De geur van zijn aftershave bezorgt me kriebels in mijn onderbuik.
''Verzorgd, bedoel je?'' Noah leunt tegen mijn hand aan en sluit zijn ogen. ''Wen er maar niet aan. Na vandaag is het weer modder, overalls en regenlaarzen.''
Mijn hand stopt met bewegen naast het kuiltje in zijn mondhoek. ''Niet als je wat vaker tijd voor jezelf neemt.''
''Alsof dat een optie is met de boerderij.'' Noah legt zijn hand op mijn heup en trekt me dichterbij. ''Als jij me nou vaker zou helpen... misschien kan ik dan zo nu en dan wat tijd vrij maken.''
Ik lach wanneer ik terugdenk aan de laatste keer dat ik hem hielp. ''Zodat we weer ruzie kunnen maken, zeker? Nee, liever niet.''
Noah opent zijn ogen en leunt voorover, zijn lippen naast mijn hals. ''Als ik het me goed herinner, hebben we onze ruzie gisteren anders goed bijgelegd.''
De herinnering aan onze met verf besmeurde gezichten, laat me opnieuw grijnzen. ''Je kan me ook gewoon kussen zonder ruzie. Dat klinkt veel beter.''
Noah drukt een korte kus in mijn nek. Mijn adem stokt in mijn keel, maar dan laat hij me los. ''Ja, maar niet nu. Vanavond, na de herdenking? Misschien maak ik dan wat tijd voor ons vrij.''
Wanneer hij het over de herdenking heeft, merk ik dat zijn toon opnieuw wat versomberd.
''Ik hoop dat ik jullie niet in de weg loop, vandaag,'' besef ik me. ''Marcos was geen familie van mij en het is jullie ritueel. Weet je zeker dat je familie mij erbij willen hebben?''
''Natuurlijk,'' zegt Noah, die mijn hand vastpakt en speelt met mijn vingertoppen. ''Ik wil je erbij hebben, meu princesa da cozinha.''
Ik lach nerveus wanneer hij tegen me praat in het Portugees.
''Je weet dat ik niets versta van wat je zegt?'' Ik voel hoe mijn wangen warm worden van zijn aanrakingen.
''Dat is de bedoeling,'' zegt hij, waarna we onderbroken worden door Sofia, die ik beneden kan horen roepen dat het tijd is om te vetrekken naar de begraafplaats.
Noah's hand verstijft wanneer hij het hoort, maar hij herstelt zich al snel. ''Mijn ma heeft echt de slechtste timing soms.''
Ik knik en besluit voor even niet in te gaan op zijn ongemak. ''Je stropdas zit in elk geval goed.''
Noah trekt zijn hand terug en werpt een korte blik op de deur. "Ik denk dat we moeten gaan," zegt hij zacht.
Ik zie de aarzeling in zijn ogen, alsof hij nog iets wil zeggen, maar hij draait zich om en loopt naar de deur. Net voordat hij de kamer verlaat, blijft hij stilstaan.
"Finn," zegt hij zonder me aan te kijken. Zijn stem trilt bijna onmerkbaar.
"Ja?"
Hij draait langzaam zijn hoofd, zijn blik schaduwachtig maar intens. "Vanavond. Vergeet wat ik zei. Ik maak tijd voor ons."
Voordat ik iets kan antwoorden, is hij de kamer uit. Mijn hart klopt luid in mijn borst terwijl ik de echo van zijn woorden hoor. Wat bedoelt hij precies? En waarom voelt het alsof er meer achter zit dan alleen ons?
Beneden roept Sofia weer, ongeduldig en ik dwing mezelf te bewegen, maar terwijl ik de trap afloop, kan ik Noah's blik niet uit mijn hoofd krijgen—dat gemengde verdriet en de spanning die hij zo zorgvuldig probeert te verbergen.
Als ik beneden kom, zie ik hem in de deuropening staan, rechtop, volledig gekleed in pak, met een blik op de horizon die niets verraadt en een bos chrysanten in zijn armen, maar ik weet beter.
Hij is bang voor vandaag. Voor de gevoelens van verlies. Dezelfde gevoelens waar hij het over had toen hij dronken was en ergens weet ik dat ik een kant van hem ga zien die ik nog niet eerder meegemaakt heb, maar een kant die ik zelf ook maar al te goed ken.
Een sombere kant, die hij niet zal kunnen onderdrukken. Hoe hard hij het ook probeert.
***
De weg naar de begraafplaats is rustig, maar de gevoelens van verdriet overstemmen de stilte zonder dat er woorden voor nodig zijn. Dia de Finados.
Langzaam maar zeker begin ik te begrijpen wat de betekenis is van deze dag en het raakt me. Het is niet alleen een rouwdag, maar ook een dag die in het teken staat van de vele herinneringen die je hebt aan de dierbaren die je verloren bent.
''Lieve Heer -'' begint Flavio het gebed. ''Op deze dag, precies veertien jaar geleden, werden wij gedwongen om afscheid te nemen van Marcos Moreno, meu irmão.''
Zijn stem trilt, wanneer hij spreekt. De witte chrysant die hij in zijn handen houdt hangt naar beneden door de kracht die hij uitoefent op de steel van de bloem. ''Je was meer dan alleen een broer voor mij; je was een licht, altijd bereid om vreugde, liefde en kracht te delen met iedereen die het nodig had. Ik mis je koppigheid, onze pokeravonden en de vakanties in Brazilië. Jij was voor mij de grote broer die ik nodig had. Mijn licht. Irmão, sinto sua falta."
Flavio legt de bloem neer bij de grafsteen, waar Marcos' naam in sierlijke letters gegraveerd staat en vouwt zijn handen in elkaar. Voor even is het stil, waarna Sofia naar voren stapt en het woord van hem overneemt.
''Meu vida, jij leerde mij het belang van de kleine dingen: de waarde van een oprechte omhelzing, het geluid van een lach in moeilijke tijden en de moed om uitdagingen met kracht te trotseren.'' Ik zie hoe ze moeite moet doen om haar emoties te controleren, zeker wanneer ze naar Noah kijkt, die naast mij zijn blik op de grafsteen gericht heeft. ''Ik mis je. Elke dag. Jouw liefde voor mij, voor Noah. Het wordt elk jaar moeilijker om je te vergeten. Noah begint op je te lijken; hij heeft jouw koppigheid en kracht in hem, wat het lastig maakt om mijn verdriet een plek te geven.''
De volgende woorden die ze spreekt zijn in het Portugees, gevuld met wanhoop en tranen. Sofia hurkt neer op haar knieën en legt haar handen op het graf. ''Obrigado por existir e tornar minha vida tão especial.''
Op het moment dat Sofia stopt met praten en de stilte opnieuw door ons heen snijdt, strijken Noah's vingers zachtjes langs de mijne in een kort moment van contact. Het is een eenvoudige aanraking, maar ik wéét dat hij er troost in zoekt. Een bepaalde vorm van veiligheid, die ik hem kan bieden.
Zonder iets te zeggen, beantwoord ik zijn contact; ik vouw mijn vingers om die van hem en ga dichterbij hem staan zodat onze schouders elkaar raken. Zijn hand trilt licht tegen de mijne, zijn kaak strak gespannen, alsof hij zijn verdriet probeert te beheersen.
De minuten die volgen, worden gevuld met de lieve woorden en herinneringen van Maria. Ze spreekt voor haar familie en deelt herinneringen aan Marcos van jaren geleden; het leven op de boerderij in Uberlândia, verjaardagen en zomervakanties vol plezier en vermaak; allemaal dingen die een beeld van Marcos schetsen.
Het was een man van daadkracht en afspraak is afspraak, maar ondanks zijn harde voorkomen, had hij een groot hart, iets wat ik in Noah kan herkennen; precies zoals Sofia verteld had.
''Amen,'' zegt de familie, waarna Sofia samen met Clara het graf schoonmaakt en Flavio en Noah wat kaarsen aansteken om naast de bloemen neer te zetten.
Het is een bijzonder gezicht, hoe Clara - nog zo jong en naïef - meehelpt om een man te herdenken die ze nooit gekend heeft en het laat een pijnlijk gemis achter in mijn borst. Het doet me denken aan mijn eigen jeugd: hoe het verlies van je familie je al op jonge leeftijd kan vormen.
Een ervaring waarvan ik hoop dat hij Clara bespaart zal worden.
''Noah?'' vraagt Sofia, die haar hand op zijn schouder legt. ''Het is tijd, meu bem.''
Noah knikt, waarna zijn vingers uit de mijne glippen en hij neerknielt voor het graf van zijn vader. ''Ik doe het liever alleen.''
Sofia's blik staat vol zorgen, wanneer ze hem aankijkt. ''Dat is goed, dan zien we je zo. Je weet waar we zijn.''
''Gaat hij niet mee, mama?'' vraagt Clara meteen, die bij haar vader op schoot klimt. Haar haren zitten naar achteren gevlochten met klipjes in de vorm van hartjes. Het is een lief gezicht. Ze is zich van geen kwaad bewust. ''We gingen toch kaarten?''
''Ja schat, strakjes,'' zegt Maria, die haar eigen tranen droogt met een zakdoek en Clara een aai over haar bol geeft. ''We zien hem zo weer.''
Noah werpt een vlugge blik over zijn schouder heen. ''Nee, wacht even.''
Hij staat op en loopt naar Clara toe, om vervolgens één van de chrysanten van de steel af te breken ''Bijna vergeten.'' Hij stopt de bloem weg achter haar oor. ''Zo ben je nog mooier, prinses.''
Clara knikt. De vermaakte glans in haar ogen neemt toe, wanneer ze enthousiast naar hem lacht.
''Ik zie je zo, goed?'' Noah knijpt in haar hand en laat deze dan weer los. ''Dan gaan we samen spelletjes doen.''
''Kom je met ons mee, Finn?'' vraagt Sofia dan, die me verwachtingsvol aankijkt.
Noah recht zijn rug en schudt vervolgens zijn hoofd. ''Nee, hij kan blijven. Ik heb gevraagd of hij mee wil bidden met de rozenkrans.''
Zijn reactie verbaast me. ''Maar ik heb toch geen -''
''In je broekzak,'' onderbreekt Noah me. ''Die ik je gegeven heb... vanmorgen, om te bidden?''
Ik voel in de zak waar Noah net mijn vingers geraakt heeft en trek er inderdaad een koord uit van een rozenkrans. De donkere kralen voelen koel aan in mijn hand, wanneer ik de ketting bestudeer. Hoe heeft hij het in mijn zak gekregen?
Sofia fronst, maar knikt daarna langzaam. Ondanks haar verdriet, trekt een voorzichtige lach haar mondhoeken omhoog. ''Dat is lief van je Finn.''
''Het is niets,'' zeg ik, wanneer ik wetende blikken uitwissel met Noah, die doet alsof zijn neus bloedt. ''Gaan jullie maar, wij redden ons wel.''
Sofia komt dichterbij en geeft me een kus op mijn wang. ''Dankje, dat je helpt. Ik waardeer het.''
De familie zwaait naar ons en loopt weg van het graf. De enige die nog achterom kijkt is Clara, die over Flavio's schouder onze kant uit tuurt, nieuwsgierig naar wat we gaan doen. Noah zwaait naar haar, waarna ze de hoek om verdwijnen, volledig uit het zicht.
Hij zucht. ''Je hoeft trouwens niet te bidden, als je dat niet wil. Ik wist gewoon niet wat ik kon doen, zodat je kon blijven. Meestal doe ik dit alleen.''
Zijn eerlijkheid vleit me. "Hoezo?''
Hij pakt me vast bij mijn pols en leidt me naar het graf van zijn vader, waar hij opnieuw neerhurkt. ''Ik bid normaal nooit hardop. Zeker niet over mijn vader.''
Mijn ogen dwalen af naar de kaarsen en bloemen die de grafsteen van Marcos versieren. Het graf lijkt bijna nieuw, alsof de Nederlandse vorst en regenachtige dagen geen invloed gehad hebben op de stenen.
''Ik bid wel met je mee, als je dat wil?'' stel ik voor. Ik ga naast Noah op het gras zitten en neem het kruis van de rozenkrans in mijn handen.
''Graag,'' zegt hij, waarna hij zijn eigen ketting uit zijn broekzak haalt. Hij lijkt nog wat te willen zeggen; zijn mond hangt open, maar dan bedenkt hij zich.
''Wat is er?'' Ik leg mijn hand op zijn been en kijk hem aan. Zijn blik ontwijkt de mijne.
''Het is gewoon - soms word ik emotioneel, maar dat gebeurt zomaar.'' Zijn bekentenis is als een stille fluistering, alleen bedoelt voor mij om te horen. ''Daarom doe ik deze dingen alleen.''
''Is dat waar je je zorgen over maakt?'' vraag ik, vol ongeloof. ''Noah, het is oké. Ik lach je niet uit, als dat is wat je denkt.''
''Nee, dat is het niet.'' Hij kijkt naar mijn hand op zijn been. ''Ik denk juist dat het goed is dat je erbij bent.''
''Maar?''
We kijken elkaar aan, langer dan normaal. Zijn ogen bestuderen de mijne in een adembenemende realisatie; hij wil dat ik hem zie. Dat ik met hem bidt. Dat ik hem troost.
''Ik wil het hardop doen, dit keer,'' zegt hij. Zijn beslissing is resoluut. ''Zodat je weet wat ik meegemaakt heb.''
Mijn adem stokt in mijn keel wanneer hij de woorden uitspreekt die ik nooit verwacht had en voor even is het stil. Het enige geluid wat we horen, het getjirp van de vogels en de warme zomerbries die door de bomen waait.
Het lukt me niet om te reageren of te zeggen wat zijn besluit met me doet. In plaats daarvan verplaats ik mijn hand van zijn been af naar de rozenkrans in mijn schoot.
''In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest,'' zeg ik, terwijl ik een kruisteken maak.
Noah lacht, richt zich op zijn eigen rozenkrans en doet hetzelfde, ''Amen.''
Voordat we beginnen aan de rozenkrans, vertelt Noah me alles; over zijn tijd in Brazilië op de boerderij van zijn vader, de sterke band die ze samen hadden, de keren dat ze samen bakten - waar Sofia me al eerder wat over verteld had - zijn vaders plotselinge overlijden en de impact van het verlies en de verhuizing naar Nederland die daarop volgde. Hoe ze ervoor kozen om Marcos in Nederland te begraven; in Wouddorp, dichtbij hun gezin en hun nieuwe leven in dit vreemde land.
Ik hang aan zijn lippen en luister naar de verhalen; volledig in de ban van zijn vorige leven; een leven dat zo anders is dan het mijne, dat ik me er amper wat bij voor kan stellen. Soms praat hij over zijn vader alsof hij nog leeft en er niets verandert is; alsof Marcos naast hem staat; zijn hand op zijn schouder laat rusten en meeluistert.
Ik heb Noah nog nooit zo gezien.
Ik lach met hem. Ik huil met hem, de rozenkrans halverwege zijn verhaal volledig vergeten. We blijven nog een tijdje zitten, in stilte, de rozenkransen losjes in onze handen. Het voelt niet ongemakkelijk of zwaar. Het voelt juist vredig, alsof we iets hebben gevonden wat we allebei zochten.
Wanneer de zon langzaam te heet begint te worden en het gouden licht over het graf valt, pakt Noah mijn hand. "Laten we teruggaan. Ze wachten op ons voor het eten."
Ik knik, maar voordat ik opsta, kijk ik nog een laatste keer naar het graf van Marcos. "Dank je," fluister ik zacht, alsof hij me kan horen. "Voor alles wat je voor Noah betekende... en nog steeds betekent."
Noah glimlacht zwakjes en trekt me overeind. Dan lopen we weg, een beetje lichter, een beetje sterker en met het gevoel dat we iets bijzonders hebben gedeeld wat ons dichter bij elkaar heeft gebracht.
***
De rest van de dag vliegt voorbij, wanneer de formele rituelen tot een eind komen. We eten met de familie - een uitgebreid buffet vol Braziliaanse gerechten, waaronder een paar favorieten van Marcos en spelen spelletjes met Clara. Noah verliest meerdere keren met Mens Erger Je Niet en met kaarten, maar ergens heb ik het idee dat hij het expres doet, zodat hij Clara kan laten winnen.
Het is heerlijk om hem te zien, omringd door zijn familie. Ik merk dat hij relaxt is, sinds we terug zijn van de begraafplaats, alsof een zware last van zijn schouders gevallen is. Hij lacht vaker dan normaal en praat veel, ook één op één op de veranda buiten, met Flavio, waarschijnlijk over zijn vader.
De gemoedelijke sfeer in huis is precies zoals Noah zijn thuis in Brazilië beschreef: druk en gezellig, maar ook warm. Ik besef me maar al te goed hoe bijzonder het is, als ik denk aan Anna. Wij hebben alleen elkaar nog.
Aan het eind van de avond draait Sofia wat oude cd's van Pearl Jam en Nirvana - de favorieten van Marcos, maar het valt me op dat de muziek Noah ook raakt, wanneer hij luistert naar de bekende melodieën van Heart-Shaped Box. Hij zit op de bank en tikt mee met de beat; een rietje van Clara's Fristi in zijn handen.
''Nooit gedacht dat alternatieve rock je ding was,'' zeg ik, wanneer ik naast hem ga zitten. ''Je blijft me verassen.''
''Omdat jij me elke keer betrapt als ik iets doe wat niet voor jouw ogen bestemd is,'' zegt hij plagerig. ''En dat gebeurt veel te vaak.''
Ik lach om zijn aanname en steel het rietje uit zijn handen. ''Ik heb vroeger wel eens drumlessen gehad, maar dat is echt heel lang geleden.''
''Jij en drummen?'' Noah ligt in een deuk. ''Je maakt een grapje, toch?''
''Nee! Serieus!'' Ik doe wat technieken voor die ik geleerd heb toen ik jonger was. ''Nou goed?''
Noah komt haast niet meer bij. ''Ik geef je performance een twee van tien.''
Ik lach met hem mee en leg het rietje weg. ''Alsof jij het beter kan.''
''Dat zei ik niet.'' Noah houdt zijn handen omhoog uit onschuld. ''Ik speel gitaar, maar dat is het ook wel.''
Ik denk terug aan de avond met Fay en Wouddorpse Waarheden, waar hij zoiets gezegd had. ''Speel je nog steeds, dan?''
''Af en toe. In huis eigenlijk niet, omdat mijn ma dan een hartaanval krijgt.'' Zijn ogen vinden zijn moeder aan de andere kant van de woonkamer, genietend van de muziek. ''Maar niet zo goed hoor.''
Ik wil hem nog een vraag stellen, maar de muziek versnelt, waardoor ik afgeleid wordt door de tekst. I've been locked inside your heart-shaped box for weeks.
''Heb je eigenlijk nog wat van Sander gehoord, over de doos van David?'' vraag ik.
Noah knikt. ''Ja, ik heb hem er na het festival nog naar gevraagd, maar hij zou er nog naar kijken.''
''Dus hij kreeg hem niet meteen open?'' Een gevoel van teleurstelling bedrukt me.
''Nee, maar hij heeft wel wat theorieën. Iets uit de renaissancetijd of een Chinese puzzeldoos.'' Noah haalt zijn schouders op. ''En hij denkt dat er een combinatieslot aan de binnenkant zit, dus ook al krijgen we de buitenkant open, hebben we nog steeds een cijfercombinatie nodig.''
Wat hij uitlegt klinkt extreem ingewikkeld. ''Dus eigenlijk missen we informatie?''
''Ja en met de brand weet ik niet of we nog wat terug gaan vinden,'' zegt Noah. Zijn blik verzacht wanneer hij ziet dat ik teleurgesteld ben. ''Maar we hebben zijn horloge gelukkig nog en de lijst met namen uit het notitieboek. Misschien kunnen we daar wat mee?''
Ik knik, maar de realiteit slaat in als een bom: misschien komen we er helemaal niet achter wat David ons probeert duidelijk te maken. ''Ik dacht gewoon -" maar ik kan mijn zin niet afmaken.
Maria loopt naar ons toe en ploft naast Noah neer op de bank. "Valt hij je nou nog steeds lastig, Finn? Want als hij vervelend wordt, moet je hem gewoon een schop geven hoor.''
Noah kijkt meteen op en protesteert met een quasi-verontwaardigde toon. "In tegenstelling, zelfs. Finn valt mij lastig.''
Maria lacht en schudt haar hoofd. ''Is dat wat je jezelf wijsmaakt als je op de bank zit, terwijl je de stallen vergeet?''
Noah's ogen worden groot van besef. ''Shit! Ik moet nog afsluiten!''
''Liever dat, dan het bekijken van je vaders videotapes.'' Maria grijnst en pakt de afstandsbediening van de tv vast alsof haar leven er vanaf hangt. ''Of dacht je dat we die dit jaar over zouden slaan?''
Noah weet niet half hoe snel hij de afstandsbediening van haar terug moet stelen, maar het lukt hem niet, omdat Maria de tv al aangezet heeft en de batterijen uit het apparaat gehaald heeft. ''Dacht het niet, vriend!''
''Oh, fuck dit. Moet dat echt, met Finn erbij?'' Noah's natuurlijke ergernis keert terug in zijn stem. ''Eerst die verhalen tijdens Trivial Pursuit, dan dat koeienpak en nu ook nog mijn pa's video's? Jullie zijn echt duivels.''
Sofia reageert op het kabaal en gaat bij ons zitten op één van de grote fauteuils. ''Daarom doen we het als jij er niet bij bent, lieverd.''
Noah schudt lachend zijn hoofd. ''Oké, ik snap alweer waar ik sta. Laat die zooi dan maar aan hem zien, maar ik ga me omkleden en de stal afsluiten.''
Maria staat op en loopt naar de tv toe, waar ze een oude tape in de videorecorder stopt. ''Als je maar weet dat we de gênante momenten niet overslaan.''
Clara klimt bij Sofia op schoot, al volledig gekleed in haar pyjama. ''Gaan we weer kijken, oma?''
''Tuurlijk!'' Sofia haalt een hand door Clara's wilde haren, waar de vlechtjes plaatsgemaakt hebben voor een paardenstaart. ''Maar daarna gaan we naar bed, hè schat?''
Wanneer de rest van de familie bezig is zich voor te bereiden op de beelden die we gaan zien, leunt Noah onverwacht dichter naar me toe. ''Ik kom vanavond nog even naar je toe,'' fluistert hij zacht, zodat alleen ik het kan horen. ''Want iemand zei dat ik tijd vrij moest maken.''
Zijn hand glijdt gevaarlijk langs mijn onderrug, als hij opstaat, maar niemand lijkt wat te merken van onze onderlinge verlangens. De belofte brengt een warmte in me teweeg, maar voordat ik iets kan zeggen, is hij al naar boven verdwenen.
Maria kijkt hem na wanneer ze terugloopt naar de bank en naast me gaat zitten. "Je hebt een goede invloed op hem, Finn," zegt ze, met een warme blik in haar ogen. ''Je zou hem normaal een moeten zien als we deze beelden terugkijken. Wat doe je toch met die jongen?''
Ik wil haar een oprecht antwoord geven, maar weet dat ik dat niet kan zonder wat vrij te geven over onze gevoelens voor elkaar. ''Niets bijzonders, eigenlijk, maar we hebben wel gepraat vanmiddag en gisteren.''
''Ja, daar wilde ik je nog voor bedanken, eigenlijk.'' Ze richt haar aandacht op Flavio, die met een dienblad vol popcorn en andere snacks de keuken uit rolt in zijn rolstoel. ''Flav vertelde me dat hij je gevraagd had om met Noah te praten. Ik ben blij dat hij zichzelf weer is.''
"Ik weet niet of dat aan mij ligt," zeg ik eerlijk. "Maar het is fijn om hem zo te zien. Anders dan toen we elkaar voor het eerst ontmoetten."
Maria lacht zacht en knikt. "Daar moest ik even aan wennen, ja. Iedereen denk ik. Ik dacht echt dat jullie elkaar nooit zouden uitstaan, gezien de ruzies in het begin."
"Ik ook," geef ik toe, met een kleine lach. "Maar het blijkt dat we meer gemeen hebben dan we dachten en nu... nu snap ik wat je bedoelde. Waarom iedereen hem het voordeel van de twijfel geeft."
Maria knikt en leunt ontspannen tegen de bankleuning aan. "Dan ken je hem beter dan de meesten.''
Ik voel een lichte kleur naar mijn wangen trekken en glimlach terug. "Hij heeft goede intenties. Dat zie ik nu wel.''
Maria kijkt omlaag en frummelt wat met haar vingers. ''Het is jammer dat je weggaat. Je hebt meer invloed op hem dan je denkt."
Haar opmerking is er een die me al dagen bezighoudt, maar ik besluit er niet al te lang bij stil te staan. ''Gelukkig ben ik er nog even.''
Sofia legt haar hand op mijn schouder. ''Gelukkig wel, ja. Bij wie kan ik Noah anders af en toe belachelijk maken?''
Ik lach met haar mee, waarna de videotape begint af te spelen. Flavio deelt de snacks uit, waar ik maar al te graag van geniet na deze lange dag. Dan kijk ik naar de beelden die zich afspelen; bevestigingen van meerdere verhalen die Noah mij vanmorgen op de begraafplaats verteld heeft; beelden van een jonge Noah. Een blije Noah. Een Noah die geen omkijken had naar de wereld of het gewicht wat hij op latere leeftijd moest leren dragen.
De Noah die Sofia bedoeld had, de ochtend dat we pasteitjes maakten.
Het is een andere Noah dan die ik ken, maar het zijn mooie beelden die zijn jeugd illustreren;
Beelden van een jonge Noah in zijn peutertijd, die de wereld leert kennen; vakanties op het platteland, zwemmen in het grote meer naast zijn geboorteplaats, de dieren en de boerderij van zijn thuis in Brazilië.
Beelden van Marcos, die gitaar speelt op de veranda, terwijl Noah naast hem zit en probeert de akkoorden na te spelen op zijn kindergitaar, maar ook beelden van een jonge Maria en Flavio op hun trouwdag in Nederland; beelden waar Flavio nog liep. Ik zie hoe ze de familie raken. Hoe Maria de hand van haar man tot moes knijpt, denkend aan een tijd die geweest is.
De video die me nog het meest raakt is er een van een jonge Noah, die moet huilen op het moment dat zijn zelfgemaakte vlieger door een windhoos weggevoerd wordt, hoog de lucht in. Marcos is er om hem te troosten; hij tilt hem op zijn schouders en wijst naar de lucht, terwijl hij Noah vertelt over God en hoe de vlieger goed terecht zal komen.
Ze lijken op elkaar. Noah en zijn vader. Dezelfde houding; dezelfde blikken en soms zelf dezelfde uitspraken.
Ik begrijp Sofia's woorden bij de begraafplaats nog beter dan eerst. Noah begint steeds meer op zijn vader te lijken, dat de herinneringen aan deze tijd - de tijd van de videotape - elke dag verser worden in haar gedachten.
Wanneer de video stopt, blijven we nog even in stilte zitten, terwijl de herinneringen in de kamer hangen als de geur van verse popcorn. Ik weet niet of ik wat moet zeggen, of wat ik eigenlijk zou willen zeggen, maar wat ik wél weet, is dat Noah meer voor zijn familie betekent, dan woorden kunnen uitdrukken.
En als ik hem vanavond zie, ga ik het hem zeggen.
***
Dat was het weer; hoofdstuk 17. Dia de Finados... en wat zal er nu volgen? Finn's tijd op de boerderij loopt op een eind, dus wat als de boerderij af is en hij wegmoet?
Vraag: In dit hoofdstuk leren we meer over Noah, zijn jeugd in Brazilië en de persoon die hij erdoor geworden is. Wat vinden jullie dat Noah, nu echt Noah maakt?
xx Claire
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top