Hoofdstuk 7
'Ik zou zo graag echt willen worden,' zeurt Emily.
'Ja ik ook....'
Ik snap nog steeds het verschil niet tussen echt zijn en nep zijn. Ik geloof dat de twee meiden beiden gewoon kunnen nadenken en kunnen bedenken wat ze doen. Het enige verschil is dat ze pas bestonden vanaf hun achtste. Hun jeugd hebben ze gemist.
'Hebben jullie überhaupt ouders?' vraag ik.
'Nope,' zingen ze in koor.
'Waarom niet?'
'Omdat jij dat niet in je droom bedacht hebt.' Ze zuchten.
'Sorry,' zeg ik, terwijl ik weet dat ik er niks aan kon doen.
We lopen met z'n drieën naast elkaar op de weg. Er zijn geen auto's te bekennen, maar wel paarden met wagens. Ik strompel een beetje en kijk af en toe angstig om me heen, bang dat er opnieuw een nachtmerrie uitkomt.
'We moeten hier weg,' mompel ik. 'Ik wil hier niet mijn hele leven doorbrengen....'
'Nah. Als je hier vijf jaar leeft, dan een je wel aan de enge mensen.'
Ik twijfel of dat ooit gaat gebeuren. Een dag geleden, toen de spinnen-aanval was, zag alles er eerst doodnormaal uit. Maar sinds de spinnen-aanval zijn er tientallen mensen die ineens veranderen in een soort geesten met zwarte ogen. Emily en Belle hebben me uitgelegd dat het betekent dat ze boos of kwaad zijn, net zoals zij waren in mijn nachtmerrie.
'Zullen we mentaal bellen?' vraagt Emily.
'Mentaal?' vraag ik. 'Ga je dan een soort yoga doen om te communiceren met iemand?'
'Ja!' roepen de ninja-girls in koor. Ik kan me niet voorstellen dat deze twee hypere meiden aan yoga of mindfulness doen.
'Oke, wij gaan het je leren. Op deze manier kun je communiceren met mensen op een andere plaats. Het enige wat je hoeft te doen is je ogen dicht doen en je te ontspannen.'
'Ontspannen?'
'Ontspannen....' ze zeggen het alsof ze al aan het dromen zijn.
Ik doe mijn ogen dicht en ontspan me. Er gebeurt niks, in tegenstelling tot Emily en Belle. Ik kijk door mijn wimpers en zie hoe ze met hun geesten deze wereld verlaten. Ze lijken niks door te hebben, zelfs niet als er vliegen over hun hoofd kruipen.
Ik doe mijn ogen dicht en probeer me te ontspannen. Dan voel ik hoe ik me verplaats en terecht kom ik een enorme kamer.
'Jana!' het is je gelukt! We wisten niet eens dat het kon bij echte mensen!'
Ik sta vertrooid op. Alles draait om me heen en ik zie wazig.
'Wie is da?' vraag ik en ik staar naar een lange jongen met coole, zwarte haren. Hij doet me een beetje denken aan een piraat met een wild uiterlijk.
'Ik ben Colin,' zegt de jongen. Of moet ik man zeggen? 'Het is een eer u te ontmoeten, Hare Majesteit.'
'Ben jij ook nep?'
'Jep. Jij hebt ooit over me gedroomd.'
'Aha.' Ik staar met open mond naar de knappe jongen. Hij heeft een donkerblauw leren jasje aan en een zwarte leren broek. Zijn ogen zijn helderblauw, precies de kleur die bij hem past.
'Hoe mag ik uw noemen, Hare Majesteit?'
'Uhm.... Uhmm,' hakkel ik. 'N-noem me m-maar Jana.'
'Oke Jana, dus jij bent mijn schepper?'
'Zo zou je het wel kunnen zien ja.' Ik recht mijn rug en kijk om me heen. De muren zijn wit, de tafels zijn wit, de schilderijen zijn wit.... Alles is wit.
'Zijn er geen deuren?'
'Nope,' zeggen de drie in koor. Ik vraag me af of Colin een broer van de twee meiden is.
Aan de andere kant van de kamer zie ik twee andere mensen met elkaar praten. Ik hoor ze sippe woordjes mompelen, zoals: 'ga je missen. Denk aan je. Niet dood gaan in deze rare periode.'
Dan beginnen de muren te verplaatsen. Ik druk mijn voeten in de grond om niet om te vallen.
De muren komen steeds dichter naar ons toe.
En ik heb Claustrofobie. Dit is mijn derde nachtmerrie.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top