Hoofdstuk 4
Een stekende pijn dringt tot me door. Het is als duizenden messen die in me steken, zo pijn doet het. Ik wil weg hier. Ik heb genoeg van Hades' vieze handen die nog altijd rondjes op mijn lichaam cirkelen en zijn perfecte gezicht.
De pijn gaan van mijn tenen tot mijn hoofd en weer terug. Ik heb vroeger geleerd dat er signalen van je lijf naar je hersenen gaan en weer terug als je pijn lijd. Nou, ik weet zeker dat die signalen bij mij tweehonderd kilometer per uur gaan.
Ik schreeuw het dan ook uit van de pijn.
Alleen is het niet mijn lijf die schreeuwt, maar mijn gezicht die in Hades' handen bungelt. Hij houdt mijn onthoofde gezicht vast en mijn ogen staan richting mijn lichaam die onder het bloed zit. Ik wil mijn ogen afwenden, maar ik ben weerloos in zijn handen. Hij houdt me bij mijn haren vast, wat blijkbaar een gewoonte van hem is.
'Vertel me,' zegt hij kalm. 'Wie is de grootste leider ooit? Wie is de moedigste der Olympiërs?'
'Hades,' krijs ik van de pijn.
'Nog een keer.'
'Hááduuhs!' ik jammer en stoot vreemd kreetjes uit.
'Wie verliest er nooit? Wie is er beter dan zijn broer Zeus?'
'Hááduuhs!'
'Waar ga jij zo naartoe als ik in mijn vingers knip?'
'Geweldige plek!' de tranen stonden in mijn ogen.
Ik bungelde naar mijn eigen lichaam toe. Hades zette mijn hoofd op mijn lichaam. Meteen groeide het weer aan. Ik voelde hoe mijn bloedende huid van mijn nek aan mijn hoofd groeide.
Ik was ont-onthoofd.
Ik recht mijn rug als hij me kritisch aankijkt. De pijn is weg.
Ik zie hoe hij zijn vingers over mijn lippen laat gaan. Hij haalt zijn vingers door mijn blonde haren en kijkt me wreed aan.
Dan knipt hij in zijn vingers. En weg ben ik.
☼︎☼︎☼︎☼︎☼︎☼︎
Ik word wakker op een verdort grasveld. Mijn ogen moeten nog wennen aan de zonnestralen.
Ik krabbel overeind en kijk om me heen.
Het eerste wat me opvalt, is het nerderige gezicht van een oude man. Hij heeft een rond brilletje en drie scheve tanden, waar hij eng mee glimlacht.
Hij kijkt me aan alsof hij in in geen tijden een mens heeft gezien met blonde haren.
'Welkom in uw persoonlijke onderwereld. Ik ben Rut en ik ben uw gids in deze nachtmerrie.' Hij buigt en staart me met een scheef hoofd aan.
Ik snuif. 'En waar mag loser Hades me wel niet naartoe gestuurd hebben?'
Ruts tanden worden zwart. Hij kijkt me boos aan. 'Hoe durft u de heer van de Onderwereld zijn naam uit te spreken?'
Ik rol met mijn ogen. 'Hades. Hades. Hades. Hades. Hades. Hades.' Ik snuif.
De nerd komt dichterbij. Hij staat op een paar centimeter afstand als hij zegt: 'De heer hoeft niet aangesproken te worden bij zijn naam. Noem hem "de heer".'
Zijn tanden worden weer geel als ik rustig knik. Stiekem rol ik net mijn ogen als hij me bij mijn haren meetrekt naar een kamp.
'Dit is Kamp Nachtmerrie. Hier wonen allemaal neppe mensen, net zoals ik. Jij bent de enige échte persoon hier. De rest komen uit je dromen: dromen die je gehad hebt in je sterfelijke leventje.'
Ik knik alsof ik er ook maar íéts van begrijp. 'Dus u bent nep? Iedereen hier is nep?'
'Nou, nep zou ik technisch gezien niet zeggen,' zegt de nerd op een nerderige toon. 'Eigenlijk zijn wij een soort massa's die eruit zien zoals jij in je sterfelijke leventje hebt gedroomd. Wij bestaan omdat jij het hebt gedroomd.'
'Ik heb ooit gedroomd dat ik vloog, gaat dat nu ook echt gebeuren?'
Hij kijkt me vanonder zijn brilletje aan. Zijn zwarte haren vallen eroverheen, waardoor hij nauwelijks iets zou moeten kunnen zien.
'Ik vrees dat dat niet het geval is. Hades heeft bedacht dat alleen uw náchtmerries uitkomen.' Hij zegt het alsof ik dom ben en dat zelf ook wel zou moeten snappen.
Ik snuif. 'Maar dit wat wij nu aan het doen zijn, dat heb ik toch niet gedroomd?'
'Neen. Alleen de gebéúrtenissen vinden hier plaats. Zoals steeds opnieuw dood gaan of mensen verliezen.'
'Ik snap er niks van.'
'Hoeft ook niet. Een mens dient gewoon te accepteren dat er hogere machten zijn die over hen beslissen.'
'Dus de goden van de Olympus zijn echt?'
'Ja, maar alleen Hades, Poseidon en Zeus. De rest van de goden hebben de mensen er zelf bij bedacht.'
Hij leidt me het kamp in. Ik zie eigenlijk niet veel bijzonders, alleen werkende mensen en ouderen die op hun terras zitten.
'Veel sterkte,' mompelt de nerd. 'Oh en, ik was nog vergeten te zeggen dat uw nachtmerries over drie seconden ingaat.'
Drie.
Twee.
Een.
De helft van de mensen waren veranderd in reusachtige spinnen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top