Hoofdstuk 32
Hades deinst terug als hij de duistere schim ziet. Het is een grote, prachtige man die waarschijnlijk zijn hele leven in de sportzaal heeft doorgebracht.
Mijn wens is gelukt. Er is hulp gekomen.
'Zeus...' zegt Hades terwijl hij duidelijk zijn angst probeert te verbergen.
'Jodio broer,' is het enige wat de man (of god) zegt, terwijl hij op zijn dooie gemakje naar ons toe loopt.
'Hoorde ik dat iemand mijn hulp nodig had met het vermoorden van mijn broer? Nou, hij heeft al 20 jaar geen goden meer kunnen doden: de perfecte kans voor zijn vijandelijke broer om in te grijpen dus!'
Hij doet alsof Hades er niet bij staat en heeft het alleen tegen mij.
Ik heb geen idee wat ik moet doen. Knielen? Buigen? Net doen alsof hij normaal is?
'Ik b-ben Jana,' zeg ik stotterend, terwijl ik mijn rug recht. 'Ik weet een geheim: Uw broer kan U niet pijn doen.'
'Lieve, lieve kleindochter,' begint Zeus. 'Dat wist ik allang! Ik ben de oppergod: ik weet alles!'
'M-maar... Waarom liet u hem dan met rust?' Ik kan nog steeds niet geloven dat deze god de vader van mijn vader is.
Hades staart nog steeds geshockeerd naar Zeus en mij. Er staat angst in zijn ogen, omdat hij wéér dat Zeus hem alles kan doen, en hij hem niets kan doen.
'Ik was wel van plan om hem op te zoeken hoor,' zegt Zeus licht geïrriteerd. 'Maar ik had het gewoon druk en er geen tijd voor.'
Ik herinner me de woorden van mijn vriendin: Een jaar voor hem, is een dag voor ons.
Ik denk dat dat maakt dat Zeus nog niet bij zijn vijand op bezoek is geweest, omdat deze twintig jaar voor mij, twintig dagen voor hem zijn.
Hades loopt angstig achteruit als Zeus op hem af komt sluipen. Ik zie nu beter hoe hij eruit ziet. Zeus heeft donkere haren en enorme spierballen. Tussen zijn twee blote schouderbladen zie ik een bliksemschicht, waarschijnlijk omdat hij de god van de bliksem is.
'Broertje, broertje. Je hebt gefaalt,' zegt Zeus en ik glimlach naar Emily als Zeus een aanval op Hades doet. Hades krimpt in elkaar als een magische bliksemschicht zijn lichaam bereikt. Een normaal mens (of kwartgod zoals ik) zou dood zijn gegaan door de stroom, maar het blijft een feit dat Hades niet dood kan.
'Wat moet ik met jou aan?' sist Zeus. 'Je moet je taak nog kunnen vervullen: over de onderwereld heersen. Maar je moet niemand pijn kunnen doen....'
Ik hoor de brommende stem van Belle uit de kooi: 'Wie is dat?'
Ik kijk gespannen naar Zeus, bang hoe hij zal reageren op zo'n onbeleefde vraag.
'Zeus,' is het enige wat hij zegt. 'Ik ben Zeus.'
'Dé Zeus?' bromt Belle ongelovig en enthousiast. 'U bent echt cool!'
Ik vraag me af hoe ze zo durft te praten tegen de oppergod. En het is niet eens familie van haar!
Hades waagt het om tegen Zeus' hoofd te slaan, maar Zeus geeft geen kick. Belle juicht als ze ziet dat haar opsluiter niets kan maken tegen zijn broer. Emily juicht ook.
'Zeus! Zeus! Zeus!' roepen ze, totaal niet bang dat hij kwaad zal worden en bliksemschichten op hen neer zou laten vallen. Gelukkig lijkt Zeus me wel een coole gast, al vind ik wel dat het nutteloos is om je hele leven in de sportzaal door te brengen.
Zeus slaat weer tegen Hades aan. Hij vuurt in twee seconden honderden bliksemschichten tegelijk op hem af. Hades' lichaam schokt op en neer van de schokken. Hij schreeuwt het uit van woede.
'Broertje, ik weet een lot voor jou. Je zal opgesloten zitten terwijl je mag heersen over de onderwereld. En daarnaast zal ik er persoonlijk voor zorgen dat je nooit meer iemand kan opzadelen met een vreselijk lot zoals je bij mijn kleindochter hebt gedaan!'
Hades staart ongelovig naar zijn broer. Mensen laten lijden is zijn geluk, en dat wordt nu van hem afgepakt. Ik glimlach en ben mijn opa eeuwig dank verschuldigd.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top