Hoofdstuk 13
Alweer het 13e hoofdstuk! Wat vinden jullie ervan en zijn de lengtes van de hoofdstukken goed? Vergeet niet dat ik dit boek een half jaar terug heb geschreven en het dus niet zo goed is als m'n nieuwe boek CHASED. Bedankt voor iedereen die dit boek leest!
'Ik.... Ik ben ziek?'
'Ja. Als het goed is....' Ze wijzen naar mijn been. 'Dat is het eerste kenmerk.'
'Wat voor ziekte dan?'
Ze halen hun schouders op.
Ik denk angstig na. Vroeger was ik inderdaad erg bang voor ziektes, vooral dat het besmettelijk was en dat ik al mijn vrienden en familie aanstak. Ik was bang dat ik duizenden bulten zouden krijgen over mijn hele lichaam en vervolgens aan een pijnlijke dood zal sterven. Ook was ik bang voor suikerziekte. Het leek me altijd vreselijk dat ik mezelf altijd spuitjes moest geven.
'We moeten hier echt weg,' mompel ik angstig, maar het is makkelijker gezegd dan gedaan. 'Als we hier weg komen, gaat het weg.'
De meiden knikken en ik zie de radartjes in hun hoofden draaien. Ze peinzen ergens over en verbergen iets.
'Wat is er?'
'Nee niks,' zingen ze in koor. Aan de toon kan ik horen dat er toch wel écht iets is. Ik kijk ze streng aan.
'Oke dan. De heer bood aan dat als jij zijn speeltje nog een dag mocht zijn, hij je ziekte laat verdwijnen.'
Ik huiver bij de herinnering aan die boeien en zijn vieze handen. Die gebeurtenis heb ik geprobeerd ver weg te stoppen en er niet meer over na te denken. Als ik er aan denk, voel ik die vreselijke sfeer weer en die vreselijke handen op mijn....
'Ik ga akkoord,' piep ik, omdat ik weet dat het het beste is om te doen. 'Als ik naar hem toe mag, kan ik misschien een uitweg vinden.'
De drie knikken. Hun gezichten staat pijnlijk en medelevend, alsof ze kunnen ruiken dat ik het eigenlijk verschrikkelijk vind. Dan bied Colin aan om een spelletje te spelen, waarschijnlijk om me af te leiden.
'Moeten we het hem niet laten weten?' vraag ik, maar dan dringt het tot me door dat hij een god is. Hij kan alles zien en alles weten.
'Nope,' zegt Belle en ze begint de kaarten te schudden.
☼︎☼︎☼︎☼︎☼︎☼︎☼︎☼︎☼︎☼︎☼︎☼︎☼︎
Drie dagen later heb ik een nachtmerrie, wat eigenlijk onmogelijk is omdat ik in de wereld van mijn nachtmerries leef. Al sinds ik dood ben, droom ik niet meer. Slapen gaat nog wel, maar dromen lukt niet meer.
'De ketting,' fluistert iemand met een rond brilletje. Hij komt me bekend voor, al kan ik niet helemaal thuisbrengen waarvan.
'De ketting. Zit het veilig opgeborgen?'
'Welke ketting?' snuift Hades. Ik krijg de rillingen van zijn stem. Hij en de bekende nerd staan naast elkaar, en ik sta om het hoekje van de muur ze af te luisteren.
'Die ene, waar je een wens mee mag doen?' hakkelt de nerd angstig. Ik kijk hem vol medeleven aan. Hij zal wel doodsbang moeten zijn, aangezien Hades iedereen die hem in de weg staat peinigt.
'Ja, tuurlijk. Waarom begin je daar ineens over?' Hades lijkt nu wel héél boos te worden.
Ik schrik als de nerd zijn blik op mij richt en naar me knipoogt. Hij weet dat ik hier sta en dat ik hen afluister.
'Oke, dan ben ik hier klaar,' zegt hij.
'Nee dat ben je niet!' brult Hades. Zijn harde stem veroorzaakt honderden echo's die door de gangen van dit kastelen galmen.
'Je bent pas klaar als ik dat zeg! Vergeet niet wie ik ben! Ik ben de heer van de onderwereld!'
'Ja, meneer,' piept hij angstig. Hij kijkt me nog een laatste keer aan voordat Hades hem met één beweging afslacht. V-i-n-d d-e k-e-t-t-i-n-g, fluistert hij nog en daarna valt hij als een zak op de grond. Hij is niet dood, maar heeft vast hevige pijn.
Ik schrik wakker en begin te hijgen. Hoe kon dat? Hoe kon ik een nachtmerrie hebben?
'Wat is er?' hoor ik de slaperige stem van Colin zeggen. Hij ligt op een matje, net als Emily. Belle ligt naast mij in bed.
'Nachtmerrie,' zegt ik hijgend.
'Kan niet,' zegt Colin en hij doet het magische licht aan. Meteen beginnen Emily en Belle hevig te demonstreren.
'Meiden, wakker worden.' Hij klapt in zijn handen.
'Dit is niet nodig hoor,' zeg ik.
'Precies,' bromt Belle en ze wrijft de slapen uit haar ogen.
'Jana had een nachtmerrie.' Meteen zijn Belle en Emily klaarwakker.
'Dat kan niet,' zegt de bruine Emily. Zelfs haar pyjama is bruin. 'Je bent in een onderwereld. Dan kun je niet dromen.'
'Precies. Het moet een visioen zijn,' mompelt Colin gespannen. 'Wat gebeurde er?'
'Er was een man die me bekend voorkwam. Ik geloof dat het mijn gids was die me door deze wereld leidde. Hij.... Hij had het over een ketting en een wens....'
'Tuurlijk!' zegt Colin opgewonden. 'De ketting van Hephaistos! Die van de mythologie!'
'Ik ben erg goed in mythes, maar van de ketting van Hephaistos heb ik nog nooit gehoord.'
Colin staat op. 'We moeten het gaan zoeken.'
'Hohohohohoh,' zegt Emily. 'Waar heb je het over?'
'Mijn vader, de piraat, vertelde altijd over de ketting van Hephaistos. Het kan je drie wensen laten doen en we zouden met z'n allen uit deze wereld kunnen komen. We moeten het vinden.'
'Oke,' zeg ik. 'Maar hoe komen we in het kasteel van Hades?'
'Zeg zijn naam niet!' sist Colin. 'Anders krijgt hij argwaan.'
Ik sla een hand voor mijn mond.
'Ik ben bang dat we het bij het plan moeten laten. Jij wordt zijn speeltje en probeert de ketting te bemachtigen. Ik gok dat het in het kluis ligt, een enorme kamer vol met geld en speciale mythische voorwerpen.'
Ik knik en word al een stuk minder bang voor dat moment. Het zou het moment kunnen zijn dat ik een uitweg ga vinden!
Dan voel ik hoe er een bult begint te groeien op mijn buik. Mijn enthousiasme ebt weg en ik bedenk me dat de tijd tikt voordat deze ziekte me te veel word en het een vreselijke pijn wordt....
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top