Hoofdstuk 5
Misschien begon ze te gillen, maar misschien klonk dat geluid alleen in haar hoofd. Ze had Silvines executie bijgewoond, ze had haar hoofd van haar lichaam gescheiden zien worden. Ze had in Silvines dode ogen gekeken terwijl ze zwoor de baron te wreken door hem te vermoorden. Ze had in deze ogen gekeken toen ze dat deed.
Alannah wist zeker dat ze ging gillen toen iemand de persoon voor haar in het gezicht sloeg. De persoon viel daarop bewusteloos op de grond. Het was dus ook geen geestverschijning van Silvine, of Alannah begon echt te hallucineren. Gillend werd ze door de vallende bewusteloze persoon naar de grond getrokken.
Waarschijnlijk stopte ze met gillen toen ze baron Deacon zag, die haar uit de armen van de persoon losmaakte. Maar het geluid van haar gil bleef door haar hoofd galmen. Ze wist van niets meer of het echt was. Ze had zojuist de doden zien leven. In een hallucinatie of niet, het bleef schrikbarend.
Ze merkte pas laat dat ze in de barons armen hing. Dat ze vermoeid haar hoofd op zijn schouder had gelegd. De deuren die de balzaal met de gang verbonden doemden voor Alannah op. Verschrikt tilde ze haar hoofd op. Ze wilde niet zo op de man hangen die haar familie heeft laten vermoorden. Of in ieder geval zoals ze tot vandaag dacht.
Ze liet Deacons armen los en deed haar best zelf naar de deur te lopen. Maar haar benen trilden, en nu pas drong ook de pijn van haar wonden tot haar door. Alannah zag nu ook dat er in haar arm een belangrijke ader was geraakt, waar ze veel uit gebloed had. Misschien was het niet nu, maar het bloedverlies zou haar al snel teveel worden. Terwijl er zwarte vlekken voor haar ogen verschenen, liet Alannah zich toch door de baron de zaal uit lopen. Ze moest toch als een van zijn persoonlijke hoeren overkomen.
~
Nadenken over wat er die avond op het bal gebeurd was, lukte pas de volgende avond. Toen Alannah in haar bed lag, haar wonden verzorgd waren en ze bijgekomen was uit de kunstmatige slaap waar ze in gebracht was toen ze de wond in haar arm aan het hechten waren.
Het was Sil niet geweest. Het kon Sil niet zijn geweest. Want hoewel Alannah pas net dertien was toen ze haar tante voor het laatst gezien had, wist ze dat Sil kleiner moest zijn. Alannah had op haar dertiende haar groeispurt nog niet gehad, en had toen Sils lengte al bijna bereikt. De persoon van het bal was zeker een kop groter geweest dan Alannah.
Hoe langer Alannah nadacht, hoe zekerder ze ervan werd dat het echt niet Sil kon zijn. In haar herinneringen stonden geen enkele aanwijzingen naar dat de persoon achter het masker een vrouw was geweest. De spieropbouw in de armen en buik wees eerder op een man, net als de subtiele aanwijzingen van een baard op het verder gladgeschoren gezicht.
Het was een man geweest, daar was Alannah zeker van. Maar dan wel een man die in alles op Sil leek. Van de ogen, tot het zwarte haar dat bezaaid was met grijze haren en de manier van bewegen. Alannah pijnigde haar hersens op deze mysterieuze man die veel op Sil leek en een leeftijd had die Alannahs tante ook zou moeten hebben.
'Wat deed jij daar gisterenavond?' klonk ineens een stem in haar kamer. Alannah opende haar ogen die ze gesloten had tijdens het nadenken en keek wie de drager was van de stem. Ze had helemaal niemand binnen horen komen en haar dienstmeisjes zouden niemand binnen gelaten hebben. Behalve genezers en de baron. Die laatste stond nu met een boze blik in zijn ogen aan het voeteneinde van Alannahs bed.
'Hoe bedoel je?' vroeg Alannah verward. 'Ik was gewoon op het bal, zoals jij van ons verwachtte' voegde ze toe. 'Ik heb niets te maken met die aanslag als je dat soms zou denken' zei Alannah haastig na een korte stilte.
'Nee, dat dacht ik ook niet' zei de baron kortaf. 'Wat dacht jij tegen die vier mannen te beginnen?' vroeg hij.
'Oh dat' zei Alannah. 'Ik wilde mezelf graag verdedigen. Jij niet dan?' vroeg ze.
'Ik wilde mijzelf ook verdedigen, maar hoe haalde jij het in je hoofd om het als meisje tegen vier volwassen mannen op te nemen?' riep Deacon geïrriteerd uit.
'Als meisje?' vroeg Alannah net zo geïrriteerd en met de nadruk op het woord meisje. 'Sinds wanneer kunnen meisjes niet vechten? ik heb toch zeker twee mannen uitgeschakeld voordat jij op het podium verscheen' riep ze.
'Maar toen kwam nummer vijf en kon je nergens meer naartoe' antwoordde de baron.
'Oh ja, en toen moest jij me oh zo heldhaftig de zaal uit dragen. Ik had gewoon zelf kunnen lopen, hoor' zei Alannah.
'Je kon niet zelf lopen, je viel bijna flauw toen je dat probeerde' zei Deacon. 'Daarnaast houd ik niet zo van meisjes die mijn heerschappij tot een einde willen brengen' voegde hij toe.
'Oh, dus omdat ik het raar vind dat we een week niet met elkaar gesproken hebben omdat jij erachter bent gekomen dat je vijf jaar geleden mijn leven geruïneerd hebt en nu ineens mijn leven red en ik kan vechten wil ik ineens je heerschappij tot een einde brengen?' vroeg Alannah, die nu echt klaar was met het gedrag van de baron.
'Het was niet goed gevallen als ik een van mijn hoeren dood had laten gaan terwijl ik haar had kunnen redden' zei baron Deacon, nu veel zachter. Alannah maakte het verschil in zijn stem op en verwachtte niet dat dat het enige was.
'Nou, bedankt dat je me hebt laten leven' zei Alannah. 'Was dat alles?' voegde ze toe. Er viel even een korte stilte, waarin ze de baron aanstaarde, en hij staarde terug.
'Ja, dat was alles' antwoordde hij. Deacon liep weer weg uit Alannahs kamer en ineens herinnerde ze zich wie de man moest zijn die zo op Sil leek. Haar moeder Floralie en Sil hadden het niet vaak over hem gehad, maar Alannah herinnerde uit hun verhalen dat ze nog een oom had. De oudste van het gezin, die samen met Sil meegenomen was naar de sluipmoordenaars. Alannah wist zeker dat het oom Colm moest zijn, wie anders leek er zo op Sil?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top