Hoofdstuk 2

Maandanser was een fijn paard, maar deed Silvine toch ook altijd aan Muis denken. Hoewel Maandanser een stuk groter was dan de kleine grijze pony die vroeger het krachtdier van de vrouw was geweest, had hij dezelfde bouw en rommelige muisgrijze vacht. Hij had hetzelfde uithoudingsvermogen, dezelfde liefde voor wortels en dezelfde nieuwsgierige ogen.

Op de weg was nog niemand te zien die voor de magiërs de huizen aan het controleren waren. Sil had geen plan B voor als er wel mensen op de weg hadden gestaan, dus het was maar beter dat er niemand te zien was. Met een schuin oog keek de vrouw naar Alannah naast haar. Eerst stak alleen haar kruin met donkerbruin haar boven de rug van de goudkleurige Zonnebries, maar als snel was het hele meisje op haar rug te zien. Alannah keek Sil verwachtingsvol aan met haar ronde, bruine ogen.

'Zorg dat Pluisje tussen de paarden in blijft lopen en kijk niet achterom. Vlak voor het bospaadje ga jij voor en dan moet Pluisje direct achter je blijven lopen. Probeer zo min mogelijk takjes te breken' instrueerde Silvine haar nichtje. Het meisje knikte kort, op een zenuwachtige maar toch ook vastberaden manier. 'Goed, dan gaan we' besloot Sil, waarna ze Maandanser de sporen gaf en het paard in stap vertrok. Achter zich hoorde ze de gedempte voetstappen van Zonnebries op het zandpad beginnen.

Alannah en haar paard kwamen zoals gevraagd meteen naast Sil rijden, met Pluisje veilig tussen hen in. Sil merkte dat Maandanser een beetje nerveus werd van die vogel zo dichtbij, maar Silvine had geen problemen om het paard in bedwang te houden.

'Nu gaan we iets sneller, maar nog wel langzaam genoeg dat het niet opvalt' fluisterde Sil tegen haar metgezel. Weer knikte Alannah op die zenuwachtige manier. Sil drukte haar kuiten aan en Maandanser reageerde daarop door zijn stap iets te versnellen. Naast Silvine deed Alannah hetzelfde waardoor ze weer gelijk liepen.

Het wildpad het bos in lag vlak naast de boerderij. Als Sil nu om zou kijken, zou ze misschien Floralie wel door een raam zien kijken. Maar ze ging niet achterom kijken, als onderdeel van het plan. Een korte blik op haar nichtje zorgde dat ze kon concluderen dat Alannah dat ook niet deed. Na jaren van bescherming was het meisje gewend Sils plannen te volgen.

Toen Alannah voorging het smalle wildspoor op, hoorde Sil de takjes breken waar zij of haar paard langs kwamen. Na jaren van training had Silvine geleerd dat niet te doen, omdat anders iedereen die ook maar een beetje kon spoorzoeken kon weten dat er iemand langs was gekomen. Sils spieren stonden straks toen ook zij het spoor op liep met Maandanser. Nog een paar seconden moesten de magiërs niet op de weg naar Floralies boerderij verschijnen, anders was hun hele plan mislukt.

Altijd ervaarde Silvine een bepaald soort spanning, maar de spanning die nu door haar lijf gierde had ze nog niet zo vaak ervaren. Terwijl de hoeven van Maandanser vastberaden het rulle zand bewandelen, werd Sil door haar gedachten meegevoerd naar de laatste keer dat deze weg was gegaan van een plek die ze als haar thuis bestempelde.

De planken van het herenhuis kraakte niet onder haar voeten, zoals bij veel van de huizen in de stad. Het was een goed onderhouden gebouw waar welvarende mensen wonen. Waar straks welvarende mensen woonden.

Meneer en mevrouw Avery hadden een vaste klant van Sil's baas flink dwars gezeten en de klant had er veel geld voor over om ze beiden uit de weg te ruimen. Meestal liet Sil de vrouw in het bed naast haar doelwit leven, met een wond die niet dodelijk was, maar waarvan het leek alsof de vrouw ook een doelwit was geweest. Haar doelwitten hadden meestal ook jonge kinderen, die een moeder nodig hadden. Bij de opdracht van vandaag was echter ook naar mevrouw Avery gevraagd en Sil leverde alleen.

De slaapkamer van het echtpaar was niet lastig te vinden. Aan de zijkant van het huis, maar wel met een mooi uitzicht. Hun drie kinderen sliepen allemaal in een eigen kamer aan de voorkant, maar die deuren liet Sil gesloten. Haar contract ging alleen over meerderjarigen.

De deur van de slaapkamer kraakte wel een beetje, maar omdat de deuren van de andere kamers dat ook deden, werden Sils doelwitten daar niet door gewekt. ze sloop naar binnen, deed de deur weer bijna volledig dicht en wachtte even tot haar ogen aan het licht van de slaapkamer waren gewend.

De deur stond recht voor het voeteneind van het bed. Meneer Avery lag links, mevrouw Avery rechts. Sil concentreerde op de ademhaling van beide, en besloot dat mevrouw Avery het lichts sliep en dus haar eerste slachtoffer was.

Zonder geluid te maken haalde ze haar dolk uit de schede. Het ding glom in het weinige licht dat door de gordijnen de slaapkamer binnen kwam vallen. Sil liep voorzichtig over het tapijt naar de rechterkant van het bed. Een deel in haar schreeuwde om genade te hebben met de vrouw, met de kinderen waar ze voor moest zorgen. Maar haar gevoelens had Sil bij het raam waardoor ze naar binnen was gekomen achtergelaten.

Mevrouw Avery lag gelukkig op haar rug, zodat de route naar haar hart voor Sil open lag. Met haar linkerhand sloeg ze de deken van de borst van de vrouw en met haar rechterhand duwde ze de lange dolk recht in haar hart. De ogen van de vrouw schoten open, maar voor ze iets anders kon doen was haar hart al opgehouden met pompen.

Sil luisterde stil naar de ademhaling van meneer Avery en concludeerde dat hij nog diep in slaap was. Voorzichtig sloot ze de ogen van mevrouw Avery, waarna ze naar de andere kant van het bed liep.

Meneer Avery lag op zijn zij, waardoor Sil hem eerst op zijn rug moest duwen voordat ze bij zijn hart kon. Ze sloeg de deken van hem af, rolde hem met haar linkerhand weer op zijn rug en sloeg met haar rechterhand toe. Dezelfde dolk als ook voor de dood van zijn vrouw had gezorgd, drong nu ook het lichaam van meneer Avery binnen.

Sil had een beetje scheef gericht, waardoor de man niet op slag dood was. Hoewel er bij hem ook niet veel meer dan een rochel geluidje uit zijn mond kwam voordat hij dood op bed neerviel. Sil veegde haar dolk af aan de bedlakens voordat ze weer uit het huis vertrok.

Terwijl ze lang de kamer van een van de kinderen liep en daarbinnen een bed hoorde kraken, schoten Sils gevoelens weer aan. Zo had zojuist een moeder en een vader vermoord. Drie kinderen veroordeeld tot het leven van een wees. Het moment dat het kraken ophield en bij Sil de eerste tranen kwamen, besloot ze dat het genoeg was.

~

De zon begon al op de komen toen Sil het herenhuis aan de andere kant van de stad betreedde dat als de sluipmoordenaars veste diende. Sils meester en de sluipmoordenaars die geen huis hadden verbleven hier in de luxe kamers. Sil had hier ook een kamer, waar ze nu naar onderweg was. De andere sluipmoordenaars hadden haar vast en zeker binnen horen komen, maar verwachtte allemaal dat Sil na een nachtelijke missie meteen naar haar bed ging en vielen haar niet lastig.

In haar kamer kwam Sil heel even in de verleiding om in haar bed te duiken, maar besloot dat toch niet te doen. Ze moest hier zo snel mogelijk weg. Ze haalde meteen een grote rugzak onder haar bed vandaan en vulde die met nodige spullen. Kleding, dolken, geld. Haar kampeerspullen zaten altijd al in de tas, maar daar stopte Sil nog een dikke deken bij zodat ze het koude winterweer kon doorstaan.

Sil had niet zo veel bezittingen, dus stond ze met enkele minuten klaar voor vertrek. Snel schreef ze nog een briefje die ze achterliet op haar bureau, voor degene die als eerste naar haar zou komen zoeken. Ondertekend met Vie, haar schuilnaam die een van de sluipmoordenaars voor de grap had bedacht. Vie was in de oude taal het woord voor leven, datgene wat Sil met deze baan juist beëindigde.

Bijna geluidloos liep Sil de veste weer uit. Klaar om een week, misschien weken, te overnachten in de natuur. Op zoek naar haar zusje, die ondertussen volwassen moest zijn.

Sil en Alannah waren ondertussen al een flink eind het bos in gelopen, en Sil vond het veilig om te beginnen te draven. Ze zag Alannah omkijken, maar omdat je vanaf de boerderij de twee paarden niet meer kon zien en omgekeerd, liet Sil het gebeuren.

'Wat doen we nu?' vroeg Alannah, alsof nu nu pas besefte dat ze echt weg waren van de boerderij waar ze haar hele leven had gewoond. Dat ze nu pas besefte dat ze weg waren bij haar moeder, dat ze in de wildernis waren, op weg naar plekken waar het meisje nog nooit geweest was en nog nooit van had gehoord.

'Ik vind het niet veilig genoeg om in het volgende dorp te overnachten. Pluisje valt te veel op. Tegen de avond zullen we daar wel aankomen, dan ga ik even op verkenning. Als ik dan terug ben zoeken we wat verder in het bos een plek om in een tent te overnachten' legde Sil uit. Ze bedacht zich dat ze de hele reis met Alannah geen slaap zou kunnen krijgen. Als ze in een tent sliepen, met de magiërs in de buurt, was het zeker niet veilig genoeg om te gaan slapen.

'Ik vind het spannend, Sil. Maar ik ben ook wel heel nieuwsgierig hoe dit zal zijn' gaf Alannah toe.

'Ik vind het ook heel spannend. Ik was liever in de boerderij gebleven, dit is veel te gevaarlijk voor jou en Pluisje. Maar het was nog gevaarlijker geweest om in de boerderij te blijven, bij Flora' legde Sil uit. Even reden ze zwijgend naast elkaar verder.

'Ik wil liever niet volwassen worden' zei Alannah na een tijdje. Ze keek niet naar Sil, maar doordat er niemand anders was waar het meisje tegen kon praten, was het voor Sil duidelijk dat zij moest antwoorden.

'Waarom niet?' vroeg Sil. Het bleef weer even stil terwijl Alannah een antwoord aan het formuleren was.

'Nou, jij en mama moeten allemaal lastige keuzes maken. Ik wil geen lastige keuzes maken' legde het meisje uit. Daar zat volgens Sil wel wat in. Haar sluipmoordenaars training had haar snel laten opgroeien, maar ze dacht altijd graag terug aan de weinige herinneringen die ze van haar zorgeloze kindertijd voor de sluipmoordenaars had.

'Dan wil ik weer een kind zijn, dan hoef ik ook geen lastige keuzes te maken' zei Sil. Haar opmerking was niet bedoeld om grappig te zijn, of om Alannah op te vrolijken, maar toch moesten het meisje grinniken.

'Dat kan helemaal niet' zei ze. Sil wilde daar eigenlijk niet op ingaan, maar besloot dat uiteindelijk toch te doen.

'En zo kan jij niet kind blijven. Ook jij zal op een moment lastige keuzes moeten gaan maken, Alannah' zei Sil. Ze wendde haar hoofd af van het meisje, waarmee ze aan wilde geven dat het gesprek afgelopen was. Silvine was een vrouw van weinig woorden. Alannah niet, maar zij had Sil weinig te vertellen. De tante wist alles van haar nichtje, omdat ze haar al zeven jaar beschermde en omdat Sil van Floralie alles over Alannahs eerste vijf levensjaren had verteld.

Terwijl de zon bleef dalen liepen Sil en Alannah steeds verder richting het noorden. Toen de zon aan hun linkerkant net boven de bomen scheen, wees Alannah op rookpluimen die ze boven de bomen uit zag komen.

'Dat is het eerste dorp ten noorden van het onze' legde Sil uit. Jij, de paarden en Pluisje moeten zich straks ergen in het bos verstoppen, dan ga ik even het dorp verkennen. Jij moet op de verstopplek blijven, wat er ook gebeurt' vertelde Sil haar plan.

'En wat als jij niet meer terugkomt?' vroeg Alannah onschuldig.

'Ga er maar vanuit dat ik terugkom. Maar als ik dat niet ben als de zon onder gaat, spring je op Zonnebries en rijd je zo snel mogelijk terug naar de boerderij van Floralie, in zuidelijke richting. Blijf in het bos, ga niet op de grote paden. Als de magiërs naar het noorden zijn getrokken, zijn ze dat niet via onze route. Op die route ben je veilig' zei Sil. Alannah knikte zenuwachtig. Het was serieuze zaak, dat had ze duidelijk uit Sils toon opgemaakt.

'Dit is een geschikt bosje' zei Sil terwijl ze op een groep kleine bomen en struiken wees. 'het is dichtbegroeid, groot genoeg en je kan erin staan' legde ze uit terwijl ze zich van Maandanser liet glijden. Alannah deed hetzelfde bij Zonnebries naast Sil en toen stonden ze allebei op de grond.

'Ik zal me goed verstoppen, Sil' beloofde Alannah. 'Ik zal de paarden stil laten staan en Pluisje zal zich ook niet bewegen' ging ze door.

'Goed zo' was het enige dat Sil daarop antwoordde terwijl ze toekeek hoe het meisje, haar vogel en de paarden zichzelf zo onzichtbaar mogelijk maakten. 'Let erop' begon Sil te zeggen tegen de struik. 'Als ik niet voor de zon onder is terug ben' begon ze een zin.

'Dan rijd ik zo snel mogelijk terug naar Floralie, precies hoe ik gekomen ben' klonk een stem uit de struik die haar zin afmaakte. Alannah wist precies wat er van haar verwacht werd. Tevreden draaide Sil zich om richting het dorp, controleerde ze haar wapens en liet ze zichzelf zo snel mogelijk verdwijnen in de schemering.

De lucht was donkerder dan normaal rond dit tijdstip, omdat er dikke bewolking boven het dorpje hing. Er waren dan ook niet veel mensen op straat in het dorp. Afgezien van het licht van de haardvuren binnen, was er niets te zien. De stenen huizen en haarden binnen deden Sil denken dat ze in het rijkere gedeelte van het dorp was.

Ze sloop door de achtertuinen van de huizen, zonder dat iemand binnen haar opmerkte. Dit was anders dan het sluipmoordenaarswerk dat ze altijd gedaan had, maar de technieken waren hetzelfde. Zien maar niet gezien worden.

Terwijl de huizen steeds armzalige werden en ze op een geven moment van hout waren en geen achtertuin bezaten, maar de bewoners verderop akkers hadden, klonken er steeds meer stemmen. Via een steegje dat tussen de huizen liep kon Sil naar het plein van het dorp kijken. Daar was door de bewoners een groot vuur gemaakt waar ze met zijn allen omheen zaten.

Er waren duidelijk alcoholische dranken aanwezig, Sil kon het ruiken, maar het werd nog niet gedronken. Er ging eten rond dat door vrouwen bij het vuur was klaargemaakt en kinderen werden weggeroepen van hun spel om te komen eten. Het was een gezellige avond in dit dorp dat ze zuidelijker in dat van Floralie niet hadden. Daar hadden ze de taverne om gezellig met andere dorpelingen te eten en de herberg om vreemdelingen te ontmoeten. Sil concludeerde dan ook dat ze hier geen van beiden hadden.

Het was een goed plan om niet niet met Alannah te overnachten, hoewel er geen spoor van de magiërs aanwezig was. Als dit dorp geen herberg rijk was, zouden ze bij dorpsbewoners in huis moeten slapen. Dat was veel te gevaarlijk.

Tussen de mensen die nu aan hun avondmaal begonnen liepen verschillende krachtdieren rond. Geen machtige zoals de magiërs bezaten, maar gewone dieren. Dat gaf een duidelijk signaal dat dit dorp niet tegen de dieren was. De krachtdieren die tussen hun eigenaren door liepen waren vooral de dieren die handig waren als een dorpje als dit. Honden, veel werkpaarden, een paar uilen en katten. Rond een van de vrouwen die aan het koken was geweest liep ook een geit rond, die de restjes van het maal die op de grond vielen gulzig naar binnen schrokte.

Toen een van de krachtdieren, een bruine herdershond, zijn ogen op Sil richtte, besloot de vrouw dat het tijd was om weer naar Alannah terug te keren. De tocht door de achtertuinen was lastig geweest en ze moest zorgen dat ze voor zonsondergang weer bij het meisje en de paarden terug was.

Bijna geluidloos, als een donkere schaduw die over de kinderkopjes van de steeg gleed, bewoog Sil zich weer richting het bos waar ze Alannah had achtergelaten. Omdat haar ogen gewend waren geraakt aan het grote vuur op het plein en de zon alweer een klein stukje verder gedaald was, leken de tuinen op de terugweg een stuk donkerder. Ondanks dat wist Sil zich prima te verplaatsen op dezelfde route als ze gekomen was. Op sommige plekken moest ze achter zich met haar voet haar sporen in de modder uitvegen. Mensen hielden er niet van om te ontdekken dat er iemand in hun tuin had gelopen.

De zon stond gelukkig nog steeds boven de horizon toen Silvine het bosje weer terugvond waar Alannah en de paarden stonden. Het meisje in de struiken maakte geen geluid toen ze Sil zag staan, maar de vrouw zag de nieuwsgierige ogen van haar nichtje tussen de takken door kijken. Toen ze er zeker van leek te zijn dat het echt Sil was, kwam ze uit de bosjes tevoorschijn.

'Gelukkig ben je veilig terug gekomen' fluisterde Alannah terwijl ze Sil een knuffel gaf. Sil reageerde stijfjes op de knuffel. Niemand knuffelde haar, zelfs Alannah toen ze jonger was niet en zeker niet nu ze ouder was.

'Je hield je goed stil toen ik aankwam' was Sils enige antwoord op de knuffel. Haar toon was een beetje onvriendelijk, maar ze voelde zich ernstig ongemakkelijk door Alannah's knuffel en ze had geen idee hoe daarop te reageren. 'We moeten nu een plek zoeken voor de nacht. Dat dorp hiernaast was sowieso geen optie geweest, ze hebben er geen herberg. Niet eens een taverne' vertelde Sil haar nichtje.

'In een tent slapen lijkt me ook wel spannend' zei Alannah. 'Leuk-spannend dan' voegde ze snel toe. Sil had haar al willen geruststellen dat ze niet bang moest zijn, dat zij haar altijd zal beschermen, maar na die laatste opmerking begreep de vrouw wat haar nichtje bedoelde.

'Laten we dan maar een goede plek zoeken. We moeten sowieso nog even reizen voor die plek, want als ik sporen heb achtergelaten in het dorp, zullen die hier naartoe leiden' legde Silvine uit. Alannah knikte en ze stapte allebei weer op hun paard om met het vallen van de nacht een geschikte plek te hebben om te slapen.

Sil zocht naar een open, maar beschutte plek. Waar vanuit ze de omgeving goed in de gaten kon houden, maar anderen hun niet goed konden zien. De perfecte plek vond ze een paar kilometer bij het dorp vandaan. De open plek tussen de struiken en bomen was klein, maar groot genoeg voor Sils tent. nadat de vrouw de tent op had gezet, ging Alannah erin liggen en die viel meteen in slaap.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top