Jeremy --- Een maand geleden
Schaduwen manipuleren kon handig zijn. Dat ondervond Jeremy toen hij zijn kamer moest opruimen en erachter kwam dat je schaduwen kon gebruiken om bepaalde voorwerpen of plekken te verbergen. En hij kwam er al helemaal achter toen hij opeens een lijk moest verstoppen.
Trillend zat hij op zijn kamer, die hij nauwelijks meer had verlaten sinds het was gebeurd. Zijn moeder leek het niet zo erg te vinden – pubers mochten best wat tijd voor henzelf krijgen, vond ze – en zijn vader was er toch bijna nooit. Jeremy was alleen met zijn gedachten en de schaduwen op de muren. Al drie dagen lang speelde zich dezelfde scène af in zijn hoofd. Hij kon het niet vergeten, hij kon zichzelf niet vergeven.
Op dat moment ging de deurbel.
Hij voelde een kleine beving van schrik door zich heen gaan. Voorzichtig liep hij naar het raam, de vloer krakend onder zijn voeten. Jeremy snakte naar adem bij de aanblik van twee Onderzoekers in vol uniform, die voor de deur stonden. Het embleem van een rode draak schitterde op hun zwart met zilver gekleurde pakken en twee pistolen bungelden aan hun riemen. Nee. Dit kon niet gebeuren! Wanhopig en verstijfd van angst zag hij hoe zijn moeder de deur open deed.
'Mevrouw Vos?' vroeg één van de Onderzoekers. 'We komen voor Jeremy. Uw zoon.'
Zijn moeder bleef onbewogen in de deuropening staan. 'Oh? Wat is er dan met hem?' Haar kille toon verraadde dat ze het helemaal niks vond dat de twee agenten hier waren. En terecht.
'We komen hem aanhouden in verband met een verdacht overlijden. Uw zoon is gezien terwijl hij het lichaam verborg door middel van schaduwmagie. Het toepassen van magische krachten voor criminele doeleinden is een zwaar misdrijf, plus dat het hier mogelijk gaat om doodslag of zelfs moord.'
Jeremy voelde hoe zijn wereld omdraaide. Hij greep het raamkozijn vast en zakte ineen met zijn hoofd tegen de muur. Moord? Ze wilden hem vastzetten voor moord? Het was een ongeluk geweest! Een ongeluk waar hij schuldig aan was, maar... maar was dat echt zo'n misdrijf? Een zwaar misdrijf? Hij begon onophoudelijk te trillen en voelde de warme tranen over zijn wangen glijden. Toen hij het huilen probeerde te stoppen, kwam er een brok in zijn keel.
Voetstappen klonken op de gang. Zijn deur werd opengedaan met een brute kracht en de twee Onderzoekers stonden in de deuropening, hun blikken onverbiddelijk.
De één zette een stap naar binnen. 'Jeremy Vos, je bent aangehouden in verband met de dood en mogelijke moord op Stefanie Munter. Je mag zwijgen en hebt het recht op een advocaat. Kun je vrijwillig met ons meekomen of moeten we boeien pakken?'
'Ga weg!' krijste Jeremy en sprong op. 'Jullie weten niks! Het is allemaal niet zo gegaan!'
De Onderzoeker schrok duidelijk en greep naar zijn wapen. Jeremy's moeder snakte naar adem. 'Het is nog maar een kind! Wat–'
Jeremy keek de Onderzoeker diep in de ogen aan en hief zijn hand op. De schaduw van de agent begon een eigen leven te leiden. De Onderzoeker keek onzeker naar de grond onder zijn voeten. De schaduw veranderde in een schim en rees overeind, niet langer meer een tweedimensionaal beeld. Hij greep de agent vast en die schreeuwde van de pijn. 'Licht uit! Gordijnen dicht!' krijste hij wanhopig.
Zijn collega reageerde onmiddellijk, sloeg het lichtklopje uit met een luide klap en ritste de gordijnen dicht. De kamer werd pikkedonker en de schaduw vervaagde in het niets.
Jeremy voelde nauwelijks meer iets toen hij tegen de grond werd gedrukt en zijn handen strak achter zijn rug werden geboeid. De knie van de Onderzoeker beknelde zijn ademhaling. Hij zuchtte van opluchting toen hij overeind werd getrokken en niet langer meer de druk op zijn borst voelde. Jeremy wierp zijn eerdere slachtoffer een vuile blik toe. De agent ontweek al het oogcontact en gebaarde naar Jeremy's moeder. 'Een glaasje water alsjeblieft, mevrouw.'
'Zoals... u wenst...' Zijn moeder klonk overstuur en keek naar Jeremy met ongeloof, woede en angst in haar ogen.
Pas toen begon hij weer te huilen.
***
'Vertel ons nou wat er echt gebeurd is!' schreeuwde een Onderzoeker woedend. Hij sloeg met zijn vuist op de verhoortafel. 'Je vrienden hebben een verklaring afgelegd waarin ze zeiden dat je verliefd was op dat meisje en dat jullie contact verslechterd is. Nu is ze opeens dood. Wat wil je? Dat we dat lulverhaal over drank geloven?'
Jeremy trilde van angst. 'Maar het is de waarheid!'
'Er is slechts een klein beetje promillage alcohol in haar bloed aangetroffen. Je zei dat ze dronken was, wat dus sowieso gelogen was.'
'Ik... ze deed alsof ze dronken was.' Jeremy hoorde hoe zwak zijn eigen stem klonk. 'Ik was zelf stomdronken. Ik denk niet dat ik doorhad wat er precies gebeurde.' Hij nam een slok water en voelde de pijn in zijn keel toen de vloeistof erdoorheen gleed.
De Onderzoeker steunde met zijn armen op tafel en bracht zijn gezicht dichterbij. 'Je wordt in ieder geval aangeklaagd voor dood door schuld, Jeremy. Daarbij komt ook nog het feit dat je je magie hebt gebruikt voor verkeerde doeleinden. Je hebt geluk dat je nog onder het jeugdrecht valt, dus ik zie je niet zo snel de gevangenis in gaan.' Een klein sprankeltje hoop wakkerde in zijn borst, maar werd meteen weer gedoofd bij de volgende woorden: 'Een werkkamp lijkt me geen onlogische straf. Houd er maar rekening mee.'
'Alsjeblieft!' Jeremy stond op, zijn handen wanhopig trillend. 'Alsjeblieft, geen werkkamp.'
Op dat moment kwam iemand de kamer binnen. De man had een net pak aan, compleet met stropdas en al. Zijn donkerbruine haar was naar achteren gekamd en deed hem eruit zien als een gladjakker. Hij had een spitse neus, wat aan de ene kant belachelijk en aan de andere kant erg angstaanjagend was. Net een mannelijke heks.
'Jeremy Vos?' verklaarde de man ijzig. 'Ik ben door je vader gestuurd.'
De Onderzoeker wierp een argwanende blik op de net geklede man. 'Wie is zijn vader dan? Ik heb geen officieel verzoek binnen gekregen.'
'Zijn vader', zei de gladjanus geduldig, 'is Dexter Vos. De beheerder van strafkolonie Magistra. Zou u Jeremy en mij alleen kunnen laten, alstublieft?' De agent friemelde nerveus aan de uiteinden van zijn kleren en verliet snel de verhoorkamer. 'Ironisch, hm?' spotte de nette man vervolgens. Hij ging zitten en haalde zijn hand door zijn haar. 'Je vader had veel verwacht toen hij zijn baan kreeg, maar niet dat hij ooit nog zijn eigen zoon als gevangene zou ontvangen.'
Jeremy keek hem aan, niet helemaal wetend wat hij van de man moest denken.
'Mijn naam is Lucario', ging de afgezant verder. 'Ik werk in Magistra als accountant, financieel adviseur en meer. Laten we zeggen dat ik degene ben die alles regelt. Je vader was niet zo blij om te horen dat je je in de nesten hebt gewerkt.'
'In de nesten hebt gewerkt?' herhaalde hij zacht. 'Was hij niet verdrietig om te horen dat Stefanie dood is?'
Lucario zuchtte diep. 'Hoe moet ik dat weten? Je vader houdt mij buiten dat soort dingen. Hoe dan ook, ik kom hier om jou een aanbod te doen.' Hij pakte iets uit zijn laptoptas en legde het op tafel. De letters waren klein en Jeremy kon het niet goed lezen, maar het leek op een contract. 'Je hebt zelf de keuze. Jouw vader heeft iets weten te regelen voor je, maar als je er zelf niet mee instemt, kan hij weinig voor je doen.'
'Wat is het?' vroeg Jeremy.
'Zoals het er nu uitziet, ga jij naar een werkkamp als gevangene. Magistra staat bekend als de meest vriendelijke kolonie van de hele Staat. Dat heeft ze te danken aan je vader, dat is één ding wat zeker is. Hij is veel te soft voor de gevangenen.' Lucario schoof het contract onder Jeremy's neus. 'Als je dit ondertekent, ga je niet als gevangene, maar als bewaker. Je krijgt een functie aangeboden bij het beroepsleger van de Staat en een drie weken durende training. Dexter was van mening dat je beter van dienst zou zijn als bewaker dan als... werkpaard.'
Jeremy staarde naar het papier voor hem. Bewaker. Soldaat. Hij zou daar waarschijnlijk de enige magiegebruiker zijn die niet zelf opgesloten zat.
'Denk er maar een paar minuten over na', bood Lucario aan. 'Als ik je een advies mag geven... ik zou het echt doen. Je wilt niet in een van de andere koloniën terecht komen.' Zijn stem was zacht, maar dringend. Hij liep beheerst weg en deed de deur voorzichtig achter zich dicht.
Hoe kon Jeremy ooit leeftijdsgenoten vasthouden, terwijl hij zelf eigenlijk in hetzelfde schuitje hoorde te zitten? Weifelend pakte hij de pen op. Als hij tekende, was hij een monster. Als hij niet tekende, zou hij in het bezit komen van monsters. Welke van de twee was erger? De beelden van Stefanies dood flitsten weer door hem heen. Hij verdiende het om te boeten voor wat hij had gedaan. Hij had zijn beste vriendin iets laten overkomen. Naar een werkkamp gaan was het minste wat hij kon doen.
Maar toch pakte hij de pen op.
En zette een beverige handtekening.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top