18. Ontvoerd
'Deze kant op.' Nathan leidt Simon en Bruno naar het kamp de Golven. Hij slikt. Hij wil Eva geen pijn doen. Eva heeft gelijk. Hij geeft ook om haar, gek genoeg. Nathan's gedachtes worden al snel verstoord. 'Horen jullie dat ook?' vraagt Bruno. Ze spitsen hun oren. 'Ik hoor niks. 'Jawel. Luister goed. Het komt daar vandaan.' Bruno wijst richting het bos. Nu hoort Nathan het ook. Een schreeuw. Wie het is en wat er wordt geroepen is onverstaanbaar. 'Maar dat klopt niet. Het geluid komt daar vandaan en het kamp is een stuk verder.' Alsof hij Nathan niet heeft gehoord rent Simon op het geluid af. Bruno haalt zijn schouders op en rent hem samen met Nathan achterna. Terwijl ze rennend de vele bomen proberen te ontwijken, merken ze dat het geluid niet ver weg is. Plots remt Nathan af en houdt Bruno tegen. Hij gebaart dat ze stil moeten zijn. Langzaam lopen ze verder. Helemaal stil is het niet, want het gekraak van de takjes kan niet gedempt worden. Ze staan nu pal voor de kleine huisjes. Bruno wijst naar een huisje waar rook uit de schoorsteen komt. Weer klinkt een een oorverdovende schreeuw. Het kan Nathan geen reet meer schelen. Ze zetten het op rennen. Met al zijn kracht probeert Bruno de zware deur open te krijgen. Hij schudt met zijn hoofd en kijkt Nathan nog steeds zenuwachtig aan. Nathan denkt niet na en duwt Bruno van de deur vandaan. Hij zet een paar stappen naar achter en tilt zijn been op. Met al zijn gewicht geeft hij een klap tegen de deur. Met een luid kabaal stort de deur op de grond. Vol bewondering kijken Bruno en Simon hem aan. De inrichting van het huisje leek erg op die van Eva. Maar het was veel slordiger. Stoelen lagen op de kop en een schilderij was van de muur gerukt. Het midden van de kamer was vrij leeg, maar er stond één stoel. 'Godverdomme, Vincent!' Nathan rent naar de stoel en trekt de tape van Vincent's mond. Hij snakt naar adem en kijkt met grote ogen naar Nathan. 'Nathan!' Ze omhelzen elkaar, terwijl Bruno verward de kamer rond kijkt. 'Mijn god. Wat is er gebeurd?' vraagt hij. Nathan snijdt met zijn mes de touwen door die strak om Vincent's lichaam gewikkeld waren. 'Geen tijd, Bruno. Ze komen zo terug. We moeten snel zijn.' Vincent en Nathan willen de kamer uit hollen, maar dan vraagt Bruno: 'Waar is Hugo dan? Moeten we hem niet redden?' Vincent vloekt zacht en loopt naar een deur. Hij trekt hem open en en met een harde dreun valt er een lichaam uit. De jongens komen geschrokken rond de persoon staan. 'Hugo. Kan je me horen?' Hugo kreunt zacht en knijpt zijn ogen tot spleetjes. Ook bij hem snijdt Nathan de touwen los. Stemmen. Gegiechel. Voetstappen. 'Shit, ze komen!' Simon slikt. De jongens kijken naar Nathan, die zijn schouders op haalt. 'Waarom moet ik altijd het plan verzinnen.' zegt hij terwijl hij in zijn ooghoek een klein, zwart voorwerp ziet liggen. Hij werpt de jongens een kleine glimlach toe.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top