12. Eva
Daar staat ze. In de deuropening. Haar felblauwe ogen schijnen recht door Nathan's ziel heen. De tijd staat stil. De wind staat stil. Ook Nathan verroert zich niet. Hij weet niet wat hij moet zeggen. 'Hoi.' zegt ze zacht glimlachend. Het is hét meisje. Het meisje van het bos, het meisje - uit het vuur. Nathan opent zijn mond om iets terug te zeggen. Zonder daad werkelijk iets te zeggen sluit hij hem weer. Het meisje steekt haar hand uit. 'Hoe heet je?' Nathan neemt voorzichtig haar hand aan. 'Nathan, volgens mij.' zegt hij. Ze lacht. 'Ik ben Eva.' ze begeleidt hem mee naar binnen. Het hutje is knus en gezellig van de binnenkant. Een hemelbed staat aan het einde van de kamer. Precies zo'n bed waarin prinsessen altijd slapen, alleen was deze wat minder luxe. Een bankje, een klein bad en een hele boel tropische planten staan ook nog verspreid in de kamer. 'Wat doe je eigenlijk op dit eiland?' Nathan slikt. 'Dat is een goede vraag. Ik weet het zelf eigenlijk niet zo goed. Ik was thuis, gewoon thuis. Ik ging slapen om dezelfde tijd als iedere andere dag. Er was niks vreemds gebeurt. Toen ik de volgende dag wakker werd was ik hier.' Eva lijkt helemaal niet verbaasd. Ze grijnst, maar verbergt haar lach snel. Eva gebaart dat hij op de bank moet komen zitten. Nathan gaat aan de andere kant van de bank zitten, weg van Eva. 'Je hoeft niet bang te zijn. Ik ben ook maar een gewoon - mens.' Enthousiast schuift ze naar Nathan. 'Wil je wat eten?' vraagt ze. 'Ja graag!' Of het nou naïviteit is, of een gok; Nathan weet meteen dat Eva geen verkeerd mens is.
Nathan krijgt een langwerpige reep in zijn handen geduwd. Op de lichtblauwe verpakking staat geen naam, alleen een zilverkleurig sterretje. Hij rukt het papier eraf en neemt een grote hap van de reep. Het smaakt nergens naar. 'Lekker?' vraagt Eva. Nathan knikt uit beleefdheid. Vlug neemt hij nog een hap. Meteen valt er een brok in zijn maag. Ondanks dat hij de hele dag nog niks gegeten heeft, zit hij nu al vol. De rest van de reep stopt hij onopgemerkt in zijn broekzak. 'Mag ik je iets vragen?' 'Natuurlijk.' zegt Eva. 'Er zijn de laatste dagen nog al vreemde dingen gebeurd op dit eiland. Ik was mijn geheugen kwijt, er doemde een meisje op in het kampvuur en er verdween een 'vriend' van me. Waarschijnlijk klinkt dit nu allemaal heel raar in je oren, maar ik vroeg me af of je hier misschien iets van af wist?' Eva kijkt geschokt. Ze zucht heel diep. Dan staat ze op en loopt naar het raam. Ze staart naar de andere hutjes. Nathan komt er naast staan. 'Nathan. Ik ken je beter dan je denkt.' Nathan wil iets zeggen, maar weet niet wat. 'Kan ik je vertrouwen?' fluistert Eva. 'Ja!' zegt Nathan snel. Haar ogen glinsteren. 'Luister goed Nathan...'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top