10. De brief

Het is inmiddels een paar dagen geleden dat Hugo is verdwenen. De jongens hebben het onderling niet veel over de vreemde gebeurtenissen die de afgelopen dagen hebben plaatsgevonden. Maar Nathan weet dat iedereen er mee zit. Hij hoort ze denken. Vincent is nu druk aan het piekeren. Dat voelt Nathan. Hij komt naast Vincent zitten die met zijn voeten in het water, van de zon aan het genieten is. 'Hé.' zegt Nathan. 'Hoi.' antwoordt Vincent. 'Alles goed?' vraagt Nathan. 'Gaat wel.' 'Mis je thuis?' 'Natuurlijk mis ik thuis.' Nathan knikt. 'Ik ook.' zegt hij. Nathan kijkt de zee over en wordt verblind door de zon. Hij knijpt zijn ogen dicht. 'Wie mis je het meest?' vraagt hij. 'M'n moeder. Ze is altijd zo lief voor me. Je kan haar alles vertellen en ze staat altijd voor me klaar. Dat klinkt natuurlijk super cliché, maar het is wel zo.' Nathan legt een hand op Vincent's schouder. 'Mis jij je moeder ook?' vraagt Vincent. 'Ze is - dood.' Vincent is meteen stil. 'Sorry-' zegt hij zacht.' Nathan schudt zijn hoofd met een 'maakt-niet-uit' blik. 

De vier jongens liggen dobberend in het water. Het is de heetste dag tot nu toe. Gelukkig geeft het water nog een beetje verkoeling, al schijnt de zon pal boven hun. Niemand zegt wat. Nathan heeft ook geen behoefte aan een conversatie. Er klinkt een diepe zucht - van Vincent, vermoedt Nathan. Nathan heeft zijn ogen gesloten, zodat hij niet verblindt wordt door de zon. De mooie klanken van de natuur klinken. Zingende vogels. Een zacht briesje. Klotsende golven, Simon is aan het zwemmen. Aan het geluid te horen is hij al een eindje verder weg. Het is lekker stil. Stilte, daar houdt Nathan wel van. Hij is niet zo'n druk kind als de meeste jongens van zijn leeftijd. Vooral de jongens in mijn klas. Wat zijn die irritant zeg! Nathan moet toegeven dat hij ze op dit moment best mist. Hij zou in ieder geval veel liever bij hun zijn dan op dit eiland. Zijn gedachtes worden verstoord door Simon. 'Hé, jongens! Kijk wat hier langs drijft. Een fles!' roept hij. 'Eindelijk! Ik heb altijd al eens wijn willen proeven. Mijn ouders zijn er nu toch niet.' grapt Bruno. De jongens zwemmen richting Simon en bekijken de fles goed. Er zit een briefje in. Vlug trekt Simon de kurk van de fles en rolt het briefje open. Hij schraapt zijn keel. 'Uhum. Ze weten wie jullie zijn. Ze houden jullie in de gaten. Ik kan je helpen. Kom terug naar de plek waar we elkaar ontmoet hebben. Tot gauw.' Simon kan zijn lach niet inhouden. 'Wat een prachtige liefdesbrief.' zegt Vincent. De jongens lachen. 'Vast verkeerde adres, waarom sturen ze niet gewoon een mailtje?' zegt Bruno. Nathan lacht niet. Hij wantrouwt het. Hij gelooft dat de brief met hem te maken heeft - aan hem geschreven is. Maar hij is vastberaden. Hij zal het advies van de brief opvolgen. Hij zal Hugo vinden. Hij zal te weten komen wie het mysterieuze meisje is. Hij zal van dit eiland afkomen. Allemaal doelen die Nathan zo snel mogelijk wil bereiken. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top