Hoofdstuk 39

Ik kon het niet aanzien. Ik kon niet toekijken hoe Dane rouwde om zijn zusje's dood, waar ikzelf verantwoordelijk voor was. Ik had mezelf beter moeten verdedigen. Ik had niet met goud moeten vechten. Misschien had ik het zwaard wel overleefd, terwijl ik had geweten dat er geen ontsnappen was aan mijn goud. Er had zo veel anders kunnen lopen en ik had beter moeten weten.

Met het beetje kracht dat ik nog had, strompelde ik door de gangen van het kasteel. De soldaten die ik tegenkwam lieten me gaan, terwijl sommige van hen me met een bezorgde blik nakeken.

Ik had me snel omgekleed in mijn kamer, waar ik mijn bebloede kleding verwisselde met een nieuwe spijkerbroek en trui. Dit was blijkbaar de tijd die nodig was geweest om het nieuws rond te laten gaan onder de soldaten. Het maakte me ook eigenlijk niet meer uit. Als een van hen me had aangevallen, dan had ik daar waarschijnlijk niets tegen gedaan.

De buitenlucht begroette me met regen. De druppels vielen op me neer en trokken al mijn resterende lichaamswarmte uit me. Ik verwelkomde het verkleumde gevoel en liep door de straten naar mijn einddoel. Het huisje van Dane zijn oma. Het was minder moeilijk om het te vinden dan ik had verwacht.

Daar aangekomen klopte ik aan. Ik sloeg mijn armen om mezelf heen, maar mijn handen waren al enkele straten geleden gevoelloos geworden. Hoe ik hier überhaupt was aangekomen wist ik niet, want energie had ik niet meer. Het was waarschijnlijk de pure wanhoop die me bewoog.

Mijn gave roerde niet langer onder mijn huid. Het was stil. Er was niet eens een echo van wat het ooit geweest was en ik wist niet of het nog terug zou komen na alles wat er gebeurd was. Dat was ook de reden dat ik Auria niet had kunnen helpen. Mijn hele connectie met het goud leek verdwenen.

De deur opende en mijn vader keek me in de ogen. Hij ademde sissend in, waarna hij naar me toe stapte en me in zijn armen trok. Ik klemde me aan hem vast voor hoeverre ik kon en probeerde al zijn warmte in me op te nemen, terwijl mijn tranen begonnen te stromen. Ik wist niet langer wat regendruppels en wat tranen waren.

Maxwell ondersteunde me naar binnen, waar Selene, Cal en Dane's oma op me zaten te wachten. De lieve vrouw stond direct op en pakte een deken van de bank, waar ze me stevig in wikkelde. 'Lieverd toch wat is er gebeurd?'

Selene kon enkel staren met pure doodsangst. 'Waar is Dane?' vroeg ze me, terwijl ze achter me keek in de hoop dat hij daar zou verschijnen.

Ik snoof en probeerde mezelf te vermannen. 'Dane is nu bezig om de soldaten te leiden. De koning is dood en de soldaten lijken Dane te accepteren als hun nieuwe koning,' vertelde ik hen. Ik rilde hevig terwijl ik op de bank ging zitten, naast mijn vader.

'De koning is dood?' Hij keek me met grote ogen aan en haalde diep adem. 'Nova wat is er allemaal gebeurd?'

Ik schudde mijn hoofd. Ik wilde het hen niet vertellen. 'Jullie zullen me zien als het monster dat ik werkelijk ben.' Ik begon nog harder te snikken en mijn vader trok me terug in zijn armen. Hij wiegde me en streek mijn natte haren.

'Heb jij de koning gedood?' vroeg hij zacht. 'Nova, die man heeft vele slechte dingen gedaan in zijn leven. Hij heeft je moeder vermoord en hij heeft jou aangevallen. Niemand zal je zien als een monster. Heb jij hem gedood?'

Ik knikte tegen zijn schouder. 'Hem en Auria. Auria is dood en het is mijn schuld.' Mijn stem was gedempt, maar ik wist dat ze het hoorden.

Iemand sprong overeind en rende door de kamer. Even keek ik op en het was genoeg om te zien dat Selene de deur opende en naar buiten rende, waarna de deur met een harde klap achter haar dichtviel. Rennend om Dane te ondersteunen nu hij haar het meest nodig had. Nu ik hem in de steek liet, maar ik kon hem gewoon niet onder ogen komen.

Ik vond Cal's blik, die me nu vol medeleven aankeek. Ik hoefde hem niet te vertellen hoe ik me voelde, hij wist dat goed genoeg. Hij wist hoe het voelde om de persoon pijn te doen om wie je het meest gaf. Om een band zo te beschadigen dat het misschien voor altijd kapot was.

Hoe kon Dane de moordenaar van zijn zusje nog recht in de ogen aankijken?

'Kom meisje,' Dane zijn oma pakte mijn handen vriendelijk vast. Ze keek me treurig aan, maar wist ondanks dat naar me te glimlachen. 'Ik heb een logeerkamer waar je even in kan uitrusten. Je ziet er uitgeput uit. Ik zal je wat eten brengen.' Ze hielp me overeind en sloeg een arm om me heen terwijl we door de gangen liepen.

De bracht me inderdaad naar een logeerkamer. Het bed was netjes opgemaakt. Ze pakte de deken die ze eerder om me heen had geslagen van me over en legde deze over een stoel neer. Vervolgens opende ze een kast en daar haalde ze een groot shirt uit.

Het rook naar Dane. De tranen sprongen me weer in de ogen, maar ze overhandigde me het shirt met een bemoedigend klopje op de schouder.

'Trek dit aan, je kan niet in die natte kleding blijven rondlopen. Ik kom zo terug met wat eten.' Ondanks dat ze vriendelijk klonk, was duidelijk dat ze geen tegenspraak accepteerde. Met een knikje liet ze me achter in de kamer en sloot ze de deur zacht achter zich.

Ik kleedde me om in het shirt en kroop onder de dikke dekens die op het bed lagen. Het kleine raampje naast het bed gaf me een perfect uitzicht op het kasteel, die ondanks de regen en de wolken goud glansde. Ik had geen idee wat zich nu allemaal afspeelde binnen het kasteel, maar ik wist zeker dat Dane het onder controle had. Hij was een leider, ondanks dat hij dat zelf niet geloofde.

De deur ging weer open met een zacht piepend geluid. Dane zijn oma kwam weer binnen, deze keer met een kop soep en een stuk brood in haar handen. Ze overhandigde de kom aan mij en vervolgens een lepel, waarna ze naast me kwam zitten op het bed. Alsof ze wilde toezien dat ik iedere druppel opat.

De warme soep was vreselijk welkom. Ik begon er langzamerhand van te eten, terwijl ik me afvroeg wat ik tegen deze vrouw moest zeggen. Ik had haar kleindochter vermoord, maar ondanks dat zorgde ze voor me.

Na een paar happen legde ik de lepel even neer. 'Het spijt me zo,' fluisterde ik tegen de vrouw, waarna ik opkeek en de tranen weer begonnen te rollen. We hadden vandaag zoveel verliezen geleden, maar ik had niet verwacht dat ik daarvan de oorzaak zou zijn.

De vrouw streek mijn natte haren uit mijn gezicht, achter mijn oor. Haar aanraking was warm en teder. 'In oorlog zullen er altijd verliezen geleden worden, aan beide kanten.' Ze keek me veelbelovend aan, wat me vertelde dat mijn vader ook al had verteld wat er met mijn moeder was gebeurd. 'Ook als we het zelf niet willen. Ik geloof niet dat je een slecht mens bent Nova. Ik geloof slechts dat je op een akelige positie bent beland waar je nooit om had gevraagd, omdat onze wereld je daartoe dwong.'

Ik wist niets uit te brengen, dus ik ging verder met het eten van mijn soep. Ik wist niet hoe ik deze vrouw kon vertellen dat ik graag had gewild dat het anders was gegaan. Dat er honderden andere scenario's door mijn hoofd werden afgespeeld, keer op keer op keer en dat ik er gek van werd.

'Dane zal je vergeven,' sprak ze vervolgens zacht. 'Ik heb gezien hoe hij naar je keek toen jullie hier waren. Hij zal je vergeven voor wat er is gebeurd, maar misschien heeft hij gewoon wat tijd nodig om te rouwen. Heb je hem gesproken voordat je hierheen kwam?' Ze keek me ernstig aan.

Ik schudde mijn hoofd. 'Nee,' gaf ik toe. Ik was een lafaard. Ik was vertrokken toen hij het even niet zag en had hem achtergelaten om de boel in zijn eentje op te knappen. Het was fijn om te weten dat Selene nu ondertussen wel bij hem zou zijn. 'Ik durfde hem niet onder ogen te komen. Ik heb hem niet gesproken na alles.'

'Dat dacht ik al,' zei de vrouw met een zachte zucht. Ze haalde een dubbelgevouwen papier uit haar zak en een pen. Deze overhandigde ze aan mij. 'Als je er klaar voor bent, schrijf dan een brief voor hem. Dan laat ik jouw beslissen of jij degene bent die deze brief zal overhandigen, of ik. Tot die tijd moet je uitrusten en op krachten komen, je ziet vreselijk bleekjes.' Ze aaide zacht over mijn wang, waarna ze de nu lege soepkom van me over pakte en opstond. 'Je zal altijd een plek hebben in deze familie Nova,' zei ze nog, voordat ze de kamer uitliep en de deur zacht achter zich sloot.

Ik keek even naar het kasteel en naar wat zich daarbinnen nu zou afspelen. De brief en het papier legde ik opzij, waarna ik ging liggen en de dekens nog beter over mezelf heen sloeg. De warmte van de soep begon langzamerhand door mijn lichaam te verspreiden. Ik sloot mijn ogen en zocht naar het kleine beetje rust die slaap mij kon geven.

~

Dane was al dagen druk in de weer met het regelen van alle belangrijkste dingen. De gevangenen waren vrijgelaten, maar sommige van hen waren te zwak om te vertrekken of hadden geen huis. Hij ving al deze mensen op in het kasteel en liet bedienden en doktoren voor hen zorgen, zodat ze zich eindelijk veilig konden voelen.

Het nieuws was al snel door de hele stad getrokken. Soldaten die zich niet bij hem wilden aansluiten, vertrokken. Hij zag ook vele van hen de stad uit trekken, waarschijnlijk opzoek naar een vredigere plek om te leven.

Selene hielp hem zo goed ze kon. Hij kon belangrijke taken aan haar overlaten en wist dat ze haar best deed om er voor iedereen te zijn.

Allemaal terwijl hij zich bezighield met een van de belangrijkste taken. Langzamerhand zou hij het betaalmiddel van dit land veranderen van goud naar zilver. Dit zou ervoor zorgen dat het goud van de goudstuurders minder gewild was en dat de kans kleiner zou zijn dat er nog op hen gejaagd zou worden. Hij was in gesprek met verschillende metaalbewerkers om dit voor elkaar te krijgen, maar hij besefte zich ook wel dat dit een langer durend proces zou worden.

Hij had Auria begraven, samen met Selene in het kerkhof die achter het kasteel lag. Zijn vader had hij begraven in een verre uithoek. Hij had nog lang bij het graf van zijn zusje gezeten en Selene was bij hem gebleven, terwijl ze zacht over haar spraken. Alle woorden die hij niet had kunnen zeggen tegen Auria, had hij bij haar graf besproken.

In zijn bed 's avonds kon hij alleen maar denken aan Nova. Ze was nog steeds niet teruggekomen naar het kasteel. Selene had hem verteld dat Nova naar hen toe was gekomen om te vertellen wat er allemaal was gebeurd. Ze had hem ook verteld dat ze er zwak uitzag en doordrongen met schuldgevoel. Al vijf dagen vroeg Dane zich af of het beter was als hij haar met rust liet om op krachten te komen, of als hij naar haar toe ging om alle gebeurtenissen te bespreken.

Alleen eigenlijk wist hij niet wat hij zou moeten zeggen. Dat zorgde ervoor dat hij niet ging, bang dat hij haar pijn zou doen of zou kwetsen. Hij wist niet hoe hij zich voelde over het voorval, maar wat hij wel wist was dat hij alles had gezien. Hij had precies gezien hoe Auria de eerste was die aanval en hoe Nova zichzelf alleen maar probeerde te verdedigen. Hij wist ook dat Nova waarschijnlijk dood was geweest als ze zichzelf niet had verdedigd.

Ondanks al dat, ging het wel om zijn zusje. Hij rouwde om de tijd die hij met haar had willen hebben en de herinneringen die hij niet met haar had mogen maken.

Hij rouwde iedere seconde van de dag, zelfs nu in de eetzaal waar hij in gesprek was met zijn belangrijkste soldaten. Maxwell was nog niet gekomen om hem te bezoeken, maar Dane begreep dat hij bij Nova wilde zijn. Zij waren Iris verloren en dat mocht hij niet vergeten. Ze hadden tijd nodig om alles weer op een rijtje te zetten.

De deuren van de eetzaal gingen open en Dane keek hoopvol op. Hij verwachtte niemand, zou Nova dan eindelijk bij hem terugkeren? Hij stond op van zijn stoel om beter te kunnen zien wie er binnengelopen kwam.

Het was niet Nova, maar zijn oma. Ze was al meerdere keren bij hem langsgekomen en ze hadden samen bij Auria's graf gezeten. Het was fijn om te weten dat zijn laatste familielid nog veel om hem gaf en bij hem was iedere stap die hij zette.

Ze kreeg een blije glimlach op haar gezicht en liep recht in Dane zijn uitgespreide armen. Sneller dan normaal liet ze hem los en overhandigde ze hem een brief, waar zijn naam in sierlijke letters opstond.

'Het is van Nova,' vertelde ze hem, terwijl ze op de lege stoel naast de zijne ging zitten. De stoel die hij vrijhield voor Nova. Hij wilde haar nergens anders dan aan zijn zijde. Zijn oma wist dat. Dat zij daar ging zitten betekende in ieder geval dat ze er vandaag niet bij zou komen.

Met beverige handen opende Dane de brief en begon hij te lezen. De soldaten om hem heen verlieten respectvol de ruimte en lieten hem samen met zijn oma en de brief achter. Bij ieder woord voelde hij zijn hoop verder en verder in zijn schoenen zakken.

Liefste Dane,

Ik ben zo trots op alles wat je bereikt hebt. Je oma heeft me bijgepraat over alle goede dingen die je doet in het kasteel. Ik heb vanaf het moment dat ik je ontmoette al geweten dat jij in staat bent om grootse dingen te doen.

Het spijt me dat ik niet bij je ben tijdens deze reis. Het spijt me ook voor alles wat er is gebeurd, maar ik kan mezelf nog niet vergeven. Daarom heb ik samen met mijn vader besloten om een tijdje te vertrekken.

Maxwell zal alle soldaten in de steden inlichten over wat er is gebeurd en ik zal hem daarbij vergezellen. We zullen het geweldige nieuws van jouw nieuwe rol verspreiden door het land en hiermee heel veel goudstuurders blij maken, allemaal dankzij jou.

Ik mis je vreselijk, maar ik denk dat deze tijd goed zal zijn voor ons allebei.

Tot ziens,

Nova.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top