Hoofdstuk 37

Ik wist niet wat er met me gebeurde toen we de troonzaal binnenliepen, maar het voelde alsof er een sluier over mijn gave werd gelegd. Ik kon het nog voelen onder mijn huid, maar ik kon het niet meer sturen of bereiken. Het voelde fout, heel erg fout. Terwijl ik naar de koning keek, wist ik wie daar verantwoordelijk voor was.

Mijn moeder haar vergulde lichaam was weggehaald. Ik wilde niet naar de plek kijken waar alles was gebeurd, bang dat ik opnieuw zou breken. De tranen waren nog niet eens opgedroogd op mijn wangen op het moment dat ik voor de koning op mijn knieën werd geduwd.

Dane lieten ze van een afstandje toekijken. Hij stribbelde tegen en probeerde vrij te komen uit de greep van de soldaten, maar we wisten allebei dat het hem toch niet ging lukken. Hij keek moedeloos toe, precies zoals mijn vader had gedaan.

Mijn gave roerde en roerde, maar viel niet te gebruiken.

De koning hurkte voor me neer, leunend op zijn zwaard. Het goud glinsterde en ik zag mijn eigen spiegelbeeld. Vermoeid, uitgeput. Dat was alles wat ik zag. Er was geen kracht meer in te vinden. Alles leek voorbij.

Auria nam achter hem plaats en zodra hij dat doorhad kwam de koning weer overeind. Hij richtte zich tot zijn dochter en plaatste een hand op haar schouder. 'Ik wist dat ik op je kon rekenen.' Hij glimlachte naar haar op een manier waarop een liefhebbende vader naar zijn dochter zou glimlachen, maar toch miste er iets.

'Waarom doe je dit Auria?' vroeg Dane haar plots. Hiermee trok hij de aandacht van zijn beide familieleden. 'Waarom help je de man die onze moeder heeft vermoord? De man die mij, zijn eigen zoon, probeerde te vermoorden toen ik nog maar een klein kind was? Ik dacht dat we een team waren.' Zijn stem brak en de emoties in zijn stem sneden door me heen.

Zijn zusje wendde zich tot hem. 'Hij had me al gewaarschuwd voor de leugens waar je mee aan zou komen zetten.' Ze sloeg haar armen over elkaar, bekeek hem voor het eerst echt goed. 'Dat jullie niet meteen vertrokken zijn laat enkel blijken dat hij gelijk had. Je bent hier gekomen om mijn plaats in te nemen en onze vader te vermoorden.'

Dane trok wit weg. 'Dus jij wilt me vertellen dat je dit allemaal goed vindt? Dat goudstuurders worden uitgebuit om hun gave? Vermoord om hun gave?' Zijn ogen vonden de mijne. Zijn liefde vond de mijne. 'Mensen zoals Nova? Ben je er oké mee dat mensen zoals zij doodgaan?'

Dit verplaatste Auria's aandacht van hem op mij. Ze keek me aan vanaf haar podium, vlak naast de troon. Waar ik bij Dane altijd medeleven en vriendelijkheid had gezien, leek dat bij haar nergens te bekennen. 'Wel als het mensen zijn die een poging doen mij te vermoorden.'

Ik keek haar vol verwarring aan, waar had ze het over?

'Pap heeft me fijntjes uitgelegd hoe jij haar wilt gebruiken om mijn leven te nemen, zodat er niets tussen jou en de troon staat.' Ze keek weer terug naar haar broer. Voor haar was ik slechts een pion in het spel. Misschien was ik dat ook. 'Zonder gave is zij niets. Ik zal die gave erven en dan zal er niets meer zijn wat onze bloedlijn kan bedreigen.'

Mijn gave erven? Vol paniek keek ik naar de koning, die het kristal weer in zijn hand had gepakt. Het kristal waarmee hij eerder mijn gave had gestolen. Hij overhandigde het kristal aan zijn dochter, die nu op me af kwam en vlak voor me kwam staan.

'Alsjeblieft doe dit niet,' smeekte ik haar en de tranen begonnen weer over mijn wangen te lopen. Mijn gave was van mij. Ondanks alle slechte dingen die het tot gevolg had gehad, hield ik van mijn gave. Ik hield van het gevoel, van de energie die door mijn lijf liep. Ik hield ervan om nieuwe dingen te ontdekken die ik kon en de band die ik met Dane deelde.

Auria snoof. 'Ik heb geen schuld in de keuzes die jij hebt gemaakt,' sprak ze me fel toe, terwijl ze het geschreeuw van haar broer op de achtergrond negeerde. 'Het is tijd om te boeten voor jouw daden.' Ze sloot haar ogen en pakte het kristal steviger beet tussen haar handen.

'Auria je weet niet of het veilig is!' schreeuwde Dane. Langs Auria vonden we elkaars blik en de weerspiegelende paniek erin. 'Laat haar met rust! Laat me los!' Hij schreeuwde en stribbelde tegen de grepen om zijn armen. Zijn emoties lieten mijn gave nog heviger roeren, ondanks de sluier die zijn vader er overheen had gelegd.

Dane, zijn vader en zijn zusje hadden dezelfde gave, maar mijn moeder en ik hadden dat ook. Een was altijd sterker dan de anderen en de koning was bang geweest voor Dane en mij samen. We waren naar elkaar toegegroeid en hadden elkaar leren kennen. We hadden onze gaven leren kennen, samen. Dat moest toch wat betekenen?

Ik vestigde mijn blik op Auria. Het was nu slechts de vraag wie hier sterker uit zou komen. Ik zou er alles aandoen om te zorgen dat ik dat was.

Vastbesloten sloot ik mijn ogen. Ik zocht dieper en dieper in mijn gave, tot ik de band vond die ik met Dane deelde en de onderdrukking die ik van de koning voelde. Kleine slierten gleden al uit mijn greep, richting Auria. Ik greep de slierten beet, nu was het genoeg geweest.

Ik verzamelde alles wat ik had en ik trok het door mijn lichaam alsof ik mijn ledematen ermee kon vullen. Het was mijn gave, mijn kracht. Als iemand het kende en wist hoe het gebruikt moest worden, dan was Ik het.

Dane zijn emoties lieten de kracht oplopen. Meer en meer, tot ik geen plek meer had in mijn lichaam. Tot het voelde alsof het onmogelijk was om nog meer kracht in me op te nemen. Op dat moment begon ik te duwen.

'Nova, wat ben je aan het doen?' hoorde ik Dane roepen, omdat hij precies voelde wat mijn gave deed. We deelden een diepere band dan de koning ooit zou kunnen beseffen.

'Ze willen mijn gave,' sprak ik zacht, grijnzend. 'Dan zullen ze het krijgen ook.' Ik stapte op Auria af en pakte het kristal vast, zo stevig dat ze het niet meer uit mijn handen kon trekken. Haar gezicht betrok, maar ze hield haar concentratie vast.

Ik wendde mijn blik af naar de koning, die naast ons stond met iets van bezorgdheid op zijn gezicht. Hij vond mijn blik en schudde zijn hoofd. 'Je hebt nooit genoeg om het hele kristal te vullen.' Daarmee stelde hij zichzelf gerust.

Ik grijnsde nog breder. 'Ik heb misschien niet genoeg, maar er valt genoeg te lenen.'

Zijn ogen werden groter en Dane viel stil toen het goud van de vloer langs mijn benen begon te lopen. Het kroop omhoog als slangen en gleed om mijn lichaam. Beetje bij beetje werd ik omgeven door de slierten van goud, tot ze langzamerhand begonnen te verdwijnen. Tot ze in mij begonnen te trekken zoals het goud vanuit Dane ook terug in mij was getrokken.

Alleen dit was niet mijn goud. Dit was goud van tientallen, wellicht honderden verschillende goudslaven. Deze kracht was anders, rauwer. Het kostte me moeite om alles op te nemen, maar beetje bij beetje gebeurde het. Dat was alles wat ik nodig had, terwijl ik het meteen doorstuurde naar het kristal.

Het kristal begon feller en feller te gloeien, tot ik er niet meer naar kon kijken. Rondom mijn nek voelde ik warmte en terwijl ik omlaag keek zag ik de ketting om mijn nek ook gloeien. Het was hetzelfde soort kristal en het voelde als een kern van energie.

Een kristal die was opgeladen iedere keer dat ik mijn gave had gebruikt. Ik voelde alle verschillende emoties die ik had gebruikt om mijn gave aan te sturen nadat ik de ketting had gedragen. Ik voelde zelfs een stukje van wat ik uit Dane zijn schouder had gehaald.

Alles duwde ik in het grotere kristal tussen mijn handen. Het gloeide en op dat moment haalde Auria sissend haar handen er vanaf. Ze struikelde achteruit en werd opgevangen door haar vader, die me vol afgrijzen aankeek.

Zijn nieuwverworven gave botste met de mijne tegen het kristal. Hij trok, alsof hij alles in zichzelf op wilde nemen. Zijn handen beefden en zijn ogen werden glazig, maar hij trok door.

Hij kon het krijgen.

Ik liet mijn volledige grip op het kristal los. Bijna exact op datzelfde moment schoot de koning naar achteren, met zijn rug botsend tegen de armleuning van zijn eigen troon. De vloer om mij heen was ondertussen volledig ontdaan van het goud, in een perfecte cirkel. De vloer om hem heen bestond nu uit gouden pilaren die omhoog schoten, teveel om in zijn lichaam te verblijven.

'Pap!' Auria gilde en rende naar hem toe. Ze hurkte neer bij haar vader en haar jurk omhulde haar op de grond als een soort bloedvlek.

In een snelle beweging van mijn hand had ik de soldaten die om Dane heen stonden naar achteren geduwd. Dane keek vol ongeloof naar zijn vader en zusje, maar rende vervolgens naar mij toe. Net optijd om me op te vangen doordat ik tegen de grond stortte.

'Wat heb je gedaan?' fluisterde hij, terwijl hij me zacht naar de grond liet zakken. Hij hield me stevig vast terwijl we beiden naar de koning keken en het tafereel dat zich daar ontvouwde.

Zelfs alle soldaten stonden stil om te kijken wat er gebeurde.

Het goud dat de koning in zich op had genomen, begon langzamerhand naar buiten te komen. Het begon met goudstof dat zich op zijn lichaam verzamelde, zoals ook bij mij gebeurde als ik een uitbarsting had. Als ik meer in me had dan ik kon houden. Alleen de hoeveelheid bij de koning was vele mate groter.

Hij bracht zijn hand naar het gezicht van Auria. 'Laat hen niet winnen.'

Ik hoorde de woorden vanaf mijn plek en Dane verstrakte.

Er gleed een traan van Auria's wang op de schouder van de koning, waarna zijn hele lijf in goud veranderde. Precies zoals hij bij mijn moeder had gedaan. Ik kon voelen wanneer hij precies stopte met ademen, omdat het mijn goud was. Dane kon het waarschijnlijk ook voelen.

Op dat moment brak er iets in Auria.

'Ik vermoord je!' gilde ze, waarna ze opstond. Ze trok het gouden zwaard van het lijk van haar vader en kwam op me af gerend.

Dane stond al op. Hij was onbewapend en hield zijn armen voor zich uitgestrekt, in de hoop dat hij haar zo kon stoppen. 'Auria alsjeblieft,' smeekte hij haar, terwijl ze dichter en dichter bij hem kwam.

Ik wist een gouden straal op het zwaard af te sturen voordat ze hem doorkliefde. Het zwaard week uit, maar sneed wel langs Dane zijn zij. Hij kreunde van pijn en stortte op de grond, maar Auria had slechts oog voor mij.

Ik kroop overeind terwijl ze het zwaard ophief om naar me uit te halen. Ik trok de laatste beetjes van mijn gave uit mijn lijf om mezelf te verdedigen. Slag na slag wist ik het zwaard af te weren, maar er begon een einde te komen aan mijn gave en mijn energie.

Het zwaard kwam voor de zoveelste keer op me af en ik wist dat dit mijn laatste beetje goud zou zijn. Heviger dan ik tot nu toe had gedaan verzamelde ik het goud. Hiermee gebruikte ik al mijn laatste energie en ik klapte pijnlijk tegen de grond.

Ik vuurde, op hetzelfde moment dat zij haar laatste aanval plaatste om het zwaard door mijn borst te dringen.

Dane zijn gepijnigde geschreeuw was het enige wat ik hoorde.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top