Hoofdstuk 33

Ik wist wat Dane had gedaan. Ik had mijn gave door de grond zien schieten, naar beneden. Ik had gevoeld hoe het goud zich naar beneden had getrokken, tot de troonzaal waar het weerstand tegenkwam. Het was bijna alsof het goud me de mogelijkheid gaf om in de ruimte te kijken, maar waarschijnlijk was het Dane zijn energie die ik voelde. Zijn woede was door me heen getrokken alsof het mijn eigen woede was.

Ik had hem zien staan toen de bewakers kwamen om me uit de cel te halen. Zijn gebogen schouders en gepijnigde gezichtsuitdrukking waren me niet ontgaan. Ik wist niet precies wat er was voorgevallen in de troonzaal, maar het was niet veel goeds. Ik had slechts een tedere aanraking tegen zijn hand kunnen geven voordat ik meegevoerd werd naar mijn kamer, waar ik me nu bevond.

Er lag een nieuwe gouden jurk voor me klaar. Ik maakte de gescheurde jurk los en liet het op de grond vallen, wat een zacht rinkelend geluid veroorzaakte. Het bad dat al voor me was laten vollopen, was te aanlokkelijk om niet te accepteren. Ik liet me in het warme, geurende water zakken tot zelfs mijn hoofd onder water was. Tot ik even niets meer meekreeg van de wereld om me heen.

Totdat ik weer boven moest komen om adem te halen. De zeep in het water prikte in mijn ogen, maar de prikkeling was niet te vergelijken met de pijn die ik in mijn lichaam voelde. Alles waar ik mijn hele leven lang voor was gevlucht, gebeurde nu. Ik wilde dat ik naar boven kon gaan en voor Dane zijn cel kon blijven zitten totdat ze hem er weer uit lieten. Alleen toen ik de bewakers had gevraagd of ik met hem kon praten, hadden ze me stevig vastgepakt en mee de trappen af getrokken.

Een zachte klop op mijn badkamerdeur trok mijn aandacht. 'Nova, mag ik binnen komen?' vroeg mijn moeder aan de andere kant van de deur. Haar stem klonk zwak, alsof ze had gehuild. In al die jaren dat we met z'n tweeën waren had ik haar nog nooit zo gehoord.

'Geef me een momentje, ik kom wel naar buiten.' Mijn rustmomentje was voorbij en het was tijd om de werkelijkheid weer onder ogen te komen. Ik duwde mezelf omhoog uit het bad en droogde me snel af, waarna ik de badjas om mezelf heen sloeg die al aan een haakje van de deur hing. In mijn tijd bij Dane had ik me niet zo luxe kunnen wassen en ik waardeerde het wel dat ik eindelijk weer een beetje schoon rook.

Hoewel ik deze badkamer binnen een seconde in zou ruilen om weer samen met Dane een hotelkamer te delen.

Mijn moeder wachtte op me op het bed. Ze keek meteen op toen ik door de badkamerdeur gelopen kwam en er rolde een traan over haar wang, die ze snel wegveegde. Ik had het al lang gezien.

'Het spijt me dat je dat moest meemaken Nova,' zei ze en haar stem brak. Ze pakte mijn handen vast en liet me naast zich zitten.

Ik kon mezelf niet inhouden. 'Zo erg leek je het anders niet te vinden in die troonzaal.' Ik had haar zien staan en ik had het afschuw op haar gezicht gezien, maar ze had niets gedaan. Niet zoals Dane, die schreeuwend voor me had gevochten om bij me te komen.

Haar ogen vonden de mijne. 'De jongen geeft duidelijk veel om je,' zei ze zacht. Ze keek naar de gouden jurk die naast haar lag en ik zag een schaduw van afschuw over haar gezicht trekken. 'Je moet echt voorzichtiger zijn Nova. Als de koning eenmaal beslist dat Dane niet genoeg is om jou onder de duim te houden, dan zal hij met andere manieren komen.'

Er trok een rilling door me heen. 'Ik weet het,' gaf ik eerlijk toe. Het was erg genoeg om Dane naar die cel te zien lopen, volledig verslagen. Ik zou beter mijn best doen, ik zou me gedragen. Alles om ervoor te zorgen dat hij dat niet nog eens mee hoefde te maken. 'Ik ga me omkleden.' Ik trok mijn handen los uit die van mijn moeder en pakte de afgrijselijke jurk van het bed en nam het mee naar de badkamer.

Toen ik weer buiten kwam, omgekleed en netjes, kwam mijn vader de kamer binnen gelopen. Zijn ferme passen staakten toen hij mij zag staan en zijn blik gleed over de jurk. Hij wist net zo goed als ik waarom ik dit moest dragen, het was allemaal een machtsvertoon van de koning.

'We moeten een plan maken.' Maxwell schoof de bureaustoel die in de hoek stond naar achteren en ging zitten, naar ons toe.

Mijn moeder en ik konden hem even enkel aanstaren. 'Waar heb je het over?' stootte ik verward uit. 'Je bent zijn generaal, heb je dat ondertussen niet duidelijk genoeg gemaakt? Waarom zou je dit in vredesnaam doen? Waarom zouden we jou vertrouwen?' De woorden spuwden naar buiten en ik kon ze niet meer tegenhouden. Al die jaren had ik gedacht dat mijn vader een held was, maar de afgelopen tijd was me pijnlijk duidelijk geworden dat dat niet het geval was.

Maxwell zuchtte. 'Ik moest een manier bedenken om zijn vertrouwen te winnen, dus ik vertelde hem over Dane zijn plan. Dane heeft geen idee dat ik nog altijd aan zijn kant sta, ik heb hem niet kunnen spreken. Het enige wat jullie hoeven te doen, is je gedragen. Zorg ervoor dat de koning jou en Dane zal vertrouwen. Dan maak ik het plan en moeten jullie ervoor zorgen dat jullie klaarstaan.'

Alles wat hij me vertelde, was niet logisch. Alleen blijkbaar had Dane hem vertrouwd. Dane had hem verteld over zijn plan. 'Ik zal me gedragen, maar als Dane weer vrijkomt zal ik dit met hem bespreken.' Ik probeerde mijn stem gelijk te houden, maar ik was bang. Ik wilde zo niet leven, maar kon mijn vader ons hier echt wegkrijgen? 'Als we dit gaan doen, dan wil ik dat Selene en Cal met ons meekomen.'

Mijn vader keek me verrast aan. 'Cal?'

Er trok een steek door me heen. Cal's verraad deed nog altijd pijn, maar ik wist nu tenminste waarom hij alles had gedaan. 'Cal en zijn familie. Iedereen, anders niemand.' Ik hoopte dat hij een moment kon vinden om met Dane te praten voordat het zover was.

Ik hoopte dat mijn vader oprecht was en dat we hier allemaal weg zouden komen...

~

De rest van de dag en de dagen die volgden gedroeg ik me zo goed mogelijk. Ik droeg de walgelijke gouden kleding die voor me werden klaargelegd en ik at samen met mijn ouders. Bij iedere maaltijd werden er tafels in de troonzaal gezet waar de hooggeplaatste mensen in het kasteel kwamen eten. Blijkbaar hoorde ik daar nu ook bij, maar terwijl ik daar zat voelde ik altijd de macht die de koning had over mijn gave.

Cal zag ik alleen van de verte, maar ik vond regelmatig zijn blik. Het werd onze manier om elkaar moed toe te spreken. De kleine knikjes, de glimlachjes. We probeerden de hoop erin te houden, maar per dag werd het lastiger. Dane bleef langer opgesloten in de cel dan ik had verwacht.

De dagen verstreken zo vreselijk langzaam en nu bevond ik me opnieuw met mijn ouders aan een van de eettafels voor het avondeten. We probeerden iedere keer weer een geloofwaardige act neer te zetten. Mijn ouders stelden me vragen over wat er allemaal was gebeurd, terwijl mijn vader me probeerde te leren kennen. Ondanks dat het begon als een act voor de koning, begon ik het prettig te vinden om mijn vader te leren kennen. Beetje bij beetje won hij mijn vertrouwen, maar tegelijkertijd maakte dat me bang.

'Ik kan niet geloven dat het je echt is gelukt,' zei mijn moeder, nog altijd geschrokken van het verhaal die ik haar zojuist had verteld. Haar gezicht was bleek geworden en ze staarde me aan alsof ze me niet meer herkende. 'In al die jaren training is het nooit gelukt?'

Ik grinnikte om haar reactie. 'Zijn gave stabiliseerde de mijne. Het was alsof hij me hielp om mijn gave te gebruiken. Ik was vreselijk bang, maar het verspreidde te snel door zijn lichaam dus we moesten het weghalen.'

Maxwell knikte goedkeurend en had een bewonderende blik op zijn gezicht. 'Tot nu toe is het nog nooit iemand gelukt om het goud ergens weg te trekken, enkel om het te verspreiden. Je mag trots zijn op jezelf.'

Ik haalde mijn schouders op om zijn opmerking weg te wuiven. Ik was niet trots op mezelf, want ik was de persoon die Dane in de eerste instantie in gevaar had gebracht. Ik was gewoon blij dat ik mijn fout had kunnen oplossen voordat het echt een groot probleem werd.

Mijn gave sputterde. Ik schoot omhoog als reactie op het gevoel en keek naar de koning, die momenteel diep in gesprek was met zijn adviseurs die bij hem aan tafel zaten. Hij keek niet naar me en leek ook niet te merken dat ik naar hem keek. Opnieuw voelde ik de zachte golf van energie door mijn lijf trekken en mijn ogen schoten naar de deur, die op hetzelfde moment opende.

Dane werd de troonzaal binnengelaten. Zijn aanwezigheid trok meteen ieders aandacht. Hij droeg een net groen pak met gouden afwerkingen, de kleuren van het koninkrijk. Op zijn hoofd stond een gouden kroon en zijn rode haren staken hevig af tegen al dat groen. Zijn donkerbruine ogen scanden de ruimte rond, waarna ze bleven hangen toen ze mij hadden gevonden.

Alle lucht werd uit mijn longen gezogen toen ik hem zag staan. Ongeschonden en veilig. Vrij, niet langer opgesloten in die cel. Hij grijnsde en begon op me af te lopen.

Ik wachtte niet. Met iets te veel kracht schoof ik mijn stoel naar achteren, wat een hevig geluid veroorzaakte door de zaal en alle aandacht naar mij toe trok. Het maakte me ook niets uit, de koning had me allang veranderd in een kermisattractie. Nu rende ik, zo hard als mijn hakken het toelieten, op Dane af. Ik schoot tegen hem aan en sloeg mijn armen om hem heen. De kracht liet hem enkele stappen naar achteren zetten, maar hij lachte zacht.

'Ik heb je gemist,' fluisterde ik, terwijl ik zijn vertrouwde geur opsnoof en mezelf aan hem vastklampte. 'Ik wist niet wanneer ze je weer zouden laten gaan. Ik kon er niet tegen zonder jou.'

Hij sloeg zijn armen om me heen en ik voelde een tedere kus op mijn voorhoofd. 'Ik ben hier nu,' fluisterde hij terug. 'Maxwell heeft me alles verteld. Het komt goed Nova, dat beloof ik je.'

Ik schudde mijn hoofd tegen zijn schouder. 'Maak alsjeblieft geen beloftes die je niet waar kan maken.' Ik liet hem los en keek hem wat treurig aan. Er was een kans dat dit zou slagen, maar ook dat dit vreselijk zou mislukken. Dan zouden er consequenties zijn, flinke. Ik tikte tegen de kroon op zijn hoofd, probeerde de sfeer iets luchtiger te maken. 'Je ziet er niet uit.'

Dane lachte geamuseerd en ik had dat geluid gemist, meer dan alles. Hij sloeg zijn arm om mijn middel en leidde me mee terug naar de tafel waar ik met mijn ouders had gezeten. Naast hem voelde ik me anders dan dat ik me deze hele week had gevoeld. De afgelopen dagen had ik me bang en onzeker gevoeld, maar naast hem voelde ik me onoverwinnelijk. Alsof ze me alles konden maken, want hij zou er zijn om me er doorheen te trekken.

Aangekomen bij de tafel schoof Dane de stoel voor me naar achteren. Ik nam plaats en terwijl hij de stoel weer naar voren schoof hoorde ik hem zacht fluisteren: 'Over een paar dagen zijn we hier weg.'

Ik ging zitten met een glimlach op mijn gezicht en hield zijn hand onder tafel vast tijdens de rest van de avond. Ik zou hem nooit meer loslaten en nooit meer laten gaan. We waren een team, we hoorden bij elkaar.

Alleen terwijl ik hem daar zag zitten, netjes in pak en met die kroon op zijn hoofd, begon mijn geweten langzamerhand aan me te knagen. Hij was koninklijk, dat was duidelijk aan alles. Aan de manier waarop hij zat, maar ook hoe hij sprak. Vol zelfvertrouwen en kracht, dat was wat een echte leider nodig had.

En die echte leider was niet de man die momenteel op de troon zat.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top