Hoofdstuk 32

Slechts één keer eerder had Dane zich zo moedeloos gevoeld als nu. Dat was toen hij zijn moeder verloor, de vrouw die haar leven had gegeven om die van hem te redden. Terwijl Nova uit de troonzaal werd verwijderd, met angstige ogen, brak er iets in hem. Hij schreeuwde en hij stribbelde tegen terwijl de soldaten hem met ijzeren grepen tegenhielden.

'Dane, zoon, kalmeer een beetje,' zei zijn vader, alsof er niets gebeurd was. Alsof hij niet zojuist de vrouw van wie hij hield afgevoerd zag worden naar de koude cellen.

De koude cellen die haar moeder al te goed kende. Terwijl hij zich omdraaide naar Iris Kemp zag hij dat haar hele gezicht wit was geworden en dat ze wankel op haar benen stond. Hij voelde geen medelijden voor haar, want ze had daar slechts gestaan. Ze had niets gedaan om haar dochter te helpen.

Zo ook de man die naast Dane zijn vader stond. De generaal met wie hij een deal had gemaakt. Hun blikken kruisten kort, vlak voordat Dane zich tot zijn vader richtte. De koning had geen idee wie er naast hem stond, terwijl hij opnieuw plaatsnam op zijn troon. Hij zette zijn kroon recht en haalde theaterhaal adem.

'Ik wil dat je weet wat de gevolgen zijn van jouw daden Dane,' sprak de man nu kil tegen hem. 'Voor iedere misstap die jullie zetten, wordt de ander gestraft. Je denkt toch niet dat mijn eigen generaal geheim houdt dat je hem probeert om te praten tot verraad? Nova gaf me gewoon een extra reden om haar weg te stoppen.' Hij bekeek zijn zwaard aandachtig.

Dane verkilde en keek opnieuw naar de generaal. Nova's vader had de koning over hun plannen verteld? 'Ik wil naar haar toe.' Dane stapte naar de troon en zijn vader, maar de soldaten pakten hem opnieuw vast en trokken hem terug. 'Laat me haar verdomme zien! Ik wil naar haar toe, anders zal iedereen achter de waarheid komen.'

Het was een bluf, een vreselijke bluf en de koning wist dat. Hij grijnsde naar zijn zoon, die nu moedeloos voor hem stond. Compleet onder zijn controle en er waren nu geen deals of plannen meer die hem of zijn vrienden konden beschermen. 'Zonder Maxwell in je plan heb je geen been om op te staan. Niemand hier is bereid om jouw boodschap door te geven.'

Zijn boodschap aan zijn oma, die ervoor zou zorgen dat iedereen met wie hij ooit contact had gehad of zaken had gedaan de waarheid zou verspreiden. Dane had altijd uit de goedheid van zijn hart gewerkt. Hij stond bekend als de Geestenjager, maar die naam kwam oorspronkelijk uit het kasteel. Omdat hij iedereen in veiligheid bracht met een gave of een dodenmarkering.

Al deze mensen met wie hij ooit in aanraking waren gekomen, wisten de waarheid en waren niet bang om deze te verspreiden. Alleen dan moest hij wel een boodschap kunnen versturen en de koning had gelijk. Die deal had hij met Maxwell gesloten, maar blijkbaar vond hij zijn dochter niet belangrijk genoeg. De moed zakte hem in de schoenen.

'Laat me Auria dan zien,' smeekte hij de koning. Hij haatte het om dit te moeten doen, maar voor zijn geliefden zou hij smeken. Voor Auria, Nova en Selene zou hij alles doen. 'Ik wil haar ontmoeten als de persoon die ze nu is.' De afgelopen jaren zonder haar waren een hel geweest en constant waren zijn gedachten naar haar uit gegaan. De vragen in zijn hoofd teisterden hem. Had hij haar mee kunnen nemen? Hadden ze haar hier vandaan kunnen halen, als ze net even iets harder hadden geprobeerd?

Vito Dicorus kreeg een akelige glimlach op zijn gezicht. 'Jouw zusje denkt dat je hier bent om haar kroon te stelen,' vertelde hij Dane, waarmee hij alle laatste stukjes van Dane zijn hart brak. 'Ze heeft me duidelijk gemaakt dat ze je niet wilt zien. Ze heeft me gevraagd om jouw bij haar vandaan te houden.'

Auria... Zijn kleine zusje voor wie hij alles en iedereen zou trotseren, dacht dat hij hier was om haar pijn te doen.

'Je hebt tegen haar gelogen.' Dane zijn ogen spuwden vuur terwijl hij naar zijn vader keek. Zijn gave woedde binnen in hem, een gave waar hij zich bewuster van was geworden nadat Nova het goud uit zijn schouder had verwijderd. Hij voelde haar, ver boven zich. Hij voelde haar gave en hij voelde haar wanhoop.

Die wanhoop zorgde dat er iets in hem brak. Met een schreeuw wist hij Nova haar gave over te nemen. Hij voelde hoe het goud zich door de vloeren van de kerkers naar beneden trok, tot het door het plafond van de troonzaal drong. Het schoot als een levend wezen de ruimte door, recht op Vito Dicorus af. Vlak voor de koning stopte het.

De koning lachte, alsof hij niet zojuist was aangevallen. Hij had zijn hand opgeheven naar het goud en bewoog het omlaag, waarna het goud in splinters uit elkaar viel. Hij had complete controle over het goud die net nog op hem af raasde. 'Probeer dit nog maar eens als je je gave echt onder controle hebt jongen,' spotte de koning met zijn zoon. Hij leunde achterover in zijn stoel en seinde met zijn hand, waardoor bedienden naar voren gesneld kwamen om de splinters op te ruimen.

De splinters brachten Dane terug naar die hotelkamer. Hij herinnerde zich de angst op Nova haar gezicht toen hij naar haar toe kwam. Hij herinnerde zich precies hoe machteloos hij zich voelde toen ze in tranen uitbarstte na haar uitbarsting. Misschien was zijn vrijheid slechts een droom geweest, waar hij nooit aan vast had kunnen houden.

Zijn schouders zakten en het voelde alsof hij alles in zijn leven was verloren. 'Vertel me wat je wilt dat ik doe. Vertel het me en ik doe het, maar laat Nova alsjeblieft uit die kerkers en laat Selene met rust.' Het enige wat hij nog in zich had was dat, het beschermen van zijn geliefden. Meer kon hij momenteel niet meer doen, niet meer aan.

Vito Dicorus knikte tevreden, alsof dit alles was wat hij vandaag had willen bereiken. 'Ik wil dat je je plek inneemt als prins. Ik wil dat je je gedeisd houdt en je gedraagt alsof je hier wilt zijn en gelukkig bent dat je terug bent. Ik wil dat je iedereen laat geloven dat jouw oma je heeft weggerukt bij het kasteel nadat je moeder overleed en dat je je weg terug hebt gevonden naar huis.'

Dane knikte. Het was een geloofwaardig verhaal. De pijn die het hem zou brengen om deze leugens te verspreiden, viel niet te vergelijken met de pijn die hij zou voelen als Nova of Selene iets overkwam. 'Wat win jij hiermee?' vroeg hij, zijn hoofd opgeheven.

'Jouw leven en jouw rol als prins kan me niet veel schelen Dane, dat weet je zelf ook.' De koning keek hem aan met die donkere ogen. Dane haatte het dat ze zo vreselijk veel op elkaar leken. 'Nova is waar dit allemaal om draait. Jij bent hier om haar onder de duim te houden. Zolang jij hier bent, zal Nova doen wat ik van haar vraag.

Dane zijn bloed verkilde. Hij haatte het dat hij werd ingezet als een manier om Nova onder de duim te houden, dat had hij nooit voor haar gewild. Alleen momenteel was dit de enige manier om haar veilig te houden. 'Je belooft dat je haar niets aandoet? Ik wil niet dat je haar gave overbelast of haar mentaal pijn doet. Ik wil dat ik op ieder moment mag bepalen wanneer iets stopt.'

De koning keek hem even in stilte aan. Hij had alle touwtjes in handen en dat wist hij. 'Je mag smeken voor haar, maar ik bepaal op dat moment zelf wel of ik daar naar luister of niet.' De grijns op zijn gezicht liet Dane walgen.

Hij wist dat hij niet meer zou krijgen dan dit. 'Haal haar uit de kerkers.'

'Alleen als jij haar plaats inneemt.'

Dane zijn adem haperde. Zijn hele leven na zijn moeder had gedraaid om vrijheid, maar voor Nova kon hij die gedachte opzij zetten. Hij kon accepteren dat de koning iemand nodig had om te straffen en hij kon die kerkers vrijwillig betreden, wetende dat hij er weer weg zou komen.

'Oké.'

~

Maxwell Ford kon enkel toekijken toen de soldaten zich bij Dane voegden en hem naar de kerkers brachten. De jongen keek nog één keer achterover en hun blikken vonden elkaar. Het schuldgevoel en de pijn die Maxwell voelde kon hij niet aan hem laten zien, dus hij keek slechts emotieloos terug. Na Dane zijn vertrek, verliet ook Iris de ruimte. Waarschijnlijk om Nova op te vangen als Dane haar plaats in had genomen.

'Ik wil dat je hen in de gaten houdt Maxwell,' zei de koning naast hem. Zijn stem klonk geïrriteerd, een emotie die hij niet had losgelaten met de andere aanwezigen in de ruimte. Nu het alleen hen twee waren, deed hij dat wel.

De koning vertrouwde Maxwell. Al die jaren had Maxwell voor dat vertrouwen gestreden, voor een moment als deze. Een moment dat hij dat vertrouwen nodig zou hebben en kon gebruiken om de mensen om wie hij echt gaf in veiligheid te brengen. 'Natuurlijk. Hoeveel dagen laat u hem daar zitten?'

De koning lachte. 'Het gaat me niet om zijn verblijf in de kerkers. Ik wilde weten hoe ver hij zou gaan voor haar. Dat heeft hij me hierbij laten zien.'

De deuren van de troonzaal werden geopend en het getik van haar hakken kondigde haar aanwezigheid al aan voordat ze ook echt binnen kwam. Auria Dicorus kwam de hoek om gelopen, recht op haar vader af. Haar felle rode krullen bewogen mee met iedere beweging en de kroon op haar hoofd glinsterde. Ze droeg een van haar vele groen met goud ingelegde jurken. De gelijkenissen tussen haar en Dane waren schokkend.

'Waar is hij?' vroeg ze aan haar vader, terwijl ze met hevige stappen dichterbij kwam en een woedende uitdrukking op haar gezicht. 'Waar is mijn broer? Ik wil hem zien!'

Geen van de woorden die de koning tegen Dane had uitgesproken was waar geweest. Sinds Auria wist dat haar broer nog leefde, want ook over zijn leven had ze enkel leugens gehoord, had ze hem graag willen zien.

De koning wist precies wat hij van haar kon verwachten. 'Dane is naar de kerkers gebracht na een dreigement, gericht op jou. Voor je eigen veiligheid heb je geen toegang tot de kerkers.' Hij wist precies wat hij haar moest vertellen en op welke manier. Het gespeelde medelijden was te horen in zijn stem.

Haar gezicht betrok en werd wit. Witter dan ze al was, want ze mocht bijna nooit buiten de muren van het kasteel komen. Niet met Dane die vrij rondliep. 'Waarom zou hij dat doen?' Haar stem brak terwijl ze die woorden uitsprak en even verwachtte Maxwell dat ze door haar benen zou zakken. Ze geloofde altijd alles wat haar vader tegen haar had gezegd.

De koning wist zich voor haar altijd weer op te stellen als die vriendelijke en liefdevolle vader, want hij wist dat hij Dane met zijn fouten tegen zichzelf had opgezet. Nu stond de koning op van zijn troon en liep hij naar zijn dochter, wie hij teder in zijn armen trok.

'Hij is hier om jouw kroon te stelen,' hoorde Maxwell hem zeggen. Hij streelde de wilde krullen van zijn dochter en Maxwell kon het schokken van zijn schouder zien. 'Hij heeft zich al die tijd verscholen, totdat hij een goudstuurder had gevonden die sterk genoeg is om tegen ons op te kunnen. Samen willen ze mij doden en jou je rechtmatige plaats als koningin ontnemen.'

Auria huilde nog harder in haar vaders armen. 'Maar hij is mijn broer!'

De koning suste haar zacht en zijn ogen vonden die van Maxwell over de schouder van zijn dochter. De grijns op zijn gezicht was duidelijk te zien. 'Hij is niets meer dan een dreiging voor jouw veiligheid Auria. Ik laat hem niet bij je in de buurt komen, je hebt mijn woord.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top