Hoofdstuk 28
We liepen het laatste stuk naar de hoofdstad. Het was al donker geworden en in de verte zag ik de lichtjes van de stad schitteren. De duisternis zorgde ervoor dat soldaten ons minder makkelijk zouden vinden, maar het gaf ons ook een adembenemend uitzicht.
Het kasteel zag er prachtig uit. Het bevond zich midden op de berg, op het hoogste punt. De rest van het dorp was er omheen gebouwd. Waarschijnlijk hadden ze het kasteel als eerste neergezet en was het dorp meer een bijzaak geweest. Ondanks dat waren de huizen beter onderhouden dan die in de dorpen waar ik tot nu toe was geweest. Achter bijna ieder raam van het kasteel scheen licht en de buitenmuur was bijna volledig bedekt met goud. Iedere zuil en iedere toren ook.
'Het is prachtig en walgelijk tegelijkertijd,' zei ik tijdens onze pauze. We bevonden ons verscholen tussen de bomen en we hadden wat van onze voedselvoorraad tevoorschijn gehaald om de laatste kilometers door te komen. De honger en vermoeidheid was bij ons alle vier aangekomen. Mijn gave roerde zich voor het eerst rustig onder mijn huid in plaats van explosief. Wellicht kwam dat ook door de kleine aanraking tussen mijn arm en die van Dane.
Selene keek op van haar eten en staarde tussen de bomen door, naar het kasteel die ik de laatste minuten aan het bestuderen was geweest. Ze ging verzitten op de grond en strekte zich uit. 'De koning houdt ervan om zijn kracht te laten zien.' Ze at het laatste beetje brood op en ging op haar rug liggen, kijkend naar de donkerblauwe hemel. 'Ik zou het prettig vinden om hierna nooit meer een stap te zetten in deze corrupte stad.'
Ondanks haar woorden, wist ik dat ze het niet meende. Ze wilde Dane op de troon en ik vroeg me eigenlijk af of ze daar iets mee zou doen tijdens dit bezoek. We hadden een band opgebouwd, maar ik was niet zo dom om te geloven dat Selene het bevrijden van mijn moeder belangrijker vond dan de toekomst van ons land.
Dane keek niet naar het kasteel. Hij focuste zich op zijn eten en nam kleine happen. Terwijl Cal, Selene en ik alles al op hadden, was hij nog maar op de helft. Zijn ogen stonden glazig en ik vroeg me af of hij überhaupt had gehoord waar Selene en ik over hadden gesproken.
'Ben je er klaar voor?' vroeg ik hem zacht, terwijl ik mijn hand op zijn arm legde om zijn aandacht te trekken. 'Om terug te komen bij de plek waar je bent opgegroeid? Bij je vader en je zusje?' Ik kon me niet voorstellen hoe moeilijk het voor hem moest zijn om hier te komen. Als er iets was wat ik voor hem kon doen, dan zou ik het doen. Hij hoefde het enkel te zeggen en het kwam voor elkaar. Ik was op een punt gekomen dat ik alles voor hem zou doen.
Hij trok zijn blik weg van zijn eten en keek me aan. Zijn gezicht stond treurig en er was weinig te zien van die krachtige Dane die ik had leren kennen. Zijn haren hingen over zijn voorhoofd, licht vochtig door het zweet van de inspanning van de wandeling. Cal had hem vaker moeten ondersteunen dan ik prettig vond. 'We zijn hier niet voor mij. We zijn hier om jouw moeder te bevrijden, dat is het aller belangrijkste.' Hij pakte mijn hand vast, steviger dan ik verwachtte.
Ik glimlachte dankbaar en streelde over zijn huid. Zijn aderen bezaten nu een gouden gloed en ik wist niet wat dat betekende, maar het kon niet veel goeds zijn. Hij ging met de seconde verder en verder achteruit en ik wist dat hij een confrontatie met soldaten niet langer zou winnen.
'Ik wil het proberen,' bracht ik ademloos uit, terwijl ik keek naar die gouden plek die boven zijn shirt uitstak. 'Je bent te zwak en mijn gave is rustig en uitgeput. Ik wil het proberen. Dit is onze beste kans.' Ik staarde in die donkerbruine ogen die zwart waren in de duisternis van de nacht. Zijn rode haren leken wel donkerbruin zonder licht en ik probeerde iedere detail van zijn knappe gezicht in me op te nemen. We kenden de risico's.
'Weten jullie het zeker?' vroeg Cal tegenover mij. Hij was al de hele tijd stil geweest en was niet zijn uitbundige zelf. Waarschijnlijk was het voor hem ook zwaar om steeds dichter bij het kasteel in de buurt te komen. Bij de man die hem dood wilde hebben en het verleden dat hij achter had gelaten. Dat soort dingen lieten littekens achter op iemands ziel, ondanks dat diegene dat misschien niet vaak liet zien.
Dane ademde beverig in, maar hij keek me met vastbesloten ogen aan. 'Ik heb het haar gevraagd in de trein. Ik ben er klaar voor. Als dit langer doorgaat, dan zal ik er niet meer bij zijn om Nova haar moeder te bevrijden. Dit is onze enige kans.' Hij sprak met zoveel vertrouwen dat ik het bijna zelf ook voelde.
Selene kwam overeind uit haar liggende positie. Haar ogen glinsterden in het kleine beetje licht dat de maan ons schonk en emoties waren duidelijk te lezen. Nog nooit had ik bij Selene emoties kunnen aflezen, maar nu zag ik alles. 'Waag het niet om ons te verlaten.' Ze huilde openlijk terwijl ze opstond en Dane omhelsde.
Hij lachte zacht en sloeg zijn armen om haar heen. Vanaf mijn plek naast hen zag ik de tedere kus die hij op haar wang drukte. Hij miste Auria, maar Selene was wellicht de zus die hij nooit echt had gehad. Ze hadden al die jaren op elkaar gepast en voor elkaar gezorgd, dat was een echte familie. 'Onkruid vergaat niet, toch?' fluisterde hij in haar oor, maar ik hoorde ieder woord.
Ze lachte zacht en trok zich terug. Met een oncharmant geluid haalde ze haar neus op en het liet Dane en haarzelf lachen. Ze deed niet de moeite om haar tranen uit haar ogen te vegen en de takjes onder haar voeten kraakten toen ze achteruit liep om Cal, die ondertussen was opgestaan, de ruimte te geven.
Dane stond op voor Cal. De twee staarden elkaar even aan, waarna Dane zijn vriend in een knuffel trok. Geen stoer gedoe, gewoon twee jongens die beiden doodsbang waren. Ik hoorde niet wat ze tegen elkaar zeiden, maar Cal had een harde uitdrukking op zijn gezicht toen ze elkaar loslieten en knikte krachtig naar Dane.
De twee lieten ons alleen en verdwenen tussen de bomen van het bos. Vanaf mijn plek op de grond zag ik nog net hoe Cal zijn arm om Selene haar schouders sloeg en hoe zij dichterbij hem ging lopen. Ze haalden kracht uit elkaar, dat hadden ze al gedaan vanaf het moment dat ik hen ontmoette.
Ik hoopte dat Dane en ik dat ook konden.
Dane draaide zich naar mij toe. Zijn gezicht stond ernstig, maar er waren geen twijfels te vinden. Hij trok in een moeizame beweging zijn shirt over zijn hoofd en de gouden plek werd akelig zichtbaar. Ik had het al een hele lange tijd niet gezien, maar het was ver verspreid en glinsterde heftiger dan de eerste keer dat ik hem zag. Alsof het goud hem langzamerhand in een standbeeld aan het veranderen was.
Hij kwam voor me zitten. Zijn benen strekte hij aan beide zijden naast mij uit, zodat ik dicht voor hem zat. Hij pakte mijn handen teder vast en op dat moment merkte ik dat ze trilden, maar dat deden zijn eigen handen ook. 'Ik ben nog nooit ergens zo zeker van geweest als van jou Nova.'
Zijn woorden raakten me hard en ik voelde een warme traan over mijn wang glijden. Dit had ik hem aangedaan. Ik en mijn dodelijke gave en daarmee moest ik het nu terugdraaien. Het voelde allemaal als een grote grap, als iets wat niet mogelijk was. Ik hield van hem, dat durfde ik te denken. Ik durfde het alleen nog niet te zeggen, niet na alle pijn die ik hem had bezorgd.
Ik haalde diep adem. 'Jouw aanwezigheid heeft mijn gave altijd al gekalmeerd,' vertelde ik hem. Pas toen mijn vader sprak over de krachten van zijn bloedlijn was het me allemaal duidelijk geworden. 'Je merkt zelf waarschijnlijk niet dat je het doet, maar jij beïnvloed mijn gave. Probeer te ontspannen en probeer alle kalmte die je in je hebt mijn kant op te sturen, dat zou mij moeten helpen om het beter onder controle te houden.'
Hij staarde me aan en het voelde alsof hij dwars door me heen keek. Zijn hand bracht hij naar mijn gezicht om de traan weg te vegen, de aanraking was teder en ik voelde zijn kalmte er bijna doorheen komen. Alles aan hem straalde kalmte uit, alsof hij het volle vertrouwen had dat dit me zou lukken.
Al die keren dat ik dit met mijn moeder trainde was het nooit gelukt, maar nu stond er meer op het spel. Als ik die training toen serieuzer had genomen, dan hadden we misschien nooit met dit probleem gezeten. Al die tijd begreep ik het nut van die oefening niet, maar nu haatte ik die naïeve kant van mezelf.
Ik liet zijn handen los en het verdwijnen van zijn warmte leek ook meteen alle warmte uit mijn lijf mee te trekken. Ik legde een van mijn handen op de gouden plek, dicht naast zijn schouder. Hij ademde scherp in toen ik de plek aanraakte. Mijn andere hand legde ik tegen de grond. Mijn moeder had me ooit verteld dat als ik het goud niet kon opnemen, ik het moest doorsturen naar iets anders. Dat was wat ik hoopte te bereiken.
Nog één keer keek ik in die nu bijna zwarte ogen van hem. 'Ben je er klaar voor?'
Dane glimlachte naar me. Die liefhebbende glimlach waar ik zo hard voor was gevallen. 'Honderd procent.'
Ik ademde diep in en probeerde hiermee mijn emoties te kalmeren, maar toen Dane zijn ogen sloot voelde ik de kalmte ook door onze onzichtbare band komen. Ik wist dat het niets specifieks was voor ons en dat hij deze band met iedere goudstuurder had, maar toch voelde het als iets persoonlijks. Iets diepers.
Terwijl zijn kalmte mijn zenuwen naar de achtergrond verdrong, begon ik. Ik herinnerde me alle trainingen die mijn moeder me had gegeven. Ik leegde mijn hoofd en concentreerde me op mijn gave onder mijn huid en op het goud onder de zijne. Ik voelde het alsof het een levend wezen was en trok het zo hard mogelijk naar mezelf toe, terwijl ik het door mijn lijf naar de grond probeerde te begeleiden.
Zijn ademhaling veranderde. De raspende geluiden waren het enige wat ik hoorde in de rust van het bos. De kalmte die hij me toestuurde veranderde in angst en mijn gave reageerde daarop. Ik voelde hoe het onder mijn huid tot leven kwam, om te vechten en om te beschermen. De felle kracht die ik momenteel niet kon gebruiken.
'Adem met me mee,' gebood ik Dane fel. Hij hield zijn ogen gesloten en ik zag de pijn op zijn gezicht. 'In.' Ik ademde diep in en zag aan hem hoe hij zijn best deed om me te volgen. 'Uit.' Zijn borstkas daalde weer. 'In.' Het geluid van die ademhaling drong door me heen een maakte me bang, alsof hij moest vechten om de lucht in zijn longen te verzamelen. 'Uit.'
De angst die hij me toestuurde kalmeerde en ik zag het goud vanuit zijn huid terugtrekken in mijn hand. Het kleurde mijn aderen goud in plaats van de zijne en gouden stof verzamelde zich op mijn huid. Mij deed het geen pijn zoals het hem wel pijn deed. Ik trok door terwijl de plek langzamerhand verdween.
Het laatste beetje was het ergst. Alsof het schot van kracht die ik die nacht op hem af had gevuurd niet wilde vertrekken uit zijn lichaam. Het kostte me meer moeite om dat uit zijn lijf te halen en ik zag zijn gezicht opnieuw vertrekken van pijn.
'Bijna,' stelde ik hem gerust en ik probeerde mezelf te kalmeren, want ik wist uit ervaring dat het laatste beetje altijd het moeilijkste was. Dat was het moment dat teveel goud zich verzamelde in mijn lichaam en ik het niet langer kon houden.
Terwijl ik aan dat laatste beetje goud trok, probeerde ik mijn gave door te leiden naar de grond. Ik zag hoe het gras van kleur veranderde en vergulde. Het kraakte onder mijn vingers en haalde het scherpe randje van mijn gave af.
Het laatste beetje goud trok uit Dane zijn huid. Er rolde een stille traan over zijn wang en ik moest mezelf beheersen om niet vroegtijdig het contact tussen onze huid te verbreken. Ik wachtte tot ik voelde hoe ik alle extra goud uit mijn lichaam had verwijderd en ik echt geloofde dat het niet terug zou schieten. Toen pas haalde ik heel voorzichtig mijn hand weg en keek ik naar zijn huid.
Er was geen goud meer te bekennen.
Zijn ogen openden, maar ze waren niet langer hetzelfde. De donkerbruine kleur was er nog steeds, maar er waren nu kleine gouden spikkels in te vinden. Ik hapte naar adem bij het zien van die kleuren. Ik had geen idee wat dit betekende.
'Voel je je goed?' vroeg ik hem zacht. Ik trok mijn hand van de grond en staarde naar hem, alsof hij ieder moment in een standbeeld kon veranderen.
Dane glimlachte. Hij sloeg zijn armen om me heen en trok me zo dicht mogelijk tegen zich aan. Nu pas merkte ik hoe hevig zijn lichaam trilde en ik voelde zijn tranen in mijn nek. De doodsangst die hij al die tijd had gevoeld kwam nu over onze band heen. Hij had het vreselijk goed kunnen onderdrukken. Ik klemde me aan hem vast, bang dat er elk moment iets fout kon gaan.
Maar er ging niets fout. Het was gelukt.
'Ik voel me fantastisch.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top