Hoofdstuk 23

'Wees voorzichtig,' fluisterde Dane me zacht toe, waarna hij een kus op mijn voorhoofd drukte. Toen hij zich terugtrok klemde zijn handen wat steviger om de mijne. Zijn lichaam stond strak gespannen en de ernstige blik die hij naar Cal stuurde ontging me niet.

Ik gaf een kneepje in zijn handen om zijn aandacht te trekken. 'Het is maar een training. Cal is bij me, niets om je zorgen over te maken.' Ik probeerde mezelf te ontspannen en plakte een glimlach op mijn gezicht om hem gerust te stellen.

De waarheid was dat we allemaal bang en nerveus waren, zeker na wat er met mijn vader was gebeurd. We bevonden ons nu akelig dichtbij de hoofdstad. Mijn geverfde haar was niet langer genoeg om zonder angst over straat te kunnen lopen en Dane moest voorzichtiger zijn met zijn herkenbare rode haren. Mensen zouden hem kunnen herkennen, ondanks dat we weinig te zien kregen van de koninklijke familie. De soldaten zouden nog gemotiveerder naar ons opzoek zijn. Daarbij hielpen de twijfels over de plattegrond die we nu in handen hadden niet erg mee.

Alleen ik had deze training nu echt even nodig om mijn hoofd leeg te maken. Dane wist dat en dat was dan ook de enige reden dat hij me liet gaan. Met Cal zijn bescherming, maar hij zou me ook helpen met de training. Hij had dat al snel aangeboden, zodat Dane en Selene onze verdere plannen konden bespreken.

'Ik beloof dat ik haar veilig terugbreng,' zei Cal bemoedigend. Hij schonk me een glimlach. 'We zullen over twee uur terug zijn, stipt op tijd.'

Dane haalde diep adem en vond mijn blik weer. Sinds de treinreis was de sfeer tussen ons veranderd en hij had er geen problemen mee om dat aan Cal en Selene te laten zien. Ik ook niet, niet na alles wat ik over hem te weten was gekomen. Hij was niet de Jager die ik dacht dat hij was toen we elkaar voor het eerst ontmoetten.

Hij liet mijn handen los en stapte naar achteren. 'Tot zo,' zei hij tegen Cal en mij, maar zijn gespannen ogen ontgingen me niet. Zo was hij al sinds we terug waren gekomen van ons uitstapje. Ons uitstapje met een vreselijke afloop. Ik nam het hem niet kwalijk.

'Tot zo,' zei ik terug en ik glimlachte nog naar Selene, die met haar armen over elkaar naast Dane stond. Ook zij was sinds ons verhaal extra gespannen. Ondanks dat glimlachte ze vriendelijk terug.

Cal en ik begonnen onze weg door het dorp. Hij liep ontspannen, met zijn handen diep in zijn broekzakken gestoken en keek stug voor zich uit. Ik wist dat het allemaal een act was, eentje die hij beter onder de knie had dan ik. Ik probeerde net zo ontspannen over te komen als hij en niet terug te staren naar iedere bewoner die mijn blik vond, bang dat die persoon me misschien zou herkennen.

'Dus, het was een leuke trip,' begon Cal opeens. Hij had een plagerige toon in zijn stem en toen ik zijn blik vond grijnsde hij naar me. 'Selene wilde de weddenschap niet aangaan dat er iets tussen jullie zou gebeuren, ze wist dat ze toch wel zou verliezen.'

Ik lachte zacht en voelde mijn wangen rood kleuren. Cal en Selene waren Dane zijn familie. Zij betekenden alles voor hem. Ondanks dat ze altijd vriendelijk tegen me waren, in ieder geval nadat Selene een beetje aan me gewend was geraakt, voelde ik me soms nog een buitenstaander.

'Dane is niet de persoon wie ik dacht te ontmoeten,' gaf ik eerlijk toe. 'Zijn koninklijke afkomst doet me niets, maar het gaat om wie hij is. Hoe hij zich gedraagt in deze wereld die niet vriendelijk is tegen mensen zoals ik.' Vanuit mijn ooghoek zag ik hoe Cal me aankeek, maar ik durfde niet terug te kijken. Ik was bang dat hij de glinstering in mijn ogen zou zien.

'Ik ben blij dat jullie elkaar gevonden hebben Nova,' zei hij zacht. 'Dane lijkt misschien sterk, maar ook hij heeft soms iemand nodig om op terug te kunnen vallen. Iemand die hij niet al zijn hele leven kent en van wie hij weet dat diegene nooit een oordeel zal geven of hem tegen zou houden om iets te doen.'

Ik sloeg mijn armen om mezelf heen. 'Ik heb hem al heel vaak willen tegenhouden,' lachte ik zacht. 'Maar ondanks dat zal ik het niet doen, omdat ik weet hoe het is om op een bepaalde manier vast te zitten.'

Om ons heen begonnen de huizen te veranderen. We kwamen steeds meer vervallen huizen tegen, steeds meer armoede. Het werd pijnlijk duidelijk hoe het leger van de koning hier een afdruk had achtergelaten, met kapotte voordeuren en kogelgaten in de muren. Donkere vlekken op het hout waarvan ik bijna zeker wist dat het bloed moest zijn. Ik ging iets dichter bij Cal lopen, maar helaas was dit de enige route naar het bos waar we veilig konden trainen.

'Hoe ben jij bij Dane gekomen?' vroeg ik Cal zacht, vooral om mijn zenuwen af te leiden maar ook om mijn eigen nieuwsgierigheid. 'Dane heeft me verteld dat je lang in het leger hebt gezeten en dat Selene en hij je uiteindelijk hebben kunnen redden van het uitvoeren van de dodenmarkering.'

Cal bleef even stil en ik vroeg me af of ik misschien over een streep was gegaan. Of ik dit misschien niet had moeten vragen. Alleen uiteindelijk gaf hij me toch een antwoord. 'Ik dacht altijd dat het goed was om bij het leger te zitten, om te vechten voor ons land.'

Enkele bewoners kwamen langs en hij hield zich even stil. Dit waren niet de onderwerpen waar normale inwoners van ons land over hoorden te praten. Kritiek op de koninklijke familie was niet toegestaan en als iemand erachter kwam kon het wel eens slecht aflopen. Als je iemand aangaf die slecht dacht over de koninklijke familie kon je wel eens goed geld innen en dat was ook de reden waarom zelfs mensen die nooit een slecht woord over hen had gesproken opgepakt werden.

'We zijn in goed contact met onze buurlanden, dus ik verwachtte niet dat ik snel in een of andere oorlog zou moeten vechten. Ik verwachtte kameraadschap en dat het onze plicht was om onze inwoners veilig te houden.' Nu vonden zijn ogen de mijne. 'Al onze inwoners,' voegde hij daar veelbetekenend aan toe.

Eindelijk verlieten we de bewoonde wereld en kwamen we aan bij de rand van het bos. Selene en Cal hadden deze stad speciaal uitgekozen om dit bos, om de beschutting die het ons zou bieden als we wilden trainen. Vanaf onze volgende plek zouden we die mogelijkheid waarschijnlijk niet langer hebben en moesten we origineler worden.

'Het werd me steeds duidelijker dat we dat niet deden. Ik kon niet langer aanzien hoe Goudstuurders worden behandeld en wilde niet langer meedoen aan missies om hen op te pakken. Dit zorgde voor onrust binnen de groep en ze zagen me al snel als gevaarlijk. Voor ik het wist hadden ze me opgepakt en de dodenmarkering op mijn pols gebrand.' Zijn ogen stonden gepijnigd terwijl hij me voorging door het dichtbegroeide bos. Hij hield een van de laaghangende takken voor me opzij, zodat ik erdoor kon.

'Heeft mijn vader deel uitgemaakt van jouw arrestatie?' vroeg ik zacht, een vraag die ik eigenlijk niet durfde te stellen met een antwoord die ik vreesde. Alleen ik moest het weten. Ik moest weten of er nog iets van menselijkheid over was.

Cal liet de tak achter me los en kwam weer naast me lopen. 'Ik weet het niet Nova,' antwoordde hij net zo zacht. 'Ik weet het echt niet.'

Ik schudde alle angst en wantrouwen die ik richting mijn vader voelde van me af en focuste me op Cal. 'En toen?'

Hij rechtte zijn schouders wat. 'Ik had geluk dat Selene en Dane op dat moment dicht bij het kasteel waren, dat doen ze niet vaak. Ze konden het niet aan om enkel toe te kijken bij de executie en hebben me weg kunnen smokkelen. Ik kon niet geloven dat ze dat deden voor een soldaat die ze niet kenden en eigenlijk moesten wantrouwen, dus vanaf dat moment heb ik er alles aan gedaan om me bij hen aan te sluiten.'

'En dat is gelukt,' zei ik en ik glimlachte naar hem. 'Ik ben blij dat je een plek hebt gevonden waar je thuis hoort Cal.' Ik meende het. Zijn verhaal liet me geloven dat niet iedere soldaat en ieder mens in deze stad geloofde dat het rechtvaardig was wat we deden. Dat er mensen waren die nog wel een beetje menselijkheid bezaten.

Cal leidde me zonder twijfel door het bos. 'Ik hoop dat dit ook de plek is waar jij je thuis kan voelen Nova,' antwoordde hij me. 'Ik zie wel hoe je soms naar ons kijkt, maar jij hoort er nu ook bij. Onze kleine, disfunctionele familie.'

Hij stopte op een plek waar het een beetje open was, open genoeg om te trainen en ver genoeg bij het dorp vandaan. Ik draaide me naar hem toe en deze keer was ik niet bang om de tranen te laten zien die in mijn ogen glinsterden. Altijd was mijn moeder thuis geweest en nu zij er niet was voelde het alsof ik geen thuis meer had. Wat hij me hier voorstelde, die kleine en disfunctionele familie, dat voelde als thuis.

'Dank je wel Cal,' fluisterde ik zacht, terwijl ik naar hem toe stapte en mijn armen om hem heen sloeg. Ik voelde de vibraties van zijn zachte lach.

'Welkom bij de familie.'

~

Moe en met spierpijn trok ik me terug in mijn kamer nadat Cal ons weer veilig had teruggebracht. Ondanks al onze angsten was er niets gebeurd en waren we veilig teruggekomen bij het hotel waar we onze kamers huurden. Hij was direct naar Dane en Selene gegaan om te kijken hoe het ging met de plannen en te helpen met de plattegrond, alleen mijn vermoeidheid sloeg hard toe nadat ik deze nacht slecht had geslapen. Die paar uurtjes in Dane zijn armen waren niet genoeg geweest.

Ik had me omgekleed en lag net enkele minuten op mijn bed toen ik een zachte klop hoorde. Ik hoefde niet te vragen wie het was, mijn gave reageerde al op hem. Als een spinnende kat, wanhopig voor zijn aandacht. Het was alsof mijn gave mijn emoties verraadde. Of zijn emoties? Ik wist het allemaal niet, maar we zouden het samen uitzoeken.

Ik stond op van het bed en liep naar de deur. Inderdaad, toen ik deze opende stond Dane aan de andere kant met een lieve lach. Hij stapte meteen op me af, legde zijn handen rond mijn gezicht en drukte zonder twijfel een kus op mijn voorhoofd. Mijn rode wangen verraden me toen hij zich terugtrok en me aankeek.

'Wil je binnenkomen?' vroeg ik met een grinnik, waarna ik opzij stapte en de deur verder opende. Mijn benen trilden van zijn aanwezigheid, die nog meer invloed op me had dan normaal. Ik wist heus wel dat vannacht daar de oorzaak van was.

'Eerlijk gezegd hebben we maar twee kamers geboekt,' begon Dane zacht, maar met een kleine grijns op zijn gezicht. 'En ik hoopte dat je de kamer liever met mij deelde dan met Selene.'

Mijn ogen werden wat groter en ik keek naar het tweepersoonsbed die ik nu al volledig overhoop had gehaald. 'Ik had eigenlijk al een logeerpartij afgesproken met Cal,' grapte ik, waarna ik me weer naar hem omdraaide.

Zijn grijns werd breder en hij kwam naar me toe, waarna hij de deur met een harde zet achter zich dichtsloeg. Zijn armen gleden om me heen en hij trok me naar zich toe in een knuffel. Mijn handen gleden langs zijn zij, richting zijn rug, maar niet hoog genoeg om bij de dodenmarkering te komen.

'Volgende keer ga ik weer mee tijdens jouw training,' fluisterde hij hees in mijn oor, zijn adem warm tegen mijn huid. Ik voelde hoe hij achter mijn rug speelde met mijn loshangende haren, die nog vochtig waren van de douche die ik had genomen toen ik terugkwam. 'Ik vond het vreselijk om niet zeker te weten of je veilig was.'

Ik ademde beverig in toen zijn mond mijn nek vond. 'Jij had belangrijkere dingen te doen,' zei ik zacht, omdat ik de adem niet langer had om harder te spreken. Zijn lippen gleden over mijn nek en ik sloot mijn ogen. Ik liet een van mijn handen over zijn rug richting zijn rode krullen glijden.

'Laat me hier blijven,' fluisterde hij tegen mijn nek, terwijl zijn handen mijn heupen nog net iets steviger vastpakten. 'Vandaag en morgen en de dag daarna.'

'Altijd,' wist ik ademloos uit te brengen.

Hij liet me los en leunde naar achteren om me aan te kijken. Zijn donkerbruine ogen stonden vol emoties, waarvan ik er geen echt kon benoemen. Hij legde een hand op mijn wang en staarde me even aan. 'Waarom heb ik zo lang op jou moeten wachten?' vroeg hij me, net zo ademloos als ikzelf.

Ik glimlachte droevig. 'Omdat ik vast zat in een huis die ik nooit echt mijn thuis heb kunnen noemen,' antwoordde ik. Ik streelde zijn haren en zag hoe hij net iets langer zijn ogen sloot tijdens het knipperen. 'Volgens Cal ben ik officieel een onderdeel van deze kleine disfunctionele familie.'

Hij opende zijn ogen weer en lachte. En echte grote lach. 'Dat was je al vanaf het moment dat ik dat mes tegen je nek drukte en jij niet bang was. Vanaf het moment dat jij zo gek was om met een mes tegen je keel dichter naar me toe te stappen,' zei hij grappend, waarna hij me achteruit liet lopen tot mijn rug tegen de muur drukte. 'Vanaf dat moment wist ik al dat ik nooit meer van je af zou komen.'

'Ja, ik raad je aan om dat echt nooit meer te doen,' grinnikte ik zacht, maar tegelijkertijd wist ik dat onze handelingen van die dag me niets meer deden. Op dat moment had ik nog gedacht dat hij een echte Jager was, maar eigenlijk was hij veel beter dan dat. Veel meer dan dat.

Dane grijnsde en kwam dichterbij. 'Als jij me er geen reden toe geeft.'

Ik wilde protesteren, ingaan op zijn uitdaging, alleen hij snoerde me de mond voordat ik de tijd had.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top