Hoofdstuk 11

Selene stond al op ons te wachten toen Dane en ik ons bij haar voegden. Ze bevond zich in het midden van een vechtring. Haar handen waren ingezwachteld en haar zwarte haren in een strakke staart naar achteren gebonden. Ze oefende een bepaalde volgorde van stoten met een persoon die ik nog niet eerder had gezien. Hij grijnsde naar haar, terwijl hij haar stoten ontweek met gemak. Hun bewegingen liepen moeiteloos in elkaar over, als een ingestudeerde dans. Een dodelijke dans.

Het gebouw leek op een oud, verlaten pakhuis. De ramen waren beplakt met kranten en er kwamen wat kleine straaltjes licht doorheen, maar verder was het licht afkomstig van grote lampen aan het plafond. In het midden van de ruimte stond de ring waar Selene nu in vocht, maar daar omheen lagen materialen die gebruikt konden worden om te trainen. Er liepen allemaal mensen rond die hier gewoon waren om te trainen en ons geen blik waardig gunden.

Weer een plek waarvan ik me afvroeg hoe Dane het ooit had gevonden.

'Wie is dat?' vroeg ik, doelend op de man tegenover Selene.

Ze cirkelden om elkaar heen en langzaam werd zijn gezicht zichtbaar. De donkerbruine haren, de gevaarlijk uitziende blauwe ogen. Zijn kaaklijn was licht behaard, maar het liet hem er niet ouder uitzien. Wel gevaarlijker. Hij moest iets ouder zijn dan Dane.

'Calix Soren,' vertelde Dane me. Hij sloeg zijn armen over elkaar en nam de twee kritisch in zich op, alsof hij iets probeerde te ontdekken. Misschien wilde hij wel inschatten hoe fit ze waren.

'Ik heb Calix niet gezien tijdens onze reis hierheen,' constateerde ik zacht. Ik wreef mijn handen over elkaar en sloeg deze om mezelf heen. Mijn uitbarsting van deze nacht had al mijn energie weggenomen en ik had het de hele ochtend al koud.

'Dat komt omdat hij hier al was,' vertelde Dane. 'Ik heb contact met hem opgezocht en hem gevraagd om ons vandaag hier te ontmoeten.'

Ik knikte, niet wetend wat ik hiervan moest verwachten. Calix zag er op een bepaalde manier net zo gevaarlijk uit als Dane, maar hij was anders. Waar Dane altijd na leek te denken over zijn volgende stappen, altijd listig was, leek Calix juist de persoon die in seconden beslissingen zou maken. Hij leek me meer een vechter dan een denker en dat liet hij ook merken toen hij richting Selene stootte en haar raakte. Ze struikelde achterover, maar bleef op haar benen. Terwijl ze haar hoofd weer hief stond er een grijns op haar gezicht en liep er bloed langs haar wenkbrauw naar beneden. Ik huiverde.

De afgelopen avond had Dane me naar een lege kamer gebracht. Hij had me verteld dat hij alles zou regelen, dat ik me geen zorgen hoefde te maken. Hij liet me achter in die kamer en was niet teruggekeerd tot de ochtend, toen hij me wakker maakte met een zachte klop op de deur.

We waren rechtstreeks hierheen gekomen. Dane had broodjes geregeld als ontbijt en die had ik lopend gegeten, terwijl hij de omgeving in de gaten had gehouden voor mogelijke soldaten. Niemand in deze stad leek aandacht aan ons te besteden, deze stad was dan ook vele malen groter dan de vorige plek waar we waren geweest. De plek waar ik Dane had ontmoet.

Terwijl Selene en Calix hun gevecht stopten, stak Dane een paar handschoenen naar me toe. Ik keek verward naar hem en de lapjes stof.

'Selene wilt dat je deze draagt tijdens jullie oefengevecht,' lichtte hij toe, terwijl hij met twijfelachtige ogen naar de vrouw in de ring keek.

Ik pakte de handschoenen aan. Het waren sportieve handschoenen, met versterking bij de knokkels. Alleen ik wist de werkelijke reden waarom Selene wilde dat ik met deze handschoenen vocht. 'Je hebt gezien wat ik kan doen Dane,' zei ik zacht en ik keek hem aan. 'Mijn kracht is niet iets wat ik kan beteugelen door handschoenen aan te trekken.'

Dane zijn ogen werden donkerder. 'Ik weet het. Voelt het alsof je de controle kan verliezen? Ik weet dat je Selene niet mag, maar ik zal haar nooit in gevaar brengen.' Zijn stem werd bijna dreigend terwijl hij de woorden uitsprak.

Ik keek naar hem, naar die gespannen houding en hoe hij naar Selene keek. 'Je wilt het haar niet vertellen,' zei ik zacht. 'Waarom niet?'

'Omdat ze je nu al niet vertrouwt. Wat denk je dat er gebeurt als ze weet dat je een bom bent die op ieder moment opeens kan ontploffen? Je zei zelf al dat ik geluk had gehad gisteren. Als ze weet wat je echt kan, dan zal ze er alles aan doen om me overhalen hiermee te stoppen.' Hij draaide zich van me weg, richting de ring. Zijn ogen stonden harder dan ik hem de afgelopen dag had gezien. Zijn hele houding was gespannen. Het voelde alsof iedere opmerking die ik kon maken, een verkeerde zou zijn.

Daarom trok ik de handschoenen aan en liep ik langs Dane richting de ring. 'Ik heb alles onder controle,' zei ik geïrriteerd terwijl ik hem voorbij liep. Ik raapte mezelf bij elkaar terwijl ik de ring naderde en op het plateau sprong. Selene en Calix draaiden zich beiden naar me om.

Calix grijnsde toen hij de handschoenen zag die ik had aangetrokken. 'Hallo Nova,' zei hij en hij kwam op me af gelopen. Vlak voor me stond hij stil. Hij torende boven me uit, hij was langer dan zowel Selene als Dane. Terwijl hij de lappen stof waarmee hij zijn handen had ingezwachteld losmaakte werden de littekens op zijn handen en armen zichtbaar. 'Ik vroeg me al af wanneer we jou tegen zouden komen.'

Dat bracht me van mijn stuk. 'Wie ben jij?' vroeg ik zo nonchalant mogelijk.

Hij draaide zijn pols naar me toe. Het logo van de koning werd zichtbaar, een gouden leeuw. Het teken die soldaten droegen. Door het teken was een brandmerk geplaatst, dat brandmerk herkende ik. Het was een dodenmarkering, mijn moeder droeg het ook. Slaven kregen de markering, maar deserteurs ook. Het feit dat hij deze droeg en leefde, betekende dat hij was ontsnapt.

'Jij bent blijkbaar erg moeilijk te vinden,' lachte hij, terwijl hij langs me liep en de ring verliet. Ik draaide me om en zag hem naar Dane lopen, waar de twee elkaar begroetten.

Zachte voetstappen achter me zorgden ervoor dat ik me weer tot Selene richtte. Haar wenkbrauw was gestopt met bloeden, maar het opgedroogde bloed liep langs haar slaap en over haar wang. 'Blijf je hier staan of zullen we dan eindelijk beginnen? Dane nam zijn tijd vanochtend.' Ze keek kort en geïrriteerd naar de man achter me.

'Ik ben er klaar voor,' zei ik. Ik hief de handschoenen om haar te laten zien dat ik ze droeg, zoals zij wilde. Ik vertelde haar niet dat het niets uitmaakte, want ik wilde Dane zijn vertrouwen niet in zo'n manier schaden. Daarbij had hij gelijk, waarschijnlijk zou ze ervoor zorgen dat ik de rest van mijn reddingsmissie alleen mocht uitvoeren.

Selene nam haar gevechtshouding aan. Het was niet veel anders dan de mijne en ik volgde meteen. Ik plaatste mijn voeten zoals mijn moeder me had geleerd, hier mijn handen en spande de spieren die belangrijk waren om kracht en stevigheid te leveren in een gevecht. Het voelde bijna vertrouwd.

Ik plaatste de eerste aanval. Al was het maar om Selene te laten weten dat ik niet zomaar een beetje kon vechten, nee ik wilde haar de technieken tonen die ik kende. Ik wilde dat alle drie deze mensen wisten dat ik niet weerloos was, dat ik sterk kon zijn en mezelf kon beschermen. Dat ik een waardevolle aanwinst kon zijn, als ze me die kans gaven.

Selene wist mijn aanval te ontwijken en plaatste haar eigen. Nu wist ik die van haar te ontwijken, maar ze won wat grond. Ik liet het daar niet bij, plaatste mijn eigen stoot en probeerde deze als afleiding te gebruiken terwijl ik mijn voet achter de hare haakte. Ze sprong er echter zonder problemen overheen en ging meteen in tegenaanval. Deze wist ik met moeite te ontwijken en haar vuist schampte mijn wang. Haar methoden waren niet gebaseerd op bepaalde technieken, maar op ervaring. Ik kon de bewegingen die zij maakte niet inschatten.

Ik nam wat ruimte om op adem te komen. Mijn lichaam voelde uitgeput door wat er de afgelopen nacht was gebeurd en mijn hoofd tolde. Ik was niet in vorm, maar ik wilde zo graag laten zien wat ik waard was.

'Jij hoort hier niet,' siste Selene me toe. Anders dan ik leek zij nog topfit, alsof ze nog meerdere gevechten zou kunnen houden én winnen. 'Dane heeft altijd al een zwakke kant gehad voor de hulpeloze gevallen.'

Woede borrelde op en ik plaatste een nieuwe aanval. 'Ik ben niet hulpeloos,' snauwde ik haar toe. Mijn vuist schampte haar niet eens, het leek alsof het onmogelijk om bij haar in de buurt te komen. Mijn lichaam trilde van de inspanning en ik ademde beverig uit.

Selene wierp een blik richting Dane en Calix buiten de ring. Ik gunde me een moment om te kijken en de afkeurende blik van Dane was alles wat ik nog nodig had om mijn hoop te verliezen. Selene had haar ogen alweer op mij gevestigd en begon aan een serie stoten die maar bleef komen. Met moeite wist ik de eerste paar af te weren, maar haar stoten kwamen te snel en te venijnig. Het was onmogelijk om op adem te komen of om een eigen aanval te kunnen plaatsen.

Op het moment dat een stoot doel raakte en mijn neus liet kraken, begonnen de vlekken al voor mijn ogen te dansen. Ze stopte niet, ze plaatste een nieuwe aanval. Die wist ik met moeite te blokkeren, maar niet de volgende stoot die op mijn wenkbrauw terecht kwam en hoogstwaarschijnlijk een zelfde bloedspoor achter liet die Selene droeg.

Toen ze haar voet achter de mijne haakte en me met een oorverdovende dreun op de harde grond liet belanden wist ik dat het voorbij was. Misschien was mijn moeder toch niet zo'n goede trainster geweest als dat ik altijd had gedacht.

Misschien was ik inderdaad niet zo sterk als dat ik altijd had gehoopt dat ik was.

~

'Ik begrijp niet waar dit voor nodig was,' snauwde ik terwijl ik de in een handdoek ingepakte ijsblokjes tegen mijn oog drukte. De huid begon al op te zwellen en mijn hoofd bonsde. Mijn hand was bebloed, evenals mijn grijze shirt. 'Ik heb niets geleerd deze ochtend, het enige wat ze heeft gedaan is me tegen de grond werken.'

Dane liep voor me uit door het bos dat grensde aan de stad. Met mijn bloedende gezicht had ik het hele stuk van de trainingshal naar de rand van de stad achter hem aan gelopen. De blikken die me toegeworpen werden maakten me geïrriteerd en angstig, want ondanks mijn geverfde haar was er verder niets aan mij veranderd. Mensen konden ons herkennen. Alleen Dane leek zich daar geen zorgen over te maken en had me de handdoek met de ijsblokjes gegeven, zonder verder iets tegen me te zeggen. Hij had de hele tijd nog niets tegen me gezegd, sinds het moment dat Calix me had geholpen om de ring uit te lopen.

'Je hebt wel wat geleerd,' zei Dane ijskoud. 'Je hebt geleerd dat je nog niet klaar bent om met ons mee te vechten. Dat de training die je hebt gehad niet genoeg is.' Zijn woorden beukten zonder medelijden op me in.

Ik hield me stil terwijl ik verder achter hem aan liep, dieper het bos in. Hij had gelijk, ik was niets waard in een gevecht tegen een tegenstander die zich niet hield aan de patronen en technieken die ik had geleerd. Selene haar technieken waren ruwer dan ik tot nu toe was tegengekomen, maar ik wist dat ik eigenlijk geen ervaring had. De enige ervaring die ik had was een gevecht met mijn moeder en een gevecht met de soldaten die ons hadden gevonden. Beiden had ik nooit echt gewonnen.

Dane stopte eindelijk en trok de tas die hij over zijn rug had gehangen van zijn schouder. Hij riste het open en gooide de tas voor me op de grond. Gouden splinters stroomden eruit, op de grond voor mijn voeten. Ik herkende de splinters, voelde de energie ervan.

'Je hebt het verzameld,' zei ik zacht, terwijl ik neerhurkte en mijn handen er doorheen liet glijden. De scherpe zijdes smolten door mijn aanraking en splinters verzamelden zich in een grote bol.

Dane sloeg zijn armen over elkaar. 'Ik wil dat je gaat trainen. Echt gaat trainen, zodat je je gave beter kan gebruiken tijdens een gevecht.'

Ik kwam overeind. 'Ik wil mijn gave niet gebruiken om te doden,' bracht ik er zacht tegenin. Hij mocht me zwak noemen, hij mocht me uitlachen, maar dit was niet iets wat ik wilde doen.

Dane haalde zijn mes uit de schede aan zijn riem en wierp het in een snelle beweging richting mijn been. Sneller dan ik zag aankomen, dan ik op kon reageren. Ik kromp ineen en verwachtte dat de pijn zou toeslaan, maar er gebeurde niets. Voorzichtig keek ik naar mijn been, het mes lag aan mijn voeten. Het had niet langer de vorm van een mes, maar was veranderd in een bol zoals de gouden splinters.

Met grote ogen keek ik naar Dane, die niet verbaasd leek. Ik wilde boos zijn omdat hij een mes naar me had gegooid, omdat hij een poging had gedaan om me te verwonden. Maar hij leek totaal niet verbaasd dat het mes me niet had geraakt.

'Goud kan jou niet verwonden,' constateerde Dane. 'Als je een manier vindt om de wapens van jouw tegenstander in goud te veranderen zonder het aan te raken, dan kan niets je meer verwonden.'

Ik pakte het bolletje goud van de grond en vervormde het weer naar het mes die het was. Dat ging me makkelijker af dan ik verwachtte. Ik wierp het op en overhandigde het terug aan Dane, die het mes van me overnam en weer terug in de schede schoof.

'Ik wil dat je gaat trainen tot geen enkel wapen je meer kan verwonden.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top