1.1. Nog 31 dagen
Haar hoofd bonsde als een gek, haar mond voelde droog aan en toen ze met haar tong haar lippen bevochtigde, deed het pijn, omdat haar lippen gebarsten waren. Vey opende haar ogen en toonde haar ijsblauwe ogen aan het licht, maar alsnog bleef het donker haar als een dikke sluier omhullen. Ze streek met haar handen door haar lange zwarte haar en een doordringende geur drong haar neus binnen. Ze bracht haar vingers naar haar neus en toen de ijzerachtige geur steeds duidelijker werd, voelde het alsof haar hart een slag oversloeg. Ze voelde de geronnen, schilferige laag op haar vingers, die ze ervan af trok. Ze proefde nu ook het in haar mond, de ijzerachtige, bittere smaak leek dwars door haar heen te priemen.
De angst overviel haar. Wie was het slachtoffer? Wat was er gebeurd? Ze probeerde alles terug te halen, maar haar hoofd was leeg, zwarte gaten in haar geheugen, steken bij haar slapen.
Ze sloeg de dekens van zich af, de kou kwam haar als een golf tegemoet en al snel ontstond er kippenvel op haar armen en benen. Ze sloop haar kamer uit en liep naar de badkamer, waar ze de kraan aanzette en haar handen onder het ijskoude water hield. Ze deed zeep op haar handen en wreef ze over elkaar heen en spoelde daarna haar handen af. Het sop gleed langs haar vingers en werd meegenomen in het afvoerputje.
Ze bracht haar vingers naar haar gezicht en zuchtte toen ze de geen geur van bloed meer rook. Ze liep terug naar haar kamer en legde haar hoofd in haar handen. Haar hele lichaam trilde, van kou maar ook van angst. Wat was er gebeurd? Wanneer was het gebeurd? Wie was het slachtoffer? De gezichten van de mogelijke slachtoffers schoten als biljartballen door haar hoofd heen en weer, de paniek dreigde haar over te nemen.
"Vey?" De zachte stem van haar moeder onderbrak haar gedachtengang. Vey richtte haar hoofd op. "Alles goed?" De stem van haar moeder klonk bezorgd. Vey hoorde haar voetstappen en voelde daarna het bed indeuken toen haar moeder ging zitten. Een warme arm om haar schouders, ze rook de geur van haar moeders shampoo.
"Beetje hoofdpijn," dwong Vey zichzelf om te liegen. Een warme hand streek door haar haar en ze moest moeite doen om niet ineen te krimpen. Ze verdiende dit niet, deze liefde, deze bezorgdheid, deze zorgzaamheid.
"Zal ik een paracetamol voor je klaarleggen, beneden?" Vey knikte en ze voelde hoe haar moeder opstond en nog even een hand op haar schouder legde.
"Je moet zo naar school, ik heb je kleding neergelegd op je bureau. Beneden staat ontbijt klaar, zodra de timer op je telefoon afgaat, staat Yusra buiten. Gaat alles lukken?"
Vey knikte opnieuw, ze was er niet bij met haar hoofd.
"Ik moet dan nu gaan."
Nu pas keek ze echt op, ondanks dat ze haar moeder niet zag. Haar ijsblauwe ogen zagen niets, maar op dat moment straalde er zoveel oprechte liefde voor haar moeder uit, dat Veys moeder zich naar voren boog en haar dochter zacht op haar wang kuste.
"Ik houd van je. Tot vanmiddag!" riep ze, terwijl ze de kamer verliet.
"Ik houd ook van jou," fluisterde Vey terug, terwijl tranen in haar ogen omhoog kwamen. Nu haar moeder weg was, kwam de angst en het schuldgevoel pas echt omhoog.
"Ik heb het gedaan. Waarom heb ik het gedaan? Wanneer?" Ze wist wat ze nu moest doen. Ze had het zichzelf beloofd. Ze moest de wereld ontdoen van zichzelf. Haar handen grepen onder het bed en haalden een klein kistje tevoorschijn, wat ze opende. Ze kon niet zien wat er in lag, maar ze wist het, omdat ze het had gelezen voordat ze blind was geworden. Het briefje had ze blind geschreven, maar het was alsnog een geheugensteuntje.
Ze pakte het briefje op en ze voelde met haar vingers de lijnen waar het papier was ingedeukt omdat ze zo hard met haar pen op het papier had gedrukt.
"Zodra het fout gaat, geef jezelf nog 31 dagen om alles te regelen en maak er dan een eind aan," fluisterde ze. Ze zat op de rand van haar bed en keek voor zich uit, al zag ze niets. Haar lichaam begon te trillen en al snel kwam er een overvloed aan tranen.
Kon ze niet beter professionele hulp zoeken? Nee, besloot ze in een fractie van een seconde. Nee. Ze had er genoeg over gelezen en zodra ze zou vertellen aan welke kwaal zij leed, zou ze voor meer dan twintig jaar in een psychische inrichting zitten, om haar zogenaamd te helpen. Daarbij zou de dood een veel aantrekkelijker beeld zijn.
"Vandaag gaan de 31 dagen in," zei ze zacht. Het voelde raar, nog maar 31 dagen om alles in orde te brengen voor haar geliefden die ze achterliet en daarna het eeuwige niets wat haar zou omvatten.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top