Hoofdstuk 3
Ik kom thuis aan en loop meteen naar boven toe. In de auto heb ik mijn ouders het verhaal ook verteld, dat ik ook aan Silas en Eymen had verteld. Maar niet alles, alleen over de stad.
'Timme, houdt je wel de tijd in de gaten?,' roept mijn moeder naar me.
'Ja ja,' reageer ik haastig.
'Om twaalf uur gaan we eten, dan moet je beneden zijn,' roept ze.
'Ja mam!' zucht ik en open mijn slaapkamerdeur. Ik stap mijn kamer binnen en gooi mijn voetbaltas op mijn bed. Voordat ik naar mijn bureau loop, loop ik eerst nog even naar mijn kledingkast. Ik pak mijn blauwe trainingspak en kleed me haastig om.
Eenmaal omgekleed sluit ik weer de kast en loop in een rechte lijn naad mijn bureau toe.
Met een plof laat ik me op mijn bureaustoel vallen en staar even naar mijn computerscherm. 'Kom op, laat ik maar zoeken naar verhalen over Kamborne,' spreek ik mezelf toe.
Ik zet mijn computer aab en wacht totdat die is opgestart. Als die daarmee klaar is voer ik mijn wachtwoord in en moet dan nog heel even wachten voor het opstarten van apps en de internet. Al snel is die klaar en kan ik internet openen. Ik surf naar google dn voer de stadsnaam Kamborne in. Het duurt even voordat internet klaar is met zoeken. En dan komen er veel websites tevoorschijn. Ik klik op de eerste beste websitelink en wacht af wat deze website mij te bieden heeft. Er verschijnt een heel verhaal.
Kamborne, een stad in Zile is een onbewoonde stad. Vroeger woonden er hier ruim vijftigduizend mensen. Helaas na een grote ramp/aardbeving is de stad zwaar beschadigd en onbewoonbaar geworden. Een hoop mensen hebben het niet overleefd. Er vielen gewonden, maar ook doden. Na deze ramp is er niemand meer geweest. Op de stad rust er nu een duister verhaal.
Mijn ogen zijn groot geworden van verbazing. Ik pak mijn telefoon vast, die naast mijn computer ligt en maak een foto van deze informatie. Snel deel ik het met mijn vrienden. Daarna leg ik mijn telefoon weer weg en scrol verder naar beneden. Er staat nog een heel verhaal van iemand die uit de stad kwam en het had bezocht om oude herinneringen weer op te halen.
Het was 1922 en ik was zestien jaar. Ik leefde in een goede familie en ik had een hele lieve vriend van achttien jaar. Kortom, mijn leven was rustig en prachtig. Tot die ene dag...
Plotseling begon de aarde te trillen. Gebouwen storten in en er ontstonden scheuren door heel de stad. Wegen gingen kapot, waardoor de stad onbereikbaar werd. Mensen kregen een nare trauma, waaronder ik. Helaas vielen er doden. Mijn ouders en mijn grootste liefde verloor ik door deze enorme ramp.
Jaren later waren de belangrijkste wegen gerepareerd en kon de stad alleen onder toezicht van een gids bezocht worden. Ik was er weer eens heen gegaan, maar wat het gekke was... Ik zag mijn ouders en verloren liefde. Dit gaf ik aan bij mijn gids, maar die zei niemand te zien. En er waren ook geen andere mensen, we waren daar met zijn tweeën. Na die bezoek ben ik er nooit meer heen gegaan. Deze ervaring had ik gedeeld met mijn vrienden, maar die geloofden me niet. Ik hoop na dit verhaal dat er mensen in de wereld zijn die mijn verhaal begrijpen en geloven.
Mijn handen grijpen weer naar mijn telefoon. Ik maak een filmpje van dit verhaal en ook dit deel ik weer met mijn vrienden. Zonder te kijken of het al gezien hebben leg ik mijn telefoon weer weg. Ik scrol verder naar beneden en zie wat foto's van de verlaten stad Kamborne en de vrouw die het verhaal schreef. Het is een oude vrouw met wit haar en een bril. Ik schat haar ongeveer zo'n rond de negentig. Onder de foto staat de naam en leeftijd van de vrouw. Geboren in 1906, overleden in 1986.
'Wacht eens!' roep ik geschrokken uit. Ik pak een rekenmachine erbij en reken iets uit. Negentien zes plus tachtig is negentienzesentachtig. Nee joh!'
'Timme, eten!' roept mijn moeder van beneden.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top