09

Ik stap van mijn fiets af en kijk naar de weg onder me. Het is op het fietspad dat op de fietsbrug loopt uitgestorven – zoals altijd op zaterdag. Onder de brug razen echter auto's voorbij. Op de snelweg onder de brug zal het altijd wel wat drukker blijven. Ik staar naar de auto's die onder de brug verdwijnen. Ik vraag me af waar ze heengaan en wat ze van plan zijn om te gaan doen. Zou een van hen ook worstelen met hetzelfde probleem als ik? Zou een van hen zich ook zo half gevoelloos voelen als ik? Er zijn zoveel mensen op de wereld, en ze zijn allemaal anders, dat weet ik. Maar ik wil niet anders zijn. Ik wil gewoon net een beetje als de rest zijn.

Ik denk aan mijn vader en moeder, die nog altijd stapelverliefd op elkaar zijn. Ik probeer me voor te stellen hoe nerveus mijn vader was toen hij voor het eerst op mijn moeder afstapte. Aangezien mijn vader echt een held op sokken is, beeld ik me in dat de zenuwen overal in zijn lichaam zaten. Zijn hart zou vast sneller zijn gaan kloppen en hij moest zo blij zijn geweest toen mam hem vertelde dat zij hem ook wel zag zitten.

Ik denk aan Paula. Ze vond me zo leuk dat ze maar niet kon ophouden met over me praten tegen Tuur. Ze vond me zo leuk dat ze me twee keer gekust heeft. Waarschijnlijk voelde het zo fijn, kon haar geluk niet op. En toen ik haar vertelde dat ik niets voor haar voel, moest haar hart wel in kleine stukjes gebroken zijn; alle hoop in mij het raam uit; alle gevoelens voor mij de pot op. Want wie wil er nou verliefd zijn op iemand die je twee keer gebruikt heeft? Ik kan me haast niet voorstellen dat ze me nu nog leuk vindt. Ik hoop ook maar van niet, want dan zit ze haar gevoelens voor niets te verdoen.

Ik denk aan Tuur, die zo ontzettend dapper was om voor me uit de kast te komen. Ik denk eraan hoe we zoenden. Ik probeer me voor te stellen hoe het voor Tuur gevoeld moet hebben om voor de eerste keer met een jongen gekust en gezoend te hebben. Misschien was jij nog wel zenuwachtiger dan mijn vader en Paula bij elkaar. Waarschijnlijk deed het bij hem veel meer pijn toen ik vertelde dat ik niets voor hem voelde dan bij Paula. Ik weet niet hoe lang Tuur al worstelt met het feit dat hij op jongens valt, maar ik kan me perfect voorstellen hoe moeilijk hij het er mee heeft. Eigenlijk weet ik niet zo heel veel dingen zeker over Tuur. De kans dat hij veel dingen voor me verzwegen houdt, is best groot. Maar ik weet één ding zeker: Tuur is ontzettend dapper en er is geen een zoals hij. Tuur verdient beter.

Dan denk ik aan mezelf. Ik heb me echt stom gedragen de laatste dagen. Mijn ouders hebben me vrijwel niet gezien en ik heb Tuur en Paula misbruikt. Ik ben een aromantische klootzak. Ik klim op de railing van de brug. De auto's razen nog steeds onder de brug de andere kant op. Dingen zijn lastig in het leven. Ik wankel even en probeer mijn evenwicht te vinden. De wind waait hard en de zon schijnt fel in mijn nek. De mensen onder me blijven doorgaan met hun leven. 

Ik ben niet gevoelloos, ik word gewoon niet verliefd. Dat betekent dus dat ik wel gevoelens heb. Ik voel bijvoorbeeld prima verdriet of woede. Angst laat me ook niet met rust. Zelfs een beetje blijheid komt wel eens ter spraken. Maar dat bruisende gevoel dat iemand krijgt wanneer diegene iemand anders kust, komt bij mij niet. Het is precies hetzelfde als een glas sparood en een glas spablauw. Een glas vol bruisend water verses een glas dan nog niet eens een beetje bruist. Ik ben spablauw en de rest is allemaal sparood.

Maar zoals ik al zei, ik ben níét gevoelloos. Ik voel bijvoorbeeld prima die wind die nu aan mijn benen rukt. Ik voel de warme zon in mijn nek schijnen. En ik voel mijn spijt voor Paula en Tuur. Ik had ze nooit voor de gek mogen houden door te zeggen dat ik ze leuk vond, ook al wist ik toen nog niet dat ik aromantisch was. Het spijt me echt voor Paula en Tuur. Ik ben niet gevoelloos, maar misschien is het tijd om het dat wel te worden. Want wat is je leven nou als je niet verliefd kan worden?

Heel ons leven draait om verliefd zijn, verkering hebben, breakups, opnieuw verkering krijgen, trouwen, kinderen krijgen en ga zo maar door. Als je daar dan niet mee te maken hebt, ben je gewoon helemaal niets in deze samenleving. Het wordt allemaal in iedereens kop gestampt als klein kind: "Het is belangrijk dat je later een leuke vrouw en een paar kinderen hebt." Gaat me dit ooit lukken? Nee. Dus ik ga er nooit bijhoren. Dat doet me pijn. Maar ik wil dus geen pijn meer. Ik wil gevoelloosheid. En daar is het nu tijd voor. Ook al is het nog zo egoïstisch, het doet er niet meer toe.

Ik spring en gooi mijn armen wijd. Ik voel de wind razendsnel langs mijn lichaam stromen. Als een speer stroomt de adrenaline door mijn aderen. Ik ben nog niet gevoelloos, maar dat komt snel. Ik vlieg. Ik vlieg door de lucht heen mijn ondergang tegemoet. Als verliefd zijn zo voelt, dan zou ik maar al te graag verliefd willen worden, maar dat lukt me niet. Ik vlieg en val. Ik stort neer op de grond en voel nog een enorme pijn, die zich om mijn hele lichaam wikkelt. De laatste lucht wordt uit mijn longen geslagen. Mijn lichaam doet nog wat laatste pogingen om adem binnen te krijgen, maar het lukt niet. Er komen sterretjes voor mijn ogen, en al snel wordt het helemaal zwart. En daar is het dan.

Ik ben eindelijk


g e v o e l l o o s.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top