6. Het zou handig zijn als we nu konden ontsnappen
Ik schop per ongeluk tegen een Mijnverhaaltjes aan, die voor mijn voeten loopt. Voordat ik me verbaas dat hier zoveel boekgerelateerde wezens rondlopen, bedenk ik me dat ik me in de schrijversgilde bevind en dus is dat logisch.
'Au Coonnie,' pruilt het kleine wezen. 'Waarom doe je dat?'
'Ik zag je niet,' antwoord ik geluidloos. Ik merk aan de onschuldig knipperende ogen van de Mijnverhaaltjes dat ze me niet begrijpt. Zodra ik uit deze ondergrondse schuilplaats ben ontsnapt, wil ik zo snel mogelijk een nieuwe gedaante. Ik praat graag en dan is het prettig als iemand me verstaat.
'Doe dat ding met je staart,' moedigt ze me intussen aan, waarbij ze ten overvloede naar mijn staart wijst.
Ik kwispel.
De Mijnverhaaltjes zucht en schudt met haar kopje, dat plotseling een stukje boven haar schubbige lijfje uit drijft.
Sinds wanneer kunnen kopjes zweven?³
We horen rumoer verderop in de gang. Omdat het waarschijnlijk met mijn vlucht te maken heeft, verberg ik me voor de zekerheid in een nis vlakbij. Hoewel de Mijnverhaaltjes niet groot is, hoop ik dat ze me kan verbergen en vooral dat ze me niet verraadt. Gelukkig houdt Drac zich stil onder mijn vleugel. Ik kan haar niet eens geruststellen omdat ik geen stem heb.
'Coonnie?' De Mijnverhaaltjes houdt haar kopje scheef.
Ik maak een artistieke beweging met mijn staart.
'Ooooh.' Ze begrijpt me ineens. Dat komt goed uit, want ik heb geen idee wat ik net deed.
'Sushi.' Een rijtje Penselen marcheert de gang in, ze zijn allemaal lang, slank en puntig zoals het een echte Penseel betaamt, echter de voorste heeft een appelfiguur. Sushi maakt zich groot voor mijn schuilplaats, waardoor ik weet dat ze aan mijn kant staat en opluchting overspoelt me. 'We zoeken een verrader. CIRaccon heeft de heilige boekrollen gebruikt om er zelf beter van te worden. Zoals je weet horen sommige zaken niet opgeschreven te worden.³³'
De Mijnverhaaltjes beweegt ongemakkelijk, waardoor haar kopje hevig knikt.
Ik haat de Penselen op het eerste gezicht,⁴⁰ hoewel ze technisch gezien geen gezicht hebben. Stelletje kernloze volgelingen.
'Coonnie?'
'Ja, jouw Coonnie.' De minachting druipt er vanaf en mijn haat voor hen vermindert niet.
Sushi haalt haar schouders op, waardoor haar kopje weer redelijk op de originele plek terechtkomt. De punten van de Penselen worden dreigend zwart en ik sta op het punt om de Mijnverhaaltjes te hulp te schieten als de soldaten haar ruw aan de kant duwen – bijna de nis in – en doormarcheren.
Na een paar seconden zijn alleen wij drietjes nog over in de gang.
'Je bent Coonnie niet, hè?'
Verschikt staar ik naar het wezentje, dat me trouwhartig aankijkt. Na enig nadenken schud ik mijn kop.
'Leeft Coonnie nog wel?'
Ja, dat wel. Ik knik.
'Heb je hulp nodig om hier weg te komen?'
Ik knik heftiger.
'Volg me.'
Kijk, op zulke wezens kan ik bouwen.
Met Drac stevig in mijn vleugel gewikkeld, doorlopen we het labyrint aan kronkelende gangen. Sushi gebruikt haar kopje om vooruit te kijken en elke keer als er iemand aankomt, weet ze me op tijd te verstoppen. Ik denk terug aan de manier hoe ik hier binnen kwam. Die ingang was alleen groot genoeg voor mijn kern; en die neemt eigenlijk geen fysieke ruimte in. Betekent dat dat al deze wezens hier voor altijd in het rotsblok vastzitten? Maar nee, Sushi heeft een uitweg voor me.
Op dat moment stopt ze en bots ik opnieuw tegen haar aan. Ze schudt haar kopje teleurgesteld, die vrolijke rondjes in de lucht maakt.
'We zijn er,' zegt ze.
Ik kijk rond. De gang waar we in staan loopt dood en het enige wat ik aan drie kanten zie is rots, her en der begroeid met de zacht gloeiende Lumivlora. Ik trek mijn klauwen opnieuw in en tast voorzichtig rond, echter ik voel alleen maar harde steen en geen doorgang. Sushi giechelt.
Zodra ik haar een beetje verontwaardigd aankijk, zie ik ineens hoe haar kopje zich wel erg ver van haar lichaam bevindt. Het cirkelt omhoog. Als ik het kopje met mijn blik volg, ontwaar ik heel in de verte een rond, blauw cirkeltje.
'Daar heb je je uitgang,' wijst Sushi. Daarna zucht ze en mompelt ze voor zich uit: 'Wanneer krijg ik eens een coole aartsvijand?'
Ze mag wel mee, ik ben een ster in aartsvijanden creëren.
Blijkbaar gaf mijn staart de juiste signalen, aangezien ze me stralend aankijkt. 'Waar wachten we dan nog op?' vraagt ze. Met een streng gebaar stuurt ze haar lichaam weg en dan is haar zwevende kopje er klaar voor om mee te vliegen.
Ik beduid haar te wachten en laat Drac los. De Draak kan zelf vliegen, ook al is ze nu een miniatuurfiguur. Als het goed is, is ze helemaal genezen. Bovendien kan ik niet wachten om mijn eigen vleugels deze keer goed uit te proberen. Vliegende wezens hebben altijd een streepje voor bij me en hoewel ik mijn kern niet te lang in andermans lichaam wil hebben, geniet ik altijd van de vlucht. Om óp een vliegend dier te zitten en het leven van mijn lijf op het spel te zetten, is een heel ander verhaal. Tenzij het natuurlijk om een vijandelijke Valenorse gaat.
Drac knippert met haar ogen en staart me appelig aan. 'Jij bent Geo?'
Ik knik. Mijn staart knettert een beetje.
Ik kan niet wachten om een andere gedaante over te nemen, want niet kunnen praten is mijn vorm van een persoonlijke hel. Terwijl ik dat denk bemerk ik opeens een verandering in mijn lichaam. Is het een extra vaardigheid van de CIRaccon? Mijn kern zet zich uit zoals ik dat nooit eerder meemaakte en botst tegen de wanden van het lichaam aan. Op de een of andere manier lijkt het alsof ik opgesloten zit.
'Ze hebben je overschreven,' zegt Sushi, wiens kopje me ontdaan bekijkt. 'We zijn aan regels gebonden en kunnen niet zomaar opschrijven wat we willen, maar ze hebben wel íets gedaan. Ik zag het schijnsel van het Schrift uit je ogen komen.'
Iets zegt me dat ik vast zit in het lichaam van mijn laatste transformatie.¹⁵
***
³Prompt 3: Horen koffiekopjes te kunnen zweven?
³³Prompt 33: Sommige dingen horen niet geschreven te worden.
⁴⁰Prompt 40: Haat op het eerste gezicht.
¹⁵Prompt 15: Je bent een gedaanteverwisselaar, maar op een dag stoppen je krachten met werken. Je zit vast in het lichaam van je laatste transformatie.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top