4. Meer chaos
Insecten, muisachtigen en andere minidieren weet ik te vermijden, en daardoor kom ik weer dicht bij Galowus in de buurt. Mijn kern vliegt zelfs een stukje over de Eindeloze C, die als een halve cirkel om dit gedeelte van Llicgt en Sgaaduw ligt. Zo Eindeloos is hij dus niet, maar de C staat erom bekend portalen te bezitten die naar andere werelden leiden, waardoor hij waarschijnlijk zo genoemd wordt. Ik voel geen enkele behoefte om Vayra te verlaten: buiten deze mij bekende wereld bezit ik vast geen magie en mijn talenten maken mijn leven nu veel te makkelijk om iets anders te overwegen.
Op een rotspartij vlakbij de kust zie ik een aantal Sirenen zonnen en mijn kern wordt naar hen toegetrokken. Als ik echter samensmelt met een C-wezen, wordt het lastig om op tijd naar Drac terug te keren en daarom lukt het me met uiterste krachtinspanning om mijn koers iets te wijzigen.
Ik kan me niet herinneren ooit zolang zonder gastlichaam te hebben doorgebracht en ik begin me steeds onstabieler te voelen. Mijn kern dwingt mij over het strand, naar de rotsachtige start van Links. Maar de hoofdstad zelf bevindt zich vele tientallen meters boven mij en ik vlieg op deze manier te pletter tegen de klif, totdat ik op het laatste moment door een uiterst kleine doorgang word geperst, de rots in. Het is maar goed dat ik momenteel niet in het bezit van een lichaam ben, anders paste het niet.
Fosforescerende Lumivlora groeit tegen de uitgehakte muren van wat duidelijk een gang is. Mijn snelheid wordt steeds groter en diverse kronkelende wegen flitsen aan me voorbij. De samenvoeging met mijn nieuwste vorm is voor mij net zo'n grote schok als voor de ander en samen wankelen we als één persoon tegen een Boekenworm aan. Ik vind dat het hun schuld is, want zij staan gezamenlijk midden in het pad.
'Kevvin, wat doe je?' zegt de Boekenworm.
'Tegen je aan wankelen,' antwoord ik. Mijn stem klinkt alsof ik net uit bed kom. Heeft deze Kevvin daar altijd last van, of is het toeval? Er is maar één manier om daar achter te komen en aangezien mijn kern van kletsen houdt, doet mijn gastlichaam dat automatisch ook. Maar eerst moet ik meer over mezelf te weten komen, waarbij het bijvoorbeeld prettig is om te weten hoeveel zintuigen en ledematen ik precies bezit. In Vayra is alles mogelijk. Mijn eerste indruk is dat ik gemiddeld van lengte ben, met twee armen en twee benen. Best saai dus. Het karakter van mijn omhulsel dwingt mijn kern om rustiger te worden, hoewel ik de paniek van momenten terug voel na sudderen in mijn binnenste.
De Boekenworm schudt haar hoofd, waarna ze opzij schuifelt om mij de ruimte te geven die ik blijkbaar nodig heb.
'Je gedraagt je alsof je lichaam nieuw is voor je,' zegt ze, nadat ze me een tijdje heeft geobserveerd en waarin ik inderdaad subtiel mijn best deed om me bliksemsnel eigen te maken met de algehele situatie. Daarom kijk ik haar enigszins betrapt aan, waarna ze maar eens diep zucht. 'Kom, we gaan naar de zaal voor het appel.'
Een derde persoon komt ons achterop en wacht geduldig totdat wij de weg vrijmaken. Ik kijk aanvankelijk ongeïnteresseerd achterom, om daarna met grote ogen razendsnel opnieuw te kijken. Is dat wel een persoon, een dier, een wezen? Het is volledig rondgevormd en straalt een warme gele kleur uit, wat haar duidelijker zichtbaar maakt in het schemerduister dat in de gang heerst. Het creatuur is als een zon. Nee, geen zon. Een tomaat. Het typisch gevormde kroontje bovenop bevestigt dat. De tomaat zweeft net een paar centimeter boven de vloer van de gang, waar ze stabiel blijft hangen.
'Bwel, vraag Kevvin even om door te lopen,' zegt de tomaat beleefd.
'Kevvin, Elle vraagt je om even door te lopen,' zegt Bwel. Ik begrijp eerst niet waarom ik dat twee keer moet aanhoren, maar dan besef ik dat Kevvin van nature geen dierenfluisteraar is. Is Elle een dier? Of kan ik mijn talenten nu ook uitbreiden naar groentes?
Voordat ik mijn gedachten laat verzanden in de vraag of een tomaat een groente of een fruit is, knik ik vriendelijk naar Elle en geef Bwel aan om ons voor te gaan. Ik heb namelijk geen idee waar ik heen moet.
Uiteindelijk blijkt dat niet moeilijk te zijn als er meer wezens de gangen instromen en allemaal dezelfde kant opgaan, richting een gigantische ruimte, zo blijkt.
Ik vergeet dat ik niet moet opvallen en kijk met open mond rond in de hoge zaal. Het is me meteen duidelijk dat ik me in het middelpunt van deze ondergrondse bedoening bevind en ook wat de grootste hobby van de ondergrondse bewoners moet zijn. Van de bodem tot tientallen meters de lucht in, wel tot het stenen plafond, zijn de muren aangekleed met kasten waarin boekrollen, gebonden boeken, mappen en papier verzameld liggen. Hoge ladders op wieltjes zijn her en der aan die kasten bevestigd. Verspreid over de rest van de zaal bevinden zich brede ladekasten, tafels en stoelen, met vooraan een podium waar een eenzame gestalte staat. Volgens mij is dat er één van de zeldzame soort Raelyn. De spillepoten, bolle zwarte ogen die tot het achterhoofd lopen en de krullende neus geven mij dat idee.
Mijn aanname is dat diegene het appel zal geven en hopelijk zal de Raelyn het kort houden.
Na een vlugge blik opzij van me, zie ik dat Bwel en Elle naast me zijn komen staan, waarbij ik hoop dat Elle genoeg kan zien. De menigte beweegt zich golfsgewijs en dringt ons dichter naar elkaar toe totdat er geen speld meer tussen te krijgen valt.
Dat is jammer, aangezien het vervolgens zo stil wordt dat die speld te horen was geweest, mocht die vallen. Nu moeten we het zonder dat item doen.
De Raelyn zegt: 'Aanwezigen, welkom. Zoals bekend heerst er chaos boven de grond omdat er een Draak is gevlucht.'
Hey, dat is toevallig, denk ik. Daar weet ik meer van.
'De Confettikoning³⁴ denkt dat de Drakenrijder is overgenomen door een kwade geest, waardoor zowel hij als de Draak in groot gevaar zijn.'
Net als ik me afvraag of ik inderdaad een kwade geest ben, zegt Elle zacht naast mij: 'Ze doen er ook alles aan om de Draak veilig te houden.'
Volgens mij is het niet de bedoeling dat iemand haar woorden opvangt, maar toch reageert Bwel. Ze buigt zich langs mij heen en zegt waarschuwend: 'Elle, je weet best dat de Regels er voor een reden zijn. Iedereen wordt gecontroleerd. Ook wij.'
'In De Mazen van de Wet staat anders precies beschreven hoe we dat kunnen omzeilen,' moppert de tomaat. 'Waarom sommeren we het beest niet gewoon hiernaartoe en pakken het hier aan?'
Ik knik heftig. Elle heeft de betere ideeën.
'Je weet best dat er helemaal geen link naar ons leidt,' antwoordt de Boekenworm, die mij compleet negeert. 'Zelfs het boek dat jij net benoemde kan daarbij niet helpen.' Tevreden met die woorden gaat ze weer recht staan, voor zover haar dat lukt natuurlijk. De glimlach op haar gezicht lijkt niet helemaal oprecht als ze naar mij kijkt en geruststellend zegt: 'Elle stelde voor om de zaal te verlaten omdat ze denkt dat ze niet kan helpen. Natuurlijk blijft ze.'
Dat is niet wat ze zei en ik frons mijn wenkbrauwen, terwijl ik het gesprek probeer te reconstrueren. Bwel gelooft dat ik Elle niet verstond en daarom denk ik terug aan het boek dat de tomaat benoemde: De Mazen van de Wet. De titel klinkt als iets dat mij op het lijf geschreven is, maar misschien is het beter als ik daar nu niks over zeg.
Al die tijd heb ik me op hun gesprek geconcentreerd waardoor ik compleet miste wat de Raelyn verder zei. Zij heeft haar zegje zo goed als gedaan en wenkt nu een slakachtig beest en haar rijdier naar voren welke ik herken als een Linoon met een Apicha. Zij heet Linoon4, als ik het geborduurde cijfer in mintgroen mag geloven en ik zou niet weten waarom niet. Zo'n hooggeplaatst lid van de Linoo ben ik niet eerder tegengekomen in mijn leven en onwillekeurig rek ik mijn nek om de slak beter te kunnen bekijken.
'Mijn zuster 10.589 kreeg het voor elkaar om zich aan de Draak vast te plakken tijdens diens vlucht, waardoor er nog hoop is. Ik stel voor dat we Regels uitschrijven die haar helpen om de Draak zich naar haar wil te laten buigen.' De Linoon kijkt arrogant rond.
Er barst onmiddellijk een rumoer van jewelste los, waarbij iedereen zijn eigen mening zo te horen op hun luidst mogelijke toon verkondigt. De boeken in de muren trillen ervan en ik zie wat steenschilfers uit het plafond naar beneden dwarrelen.
Zelf ben ik stil, want ik weet opeens wat ik eerder over het hoofd zag: Linoon10.589 was nergens te bekennen toen Drac en ik wegvluchtten. Zij liftte mee, waarbij ze mijn nieuwste project verlamde en liet crashen. Ik vind het alleen maar gerechtigheid nu blijkt dat de Linoon zich onder de Draak bevond toen we neerstortten en zo voor een valkussen zorgde, maar misschien kan ik dat beter niet aan Linoon4 vertellen.
De Raelyn ziet de onrust een tijdje aan, maar zet dan haar stem uit. Het intense gepiep zorgt ervoor dat ik mijn handen tegen mijn oren mep en ik wil de zaal uitrennen: weg van dat lawaai. Sommigen doen dat daadwerkelijk, waardoor ik me gelukkig beter kan bewegen.
Haar piep echoot na in mijn oren, lang nadat ze stopte, maar nu zijn de resterende aanwezigen wel weer stil en daarmee is ze in haar opzet geslaagd. 'We hebben net democratie geprobeerd en dat is mislukt. Nu ga ik over op autocratie. Iedereen, behalve de leden van de Pen, mag weer vertrekken.'
Het staal in haar ogen geeft duidelijk aan hoe haar woorden geïnterpreteerd moeten worden.
Ik sta voor een dilemma. Veel begrijp ik niet van wat hier in de rots gebeurt, maar wel weet ik dat deze Schrijversgilde veel macht bezit. Het is noodzakelijk dat ik hier blijf, zodat ik Drac kan redden, maar ik kan niet zomaar Kevvins lijf verlaten – daarvoor nam ik te abrupt bezit van hem. Als hij opeens wakker wordt in een ruimte waar hij eerst niet was en een appel miste dat hij had moeten horen, zal hij dat naar alle waarschijnlijkheid niet rustig oppakken. Dergelijke chaos heb ik eerder meegemaakt en dat kan ik nu niet gebruiken.
De kans dat Kevvin bij de Pen hoort, is statistisch gezien ook niet groot. Bwel neemt de twijfel helemaal weg door me nadrukkelijk gedag te wensen, waarbij ze de eerste helft van haar linkerpoten over de glanzende huid van Elle legt en haar op die manier meetroont. Díe twee horen duidelijk wel bij de elite.
Ik voel de onrust bij mezelf toenemen terwijl ik langzaam de zaal verlaat en me ongeveer naar dezelfde plek begeef waar ik Kevvin in het lijf liep.
***
³⁴Prompt 34: De confetti koning heeft een plan voor wereldovername.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top