Epiloog
Hier is het dan, de epiloog van Gehoornd! Bedankt voor alle aanmoediging en de votes, ze hebben me heel erg geholpen met schrijven! Voor de allerlaatste keer in dit verhaal dus:
Read, Vote, Comment and Enjoy! x
Rory zucht als hij terug wandelt van het raadshuis naar Velebora, waar vlak aan de grens van het woud van de Wildernes zijn huis staat. Hij is later terug dan hij zou moeten, Anna zal hem gemist hebben.
Hij heeft haar in elk geval wel gemist gedurende de lange dag die hij heeft moeten maken in het raadshuis van de Wildernes. Na de oorlog die een eind maakte aan Heer Tallynn's terreur waren beide troepen het er over eens dat er een nieuwe leiding moest zijn.
Zo is de raad van mythische wezens ontstaan, waarin hij is verkozen is tot een van de twintig raadslieden. Allen zijn gelijk aan elkaar, is het motto, vandaar dat ze aan een ronde tafel zitten, waar er geen hoofd is. Er zijn gehoornden, elfen en dwergen, saters en een centaur.
Als raadslid heeft hij veel aanzien, en de munten die hij daarmee krijgt, kan hij gebruiken om zijn gezin te onderhouden.
Gelukkig gaat alles nu, zeven zomers na de grote strijd waarin de halve familie Pyür stierf, net als de halve Raad van dubbelgehoornden, goed. De mythische wezens leven naast elkaar in vrede in de Wildernes. Natuurlijk zijn er sporadisch wat kleine ruzies of oorlogen tussen stammen. Soms wordt er een lijk gevonden in het woud, maar nooit is het zo erg geweest als zeven zomers geleden.
De taak als raadslid is zwaar en kost veel tijd, maar hij heeft het er voor over. Zijn gezin heeft het goed en ze zijn veilig door zijn positie. Toch krijgt hij het maar zelden geregeld dat hij eerder naar huis kan, zodat hij wat tijd met zijn vrouw en kinderen door kan brengen.
Naarmate hij verder komt en zijn huis nadert, dringt het gelach en gegil van lachende kinderen tot hem door, verweven met de bestraffende toon van zijn verwant.
"Ivalyn, niet zo hoog die boom in, je weet wat je vader daarover gezegd heeft! Firenzo plaag je zusje Cinder niet en geef haar die pop terug, nu!" Anna moet schreeuwen om boven het lawaai van hun kinderen uit te komen.
De kleine Cinder springt op en neer om de prachtige pop die haar oudste broer Firenzo boven zijn hoofd houdt, te pakken te krijgen, maar tevergeefs. Er staan tranen in de ogen van het kleine meisje tot het moment dat hun moeder over het grasveld schreeuwt.
Ze kijken allemaal even vol bewondering naar hun moeder en gehoorzamen daarna langzaam, maar de kleine jongen rent daarna zo snel als hij kan naar de andere kant van het grote grasveld, zijn donkerbruine haren alle kanten op schuddend. Hij lijkt veel op zijn moeder, die met de voorbijgaande zomers alleen nog maar mooier is geworden.
Rory kijkt naar haar van een afstandje, naar zijn geliefde zielsverwant Anna. De warme zomerzon zon schijnt op haar haren, die glinsteren als goud. Haar felle, groene ogen sprankelen van het felle licht. Het lijkt wel of hij dwars door haar ogen heen kan kijken, recht in haar pure ziel.
Ze heeft een arm beschermend om haar groeiende buik geslagen, waar nu hun vierde kindje groeit. Ze denkt dat het een jongetje is, net als hun oudste, die inmiddels mokkend op het gras zit, met zijn rug naar haar toe. Ze heeft nog maar een week van haar zwangerschap te gaan, hoogstens, en dat is duidelijk aan haar te merken. Zelfs het feit dat ze haar zoon even uit moest foeteren vermoeit haar.
Hij schudt grinnikend zijn hoofd als hij zijn zeven zomer oude zoon op het gras ziet zitten met een trillende onderlip.
"Wat heb je nu weer gedaan om je moeder boos te maken, kleine jongen?" vraagt hij, de indruk wekkend dat hij niets van het tafereel gezien heeft.
"Pap!" roept Firenzo blij, zijn verdriet om zijn moeders woorden vergetend. De jongen springt in zijn armen en geeft hem een knuffel met een kracht waarvan hij nooit had verwacht dat het in het tere jongenslichaam zou passen. Hij is sterk voor zijn leeftijd, net als zijn oom was.
"Vertel eens, Firenzo, waarom is mama boos op je?"
De jongen verbergt zijn hoofd in zijn nek, nerveus spelend met zijn rode haar, waarvan hij nog altijd een flinke bos heeft.
"Ik had Cinders pop afgepakt, papa. Maar ik kon er niets aan doen! Ik verveelde me gewoon heel erg."
Rory aait zachtjes over de rug van zijn zoon, een teken dat hij hem vergeeft, want jongens blijven nou eenmaal jongens.
"Ga je even sorry zeggen tegen je moeder en tegen Cinder, Firenzo? Dan is het allemaal weer goed."
De jongen knikt en rent meteen daarna naar zijn kleine zusje om schoorvoetend een zachte 'het spijt me' te mompelen.
Daarna loopt hij, hand in hand met Rory, naar Anna toe, zijn moeder.
Van de zijkant knuffelt hij haar benen en geeft hij een zacht kusje op haar buik. "Sorry mama," zegt hij zachtjes.
Anna probeert door haar knieën te gaan om op ooghoogte met Firenzo te komen, maar er schiet een gepijnigde uitdrukking over haar gezicht. Meteen helpt Rory haar overeind. "Gaat het, lieverd?" vraagt hij bezorgd.
Ze knikt hijgend, "het gaat prima, de kleine wil me niet door mijn knieën laten gaan."
"Is het een jongetje, mama?" vraagt Firenzo. "Ik wil een broertje, zusjes zijn stom."
Anna glimlacht zwakjes en knikt. "Ik denk dat het een jongetje is, lieverd, maar dat weet ik niet zeker."
Ze wrijft nog een aantal keer over haar buik, wat voor hem het teken is dat het te zwaar is geweest voor haar.
"Kom, lieverd, je moet even gaan liggen." Hij probeert haar bij haar middel vast te pakken om haar mee te kunnen nemen naar binnen, waar Anna uit kan rusten, maar ze stribbelt tegen.
"Nee, Rory, het gaat wel. Ik moet alleen even-" op dat moment zakt ze door haar knieën, en hij kan haar nog maar net op tijd opvangen.
"Ik ga je nu naar binnen brengen en Flora halen, je moet rusten nu je zwanger bent liefje." Bezorgd tilt hij haar fragiele lichaam op en hij draagt haar zonder enige moeite naar binnen, waar in een van de kamers een groot, zacht bed staat. Met alle voorzichtigheid van de wereld legt hij haar op de dekens, waar ze met een bleek en bezweet gezicht gaat liggen.
Hij aait haar even over haar voorhoofd en wendt zich dan tot Firenzo, die met een geschrokken blik naar zijn moeder staat te kijken. "Firenzo?" vraagt hij. "Wil je een grote jongen zijn voor je mama?"
De jongen knikt heftig, zijn haar op en neer verend. "Ja!"
"Ren dan nu over de weg naar Flora, de genezeres van Velebora en zeg tegen haar dat het tijd is, oké?"
De jongen rent meteen weg, en niet veel later komt Flora, met haar zielsverwant Finley in haar kielzog.
"Gaat alles wel goed, Anna?" vraagt hij.
Anna knikt, haar ogen gesloten. "Kun je op de kinderen passen toevallig, Finley? Dat gaat me nu niet lukken vrees ik."
Finley knikt bevestigend. "Natuurlijk, ik zal ze meenemen naar ons, ik denk dat Thelia en Leothan dat niet erg zullen vinden."
Anna glimlacht en zucht beverig, terwijl Flora al haar instrumenten klaarlegt.
Hij pakt de hand van zijn geliefde zielsverwant vast en streelt zachtjes haar haren. "Het komt allemaal goed liefje, maak je maar geen zorgen."
Ze kreunt zachtjes van de pijn en knijpt in zijn hand met een flinke kracht.
"Je bent er bijna klaar voor Anna, je kan het wel. De vorige keren lukte het ook, dus nu moet het ook lukken. Het komt allemaal goed, je moet even doorzetten," klinken Flora's bemoedigende woorden.
"Wat is hij mooi!" Anna ligt uitgeput, met betraande wangen op het bed met een prachtige kleine jongen in haar armen. Ze kijkt glimlachend naar hem op. "Hij heeft jouw ogen, nu al zo bruin als de aarde van aardmoeder Gaia."
De huilende baby rekt alle kanten op en richt zijn blik op hem, en hij smelt direct van die ogen.
Een brede grijns verschijnt op zijn gezicht, en hij streelt de wang van zijn zoon. "Lorcan zal hij heten, zo klein en wild als hij nu al is," zegt hij.
Ook op Anna's vermoeide gezicht ontstaat een stralende glimlach. "Lorcan," fluistert ze, om de naam te proeven. "Een mooie naam voor een mooie jongen. Lorcan zal jij heten, kleine jongen, Lorcan Fholaíochta."
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top