Hoofdstuk 4

4 Myra

Het is rustig in de stad. Ik woon natuurlijk in de hoofdstad van Stilre, Och'o. Mijn vader is alweer op reis, want hij is namelijk een handelaar. Ik loop door het stadje naar de bakker. De bakker, is dicht, wat jammer. Dan ga ik maar naar de ruïne. Daar zijn vast wel wat kinderen aan het spelen. Ik kom bij de ruïne aan, maar er is niemand. Ik hoor wel geluiden. Snel ga ik kijken, wat spannend! Ik loop de trap af. Het geluid wordt harder, het klinkt als een soort van gegrom. Straks is het een draak of zo, ik heb nog nooit een draak gezien. Het gegrom is achter de deur. Ik doe de deur open en ik zie een hele grote blauwe draak. De draak gromt en ik ren snel weg, straks valt hij me aan! Ik ren weg en langzaam zie ik de ruïne achter me bevriezen. Blijkbaar is het een ijsdraak. Als ik uit de ruïne kom verstop ik me snel. De draak komt uit de bevroren ruïne en vliegt weg. Dat was spannend, dit moet ik snel aan iedereen vertellen!

Ik loop de grote stad in en het is nu erg druk. Het is namelijk 5 uur, en dan koelt het alweer iets af in de stad. Overal zijn markten. Er wordt van alles verkocht. Ik loop door alle kleurige marktkraampjes, de ene is rood, de andere blauw en de andere weer roze. "Hé meisje, wil je appels kopen?" Roept een van de marktmensen naar me. "Nee sorry, ik loop alleen maar even over de markt." Zeg ik. Ik loop verder. Iedereen wil me wat verkopen, de ene kleren, en de ander weer eten. Op een gegeven moment word ik op de schouder aangetikt. Ik draai me om. Een oude vrouw staat achter me. "Kom mee als je nog zo'n coole draak als eerst wil zien." Zegt ze. Hoe kon ze weten dat ik een draak had gezien? Ik had het nog aan niemand verteld, en er was ook niemand in de omgeving. "Hoe weet je dat-" voordat ik de zin kan afmaken word ik op mijn hoofd geslagen met een knuppel.

Ik word wakker. Ik ben vastgebonden in de ruïne. "Hallo?" Roep ik. Maar niemand reageert. Ik probeer mezelf los te maken, maar het lukt niet. Ik probeer de dolk te bereiken die ik altijd bij me heb, maar ik krijg hem niet te pakken. Ik begin te rollen zodat hij misschien uit mijn broek valt. Gelukkig gebeurt dat. Met de dolk op de grond probeer ik het touw ermee los te snijden. Het is gelukt! Stilletjes loop ik door de ruïne heen die vol ligt met het smeltwater van het ijs. Ik loop naar de plek waar de trap normaal zit, maar hij is in gestort. Ik kijk om heen, ik zit toch niet nog steeds vast? Ik zie een kleine opening naar een gedeelte waar ik nog nooit ben geweest. Ik klim erdoorheen en val door een opening in een ondergronds meer van smeltwater. Boven me zijn de mooiste kristallen die ik ooit heb gezien maar ik moet zien te ontsnappen. Ik ga onderwater om te kijken of er een uitgang is, maar die is er niet. De enige plaats waar ik uit deze plek kan is de plek waar ik door heen ben gegaan. Maar daarboven was ook geen uitgang. Ik pak mijn dolk en ga maar op een droog plekje liggen om te gaan slapen want ik ben erg moe.

8 uur later word ik wakker. Ik ben nog steeds op dezelfde plek. "Welkom." Hoor ik een stem. "Hallo?" Vraag ik alweer. "Je hebt iets gezien wat eigenlijk niet mag!" Schreeuwt de stem. "De ijsdraak bedoel je? Maar die zag ik per ongeluk, echt!" "Allemaal leugens, daarom moet je nu hier blijven totdat er iets gebeurt waar de stad niet blij mee zal zijn." "Maar als ik weg ben missen ze mij toch?" "Dat denk jij, maar eigenlijk vinden ze je allemaal maar een verwend rijk meisje dat alles kan krijgen wat ze wilt, en je vader, moeder en broer zijn allemaal dood gegaan toen ze op handelsreis waren." "Maar, maar." "Geen gemaar, er wordt een kist met eten gegooid over een kwartier, als je het niet eet, hebben we altijd nog een draakje dat je pijn kan doen, dus laat je niet dood gaan door niks te eten, want anders ga je voor altijd lijden."


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top