4. Verdrinken
Mijn voeten raken de golven. Zwart water spoelt langzaam mijn schoenen in. Ik weet niet hoe dit me niet zal verdrinken. De oceaan is zoveel groter dan de duisternis die ik me achter me heb gelaten. Het is kouder, wreder en voelt zoveel echter.
Er is een reden dat ik dit altijd heb ontweken en nu ik er met mijn enkels in sta, wil ik me zo graag omdraaien. De nacht is veel warmer en veiliger. Zolang ik in het donker sta, hoef ik mezelf niet te zien. Nu moet ik haar recht in de ogen staren.
Ik ben bang.
Golfs warme vingers vouwen zich om de mijne en mijn horloge tikt nog altijd verder.
Dan sta ik tot mijn enkels in het water. Met betraande ogen kijk ik haar aan. Hoe kan ze denken dat dit makkelijk is? Hoe kan ze denken dat ik niet elke dag dat ik hier heb gelopen geen pijn heb gehad. 'Hoe?' Het woord kruipt over mijn lippen. Mijn stem nu net zo zacht als de hare.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top