Hoofdstuk 2 Connor

"Jongens, kom op!, we moeten nu gaan!" roept Bradley van beneden. De andere zeuren dat ze nog moeten eten, maar Bradley stemt niet mee. "Con!!!, hoe ver ben je?" vraagt Bradley van beneden aan mij. "Ben klaar!!!" roep ik naar beneden en loop mijn kamer uit. "Jongens!, we moeten nu echt gaan!!!, we zijn al te laat!!!" roep ik naar de jongens. "Gast!, ik sta naast je man. Als je schreeuwt schreeuw het dan niet in mijn oor, maar in die van de andere." zegt James, terwijl hij pijnlijk zijn hand voor zijn oor houdt.

Na een tijdje zitten we in de auto op weg naar het weeshuis. "Brad, gas er op gast!" zegt Tristan ongeduldig en zenuwachtig. Ik zucht en word ook zenuwachtig, alleen omdat Tristan zenuwachtig doet. "Tris, doe even normaal!" schreeuwt Bradley ineens en verschrikt kijk ik op. Ik zie Tristan met zijn benen trillen en ik word nog zenuwachtiger dan ik al ben.

Na zeker een half uur gereden te hebben komen we aan bij het weeshuis. Ik zie alleen maar auto's en ik zucht. Dit meen je niet, geen plekje voor ons! Maar dan zie ik nog 1 leeg plekje. "Brad, ik zie er 1." zeg ik en wijs naast ons. "Thnx, Con." bedankt Bradley mij. Ik bekijk het gebouw, terwijl Bradley de auto parkeert. Bij een raam zie ik een meisje naar buiten staren en ik zeg tegen de jongens "Guys, ik zie daar boven in het gebouw bij een raam, een meisje zitten." "Boeit dat?" vragen ze allemaal en ik zeg "ja." Ze zuchten en we stappen allemaal de auto uit.

Als we naar het gebouw toe lopen zeg ik "guys, geloof me nou." "Nee, maar we zullen kijken, " zeggen ze en met z'n alle kijken we naar boven. Ik zie haar nog, maar dan gaat ze weg en ik kijk weer naar voren. Maar ineens loop ik tegen een lantaarnpaal en ik hoor hoe de jongens mij uitlachen. Ik zucht hoorbaar en loop verder.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top