challenge 1

Het was angstaanjagend stil om me heen. Zó stil dat mijn nekharen recht overeind gingen staan. Het leek net alsof mijn omgeving aanvoelde dat er een mens in de buurt was... Alsof het zich voorbereidde om daar een eind aan te maken. Angstig keek ik rond, op zoek naar een onzichtbaar gevaar. Tot ik een geluid hoorde...
©2019, SylvieThoughts
Snel draaide ik me om, om te kijken naar het wezen dat dat geluid maakte. Ik keek recht in twee ijzige ogen en verstarde. Het wezen snoof, en zei met een zware stem: "Zo, dus jij durft je op het grondgebied van Ouranos te wagen, Dyna?" Hij spuwde mijn naam bijna uit, je kon de afschuw duidelijk te horen. Terwijl ik bedacht wat ik hierop moest antwoorden, bekeek ik het angstaanjagende wezen. Hij was volledig zwart, met uitzondering van zijn ijswitte ogen. Maar, wat je niet zou verwachten, zelfs in die witte ogen kon je de donkerte zien.
Hij had een lange neus, of beter gezegd: snuit. Toen hij praatte zag ik zijn scherpe tanden. Hij had grote oren, alsof hij altijd alert moest zijn, en hij elk geluid moest wantrouwen. Zijn oren staken uit een helm, die wel gemaakt leek van steen. Aan zijn armen zaten stekels, en een van zijn handen leek wel zo scherp mogelijk geslepen, die was namelijk van steen. Zijn andere hand was een klauw, waarin hij een spies vasthield. Zijn poten leken op het eerste gezicht misvormd, maar toen ik beter keek zag ik dat ze juist een perfecte vorm hadden om snel te rennen. Kortom, een goede bewaker! "Ja dat durf ik! Ik heb namelijk een boodschap van Giranon" beantwoordde ik zijn vraag. Ik wist heel goed dat ik met deze opdracht mijn leven riskeerde, maar ik had Giranon mijn trouw gezworen. Weer snoof het beest. "En dat durf je nog, na wat je uitgevoerd hebt?" Dat beest wist echt alles over mij! "Ik heb Giranon mijn trouw gezworen, dus als hij mij een opdracht geeft zal ik die gehoorzamen." Het klonk zelfverzekerder dan dat ik me voelde. Er was een grote kans dat Ouranos me al vermoordde zonder dat ik de boodschap over had kunnen brengen. Het beest leek na te denken, maar begon toen apparte geluiden te maken. Ik keek verbaasd naar hem, maar als snel veranderden de geluiden naar wolvengehuil. Blijkbaar was het een codetaal, want al snel kwam er een wolf aangerend. Het beest begon te grommen, hij moest wel aan het praten zijn tegen de wolf. Nadat het beest uitgegromd was, vloog de wolf meteen weer weg, maar kwamen er twee andere beesten uit de struiken gestapt. Ze leken op wolven, maar waren wat menselijker. Ze liepen om twee poten en hadden een rode cape om. Ze stopten voor het beest en maakten een buiging. Zou het beest hun baas zijn? De opperbaas was toch Ouranos?

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top