Hoofdstuk 8

POV Hunter

Wanneer het 10 over acht is hoor ik de deur bel, dat zou Rylie zijn. Ik had haar vanmiddag nog gevraagd of ze vanavond even op Violet en Angela wilt letten, omdat ik vanavond moet werken.

Ik loop naar de deur en opent die, en inderdaad daar staat Rylie.
"Hey, kom binnen." Zeg ik en stap opzij zodat ze naar binnen kan, ze stapt naar binnen en even lijkt het of ik een bezorgde blik in haar ogen zie.

Al snel komen Violet en Angela naar ons toe gerent "Rylie!" Gillen ze beiden vrolijk, Rylie lacht erdoor "Hey meiden." Even knuffelen ze elkaar.
"Bedankt dat je nog kon oppassen deze avond." Zeg ik wanneer mijn zusjes haar weer los laten, ze kijkt op naar mij en knikt "Altijd." Zegt ze vriendelijk.
Ik pak mijn jas en sleutels en hurk even voor mijn zusjes "Jullie zijn wel lief hè." Zeg ik waarop ze beiden hevig knikken, waarna ik weer recht ga staan en ze beiden kort over hun kop vrijf.
"Mooi, dan ga ik werken." Ik wil naar de deur gaan tot Rylie mijn arme even pakt, ik kijk ik naar haar en zie de bezorgde blik. "Is er iets?" Vraag ik, ze twijfelt "Maak het niet al te laat." Zegt ze dan. Ik bijt even op mijn lip "Kan niks beloven dat weet je." En met die woorden verlaat ik het appartement.

Rylie denkt dat ik ergens in een avond café werk, en weet niks van het vechten af. Tuurlijk vraagt ze er soms naar als ik met blauwe plekken thuis kom of ergere wonden, maar dan lieg ik altijd. Rylie is een super vrouw, maar ik wil liever niet zeggen wat ik doe voor het geld. Ik wil niet dat ze zich onnodig zorgen gaat maken over mij.

Ik loop naar de trappenhuis en ga naar beneden toe, wanneer ik beneden ben ga loop ik door naar het kleine garage die bij het appartement hoort.
Daaruit haal ik mijn scooter en ook pak ik mijn sporttas, waar mijn spullen in zitten die ik nodig heb voor het gevecht.

•°•°•°•

Wanneer ik ben aangekomen bij het café pakeer ik mijn scooter, en al snel zie ik een zwart gedaante op me afstappen.

"Daar ben je." Zegt een zwaren stem die ik meteen herken, gezien ik maar één iemand ken die zo'n zware dreigende stem heeft.
Ik kijk op naar Steven, mijn baas.
"Sorry, ik moest even voor een oppas zorgen." Reageer ik, hij rolt zijn ogen even "Kom nou maar mee." Zegt hij bijna dwingend.
Meteen gehoorzaam ik en loop met hem mee naar het café. Steven is een maffia baas, van een grote gevaarlijke gang.

Steven en ik zijn in contact gekomen, doordat Steven opzoek was naar nog een vechter. En omdat mijn situatie erg beroerd was en ik dringend geld nodig, besloot ik te vechten voor hem. Zo was geld verdienen een stuk makkelijker, want daarvoor ging ik illegaal werken en soms kleine zakkenrol trucjes.
Maar nu vecht ik voor hem, nog steeds illegaal maar wel beter verdienen en zo word ik zelf ook steeds beter en kan ik mij agressie africhten.

We lopen naar binnen en gaan door naar achteren toe, achter is een trap die naar de geheime kelder gaat. De kelder is enorm, er zijn kleedkamers, een grote ruimte waar een vecht ring is en ook paar kleine tribunes waar het publiek kan zitten.
"Kleed je om en warm je op, je moet tegen Jay vechten." Commandeert Steven mij, ik knik even en loopt naar de kleedkamer.
Steven is een goede man, als je hem kent maar soms kan hij erg gevaarlijk en bazig zijn als het erop aan komt. En als ik hem zo zie, is dit een belangrijk gevecht die ik absoluut niet mag verliezen.

Ik loop de kleedkamer in en zet mijn sporttas op het bankje, ik hang mijn jas op en doe mij trui uit, mijn spijkerbroek vervang ik voor een sport broekje.
Ik pak het bescherm gebitje voor mijn tanden, er zijn weinig regels bij het vechten maar een bescherm gebitje is toegestaan.
Wanneer ik klaar ben loop ik de kamer uit en ga naar Steven toe die leunend tegen de muur aan stond te wachten op mij.
"Nu je opwarmen." Zegt Steven wanneer hij me ziet.
Zwijgend vervolg ik mijn weg naar de grote ruimte en ga me even snel opwarmen in een hoek met wat boksballen die klaar staan.

Na tien minuten trainen hoor ik gejoel van het publiek, meteen kijk ik op en zie ik een gespierde jongen lopen.
Hij is waarschijnlijk iets groter dan ik, gespierd, tatoeages op beide armen. Volgens mij is dat mijn tegenstander voor vanavond.

De jongen ziet mij en komt meteen op me af gelopen, hij probeert intimiderend over te komen. Maar daar kan ik tegen, hij maakt mij niet zomaar bang ondanks hij iets groter is en iets meer spieren heeft.
Hij blijft recht voor me staan op armlengte afstand "Dus jij bent Hunter?" Hij bekijkt me van top tot teen. Ik laat geen angst zien, niet dat ik die heb ofzo.
Ik knik "Ja." Antwoord ik kort maar krachtig terug.

Een valse grijns verschijnt op zijn gezicht "Je bent zwak uppie, dat zie ik nu al dus zorg maar dat er een ambulance klaar voor je staat."

Ik blijf hem met een neutrale blik aan kijken, de woede kookt in me. Er zijn zoveel mensen geweest die me zwaar onderschatten, maar ik heb geleerd om je woede te bewaren voor het gevecht en dat het nu geen nut heeft om er tegen in te gaan.
Hij geeft me nog een vieze grijs voordat hij weg loopt.

Wacht maar, die grijns sla ik van je gezicht af.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top