Hoofdstuk 9.1
Sabina wilde haar en als Sabina iets wilde, dan was daar geen ontkomen aan.
Nadat ze een jurk had aangetrokken waar ze zich comfortabel in voelde, werd het gezelschap naar de andere kant van de stad gebracht. Naast Kenna, Vita en Livia, waren ook Dorothy en Layla aanwezig, die beiden bij de acrobaten hoorden.
'De heer Degallo is een arrogante man,' deelde Sabina hen mee zodra ze in de koets waren gestapt. 'Alhoewel jullie waarschijnlijk niet de kans krijgen om hem te spreken, moet je zorgen dat je hem en al zijn rijke vrienden met respect behandelt. Laat je van je beste kant zien. Doe je dit, dan kan je later nog veel aan ze hebben.' Sabina streek de rode stof van haar jurk glad. Ze haalde diep adem en keek trots naar haar meiden.
Livia fronste haar wenkbrauwen. Ze wist wat voor informatie ze moest verzamelen voor Arun, de leider van de Onverschrokken Krijgers, maar... 'Wat is het dat we moeten doen?' vroeg Livia niet-begrijpend.
Vita rolde met haar ogen.
'Dit zijn de mensen die ervoor zorgen dat wij kunnen bestaan,' antwoordde Sabina. 'Zij leveren het geld, zodat jij het leven kan hebben dat je nu leidt. Dus het enige wat je moet doen vanavond, is zorgen dat je hun vriend blijft, want dat geld hebben we nodig.' Er was een strenge ondertoon merkbaar in haar stem.
De koets probeerde zich een weg te banen door de drukke wegen van Dragmar. Mensen probeerden nog van de Grote Markt naar huis te komen. Met moeite kwam de koets vooruit, maar uiteindelijk stopte deze voor een reusachtig huis, die met al zijn rijkdom sterk afstak tegen de rest van de omgeving.
Het huis moest groter zijn dan hun landhuis in Braxshire en leek eerder op een klein kasteel. De torens die Livia bij binnenkomst van Dragmar had gezien, waren hiervan afkomstig.
De deur werd geopend en de meiden werden door enkele wachters uit de koets geholpen. Toen de frisse avondlucht haar weer omarmde, haalde Livia diep adem en streek ze haar jurk glad. Sabina had een diepzwarte jurk voor haar geregeld, waarvan haar rug bijna helemaal open was. Op dit na was het een redelijk simpele jurk, maar het vormde een mooi contrast met haar felrode haren.
Toen Sabina als laatste de koets uit was gestapt, ging ze de groep voor de trap op, die leidde naar de ingang van het huis. De wind ving Livia's jurk en nonchalant probeerde ze de stof bij elkaar te houden.
De enorme rode deuren werden voor hen geopend en een gigantische hal werd onthuld. Livia kon zich niet herinneren dat ze zich ooit zo klein had gevoeld.
De rijkdom die deze plek uitstraalde was immens. Voorwerpen uit de verste plekken van Rhâga waren opgesteld in de hal en aan de muren hingen grote portretten van de heer Degallo en zijn familie.
Over een rood tapijt werden ze door het huis geleid en aan weerszijde van haar stonden om de paar meter soldaten opgesteld.
'Dit is niet normaal, hè,' fluisterde Kenna in haar oor. In de herberg had Kenna al laten vallen dat ze één keer eerder met Sabina mee was geweest naar een bezoek aan de heer Degallo, maar toch keek de jonge vrouw opnieuw haar ogen uit.
De groep liep door tot het einde van de hal, waar twee grote eikenhouten deuren voor hen werden geopend. Een nog grotere zaal werd aan haar onthuld. Deze oogde nog spectaculairder dan de rest van het huis.
De zaal moest op z'n minst tien meter hoog zijn en was gevuld met vele kroonluchters. De muren, het plafond en de grond waren gemaakt van een eenzelfde soort witte steen, dat zo glad was dat Livia haar eigen weerspiegeling kon zien.
'De Desi van vrouwe Sabina!' riep een wachter door de zaal. Iedereen draaide zijn of haar hoofd naar hen om en een zacht geklap zette op. Een glimlach verscheen op Livia's gezicht.
Haar optreden begon nu pas echt.
De gasten zaten op verschillende grote banken, die door de gehele zaal opgesteld waren. Te midden van de gasten stond een man van middelbare leeftijd op. Dit moest Tristan Degallo zijn.
'Welkom!' Hij begroette Sabina als een oude vriendin. 'Wat fijn om u weer te zien, Sabina.'
'Insgelijks, heer Degallo.' Sabina draaide zich om naar haar meiden. 'En ontmoet mijn Desi: Vita, Dorothy, Layla, Kenna en Livia.' De heer Degallo gaf ze één voor één een kus op hun hand.
Toen hij bij Livia aankwam, trokken zijn mondhoeken iets omhoog. 'Bij de Goden, ik denk niet dat ik ooit iemand met zulke mooie haren heb gezien.' De heer Degallo hief zijn hand en raakte heel voorzichtig haar haren aan. Livia moest de grootste moeite doen om niet achteruit te deinzen.
'Dank u wel, heer,' zei ze met een glimlach die schitterde op haar gezicht.
De heer Degallo had krullende donkerblonde haren die tot op zijn schouders vielen. In zijn gezicht was er een vlaag van ouderdom te herkennen, maar voor iemand van zijn leeftijd viel dit nog mee. Tristan Degallo liet haar haar weer met rust en draaide zich om naar Sabina.
'Kom mee, dan laten we dit feest eens beginnen.'
Tot haar verbazing haakte hij zijn arm door die van haar en begeleidde hij haar naar de banken. Ergens in het midden zette hij Livia en de andere meiden neer. Ze werden geplaatst tussen enkele andere dames en heren. Toen ze ging zitten keek ze nog even om zich heen, waardoor het haar opviel dat zowel Sean als Aeryn een plekje aan de zijkant van de zaal hadden ingenomen.
Tristan Degallo liet haar nu met rust en was naast Sabina gaan zitten. Livia had gehoopt vanavond steun te kunnen vinden bij Kenna, maar die liet haar al snel in de steek. Ook Vita was gelijk in haar rol gekomen en was met enkele dames aan het praten. Toch schoten haar ogen zo nu en dan op naar de mannen die achter hen zaten, alsof ze juist hun aandacht wilde trekken.
De avond ging rustig voorbij. Soms deed ze mee aan de gesprekken die om haar heen plaatsvonden, maar heel diepgaand waren deze niet. De avond werd gevuld met wat muziek op de achtergrond. Kenna betrad op den duur ook het podium om te zingen, waarna ze haar vriendin niet meer had teruggezien.
De avond kreeg echter een andere wending toen opeens een jongen van haar leeftijd naast haar plaats nam op de bank. Er rustte een glimlach op zijn gezicht.
'Livia was uw naam, nietwaar?'
'Dat weet u nog goed. En mag ik u vragen hoe u heet?' vroeg ze. De glimlach, die zo ontzettend nep aanvoelde, verscheen opnieuw op haar gezicht.
'Noah Degallo.'
Livia's wenkbrauwen gingen uit verbazing omhoog. 'U bent de zoon van de heer Degallo?'
'Neefje eigenlijk, maar ik woon wel bij hem sinds het overlijden van mijn ouders.'
'Nog gecondoleerd met uw verlies.'
Noah wuifde haar medeleven weg. 'Dat is al lang geleden; ik herinner me ze amper nog.' Hij ging verzitten en legde zijn arm over de leuning achter haar, waardoor hij opeens gevaarlijk dichtbij kwam. 'Maar vertel me eens, waar komt deze schoonheid vandaan?'
Livia lachte en haalde haar handen door haar haar. Verbazingwekkend genoeg had nog niemand haar deze vraag gesteld vanavond. Dit vond ze best, want hoe zou erop gereageerd worden als ze vertelde dat ze niet uit Velantre, maar Leora kwam?
'Wat maakt het u uit waar een meisje ver onder uw stand vandaan komt?' Het was niet de bedoeling dat het zo uitdagend klonk...
De glimlach op Noahs gezicht werd groter. 'Voor iemand met jouw schoonheid doet stand er niet toe. Ik durf te wedden dat je iedere man op het continent kan krijgen.'
Een misselijkmakend gevoel kwam opzetten, maar ze probeerde de schijn op te houden.
'Oh niet iedereen, sommigen denken dat dit haar een vloek is.'
Noahs glimlach verdween van zijn gezicht. Had ze iets verkeerds gezegd?
'Gaat alles wel? Je ziet er wat witjes uit. Zullen we een rustigere plek opzoeken?'
Livia wist niet of dat zoveel beter was, maar na enige twijfeling stemde ze hier mee in. Noah stak zijn hand naar haar uit en het moment dat Livia deze aannam, begeleidde hij haar mee de zaal uit. Ze was opgelucht om verlost te zijn van de ruimte waar iedereen haar aan bleef staren.
Noah nam haar mee naar een aangrenzende zaal. Deze was duidelijk kleiner dan de zaal waar ze eerder in ondergebracht waren, maar ook hier paste haar huis in Castella nog gemakkelijk in. De muren waren gevuld met grote boekenkasten, die uitpuilden met honderden, al dan wel niet duizenden boeken.
'U heeft een prachtig huis, heer Degallo.'
Noah draaide zich lachend naar haar om.
'Zo lief hoe je de etiketten op probeert te houden.'
Livia bloosde en wendde haar hoofd af. Tussen de boekenkasten zag ze een groot schilderij hangen. Een angstaanjagende man stond hier op de boeg van het schip. Achter hem hingen duistere wolken en op de hoge golven in de zee lagen nog vele schepen.
'Dat is Rhâga Benici,' vertelde Noah haar. 'Hij was hier op weg om de heks Duvessa te verslaan.'
Livia kende het legendarische verhaal van de man die hun continent had verenigd. Haar moeder had haar ooit verteld dat het verhaal anders was, maar Livia kon zich het precieze verhaal niet meer herinneren. Ze had ernaar willen vragen, maar op dat moment voelde ze Noahs hand op haar heup.
Livia draaide zich om en liep naar de grote tafel in het midden van de zaal. Ze voelde zijn hand van haar jurk glijden en nerveus probeerde ze te doen alsof ze niets merkte.
De tafel was gevuld met nog enkele boeken en kaarten. Ze had niet vaak in haar leven een kaart gezien, maar toch kon ze Rhâga herkennen. Noah verscheen achter haar. Nerveus probeerde Livia onopvallend een stap opzij te doen.
'Waar zijn we nu?' vroeg ze voorzichtig. Ze probeerde het gesprek gaande te houden, bang voor wat er anders zou gebeuren.
Toch had ze niet voorzien dat hij haar hand zou pakken. Ze moest de neiging onderdrukken om deze niet terug te trekken. Noah begeleidde haar naar een klein plekje op de reusachtige kaart. 'Dit is Dragmar. En dit...' Hij liet haar hand over de kaart glijden. 'Dit is Velantre.'
Livia keek naar de kaart en nam deze in haar op. Ooit had ze in één van de boeken van haar ouders een kaart van Rhâga gevonden, maar deze was veel groter en gedetailleerder.
Nu was er echter één ding dat haar aandacht trok en dit waren de kleine scheepjes die net naast de stad Agouch waren geplaatst. Livia wist niet dat het mogelijk was, maar haar hart begon nog sneller te kloppen.
'Waar kijk je naar?' hoorde ze Noah fluisterend vragen. Zijn adem prikkelde in haar nek. Alhoewel ze het warm had, verscheen er kippenvel op haar armen.
'Niets...' fluisterde ze terug. Livia probeerde zichzelf sterk te houden. Ze voelde zijn handen op haar heup verschijnen. Zijn adem prikkelde op haar huid. Een lange, diepe kus plaatste hij in haar nek.
'Wacht,' fluisterde Livia zachtjes. Ze probeerde zichzelf los te krijgen uit zijn omhelzing, maar de jongen was te sterk.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top