Hoofdstuk 5.2
De tocht naar Dragmar verliep zonder enige problemen. Wanneer ze door het golvende landschap van Velantre trokken, wisten de meiden zich goed te vermaken. Soms deden ze spelletjes en andere keren waren ze urenlang met elkaar aan het praten. Ook kon Livia er van genieten om naar buiten te kijken, naar het landschap dat ze nog nooit eerder had gezien.
Het landschap was in groot contrast met Castella en zijn omgeving. Haar dorp had op het grote langwerpige eiland Akrua voor de kust van Rhâga gelegen. Het hoge binnenland bestond uit vele heuvels, waardoor ergens in de verte de zee altijd zichtbaar was. Maar nu hier, terwijl ze reisden door het heuvels van Velantre, was de zee nergens te bekennen. Voor iemand die altijd aan het water had gewoond, voelde dat raar.
De reis naar Dragmar duurde in totaal vier volle dagen. Een enkele keer moesten ze aan het einde van de dag een eigen kamp opzetten, maar de overige twee nachten konden ze in een kleine herberg aan de kant van de weg overnachten. Eén van die keren was de laatste dag voordat ze Dragmar zouden bereiken.
De andere twee dagen waren ze gelijk na het eten naar bed gegaan, maar nu er een kroeg aan de herberg zat, besloten de jonge vrouwen hier nog wat te drinken. De kroeg was gevuld met mensen, die afleiding zochten na een lange dag reizen.
Samen met haar vriendinnen zat ze aan een tafeltje, ver verwijderd van de drukte rondom de bar, waar veel mensen op elkaar waren gepropt. Ze probeerden boven de muziek uit te komen om een zoveelste kan bier te bestellen.
Alhoewel het druk was en Livia hier niet al te lang wilde blijven, vergat ze voor heel even de situatie waarin ze zich bevonden. De laatste paar dagen waren vermoeiend geweest. Niet alleen vanwege het reizen, maar ook vanwege Vita, die iedere mogelijkheid pakte om te oefenen.
Teegan en Kenna waren met elkaar aan het praten. Zoals gewoonlijk waren ze in een discussie verwikkeld. Normaal gesproken kon Livia het gekibbel van de twee wel hebben, maar vanavond keek ze uitgeput naar het meisje met de gitaar en probeerde ze zich te concentreren op de muziek. Heel even was ze in haar eigen wereldje, waar er geen zorgen en frustraties bestonden.
Veel te snel werd Livia weer terug naar de echte wereld getrokken door Kenna, die opeens haar hand stevig vastgepakte.
'Wat?' vroeg Livia verward.
'Zie die jongen bij de bar. Is hij niet knap?' De andere meiden draaiden zich snel om, waarna Kenna boos reageerde. 'Doe dat niet! Niet zo kijken!'
Livia, die net als Kenna niet om hoefde te kijken, zag bij de bar een blonde jongen van ongeveer hun leeftijd staan. De jongen keek de kroeg door en natuurlijk merkte hij de meiden op die naar hem waren omgedraaid.
Toen hij ze zag, verscheen er een glimlach op zijn gezicht. Ergens prikkelde iets in haar, alsof ze deze glimlach herinnerde, maar ze kon hem nog niet plaatsen. Livia was alleen zo moe, dat ze het ook niet hoefde te weten. Dus toen de jongen op hen af kwam lopen, stond Livia op.
'Ik ga buiten nog even een rondje maken en daarna ga ik naar bed,' deelde ze mee, maar Kenna was ondertussen de rest al aan het meedelen wat de jongen deed. Alleen Talia had nog aandacht voor haar om haar een goede nachtrust te wensen.
De luide kroeg liet ze achter zich toen ze de koude nacht instapte. Ze haalde diep adem en liet de frisse lucht haar longen inkomen.
Morgen zouden ze aankomen in Dragmar en de dag erna was hun eerste voorstelling... Ze had hier zo min mogelijk over na willen denken, maar nu gingen de angstaanjagende gedachten toch door haar hoofd.
Wat zouden mensen wel niet van haar zeggen?
En zou ze, zoals Vita haar de laatste dagen had duidelijk gemaakt, zichzelf voor schut zetten?
Livia schrok op uit haar gedachten toen de deur van de kroeg openging en het meisje met de gitaar naar buiten stapte. Ze was net naast de deur blijven staan, maar moest nu snel onhandig een stap opzij doen om niet door de gitaar geraakt te worden.
'Sorry,' het meisje legde de gitaar op haar rug. Op het moment dat ze dit deed gleed er wat van haar blonde haar naar achteren, waardoor haar oren zichtbaar werden, die een stuk puntiger waren dan die van een normaal mens.
Nieuwsgierig keek Livia haar aan. Ze had nog nooit een elf gezien...
Het meisje stopte toen ze Livia zag kijken.
'Hé, zit jij niet bij de Desalto?' merkte ze op. Ze liep naar Livia's andere kant en kwam naast haar staan.
Ongemakkelijk bleef Livia staan. Ze knikte. 'Dat klopt.' Er verscheen een verlegen glimlach op haar gezicht, maar wist niet goed wat ze moest zeggen.
'Hoe is het om daar bij te zitten?' vroeg de elf. Een nieuwsgierige blik verscheen in haar ogen en dit stond Livia niet aan.
'Het is oké,' zei ze nog altijd ongemakkelijk. Er waren niet veel elfen meer in Rhâga. De meesten waren honderden jaren geleden verdreven naar het Middengebergte, waar het voor een normaal mens bijna onmogelijk was om te overleven.
'Sorry als ik dit zeg, maar soms gaan er rare verhalen over de Desalto de ronde. Bijvoorbeeld over die gouden armband.' De elf wees naar het gouden sieraad om haar pols. Livia verstopte de armband snel achter haar kleding. 'Zijn de verhalen waar?'
'Waarom wil je dat weten?' Livia merkte dat ze nerveus begon te worden. Je kan het met niemand van buitenaf over deze armband hebben. Probeer het en Sabina vermoordt je, galmden Aeryns woorden door haar hoofd.
De elf haalde haar schouders op. 'Ik ben alleen benieuwd... of de verhalen kloppen...'
Nog altijd niet op haar gemak zette Livia zich af van de muur. Ze draaide zich om naar de elf, die haar nu onzeker aankeek.
'Het spijt me,' zei Livia zachtjes, 'maar ik ga naar bed toe. Je muziek was erg mooi. Ik heb ervan genoten.' Ze draaide zich om naar de deur en wilde deze openen, maar de elf versperde haar op het laatste moment de weg.
'Livia.' Bijna fluisterend zei ze opeens haar naam. In haar ogen lag nu een ernstigere blik.
Livia deed geschrokken een paar stappen naar achter. 'Hoe weet je mijn naam?'
De elf had van alles kunnen bedenken, waardoor Livia haar misschien nog wel had kunnen geloven, maar het verhaal waar ze mee aan kwam zetten was gestoord. 'Ik ben gestuurd door iemand die je moeder kende, vele jaren geleden.'
Livia lachte. 'Wat?'
'Het spijt me voor wat er met je familie is gebeurd, Livia...' De elf wachtte even, maar Livia gaf geen antwoord. Ze keek naar de elf, die ze steeds meer begon te wantrouwen. 'Ik ben gestuurd om... om te kijken hoe het met je gaat.'
Livia sloeg haar armen over elkaar. 'En wie moet dit dan wel niet zijn?'
'Morgan...'
'Oké, en waarom kan hij-'
'Zij.'
Livia trok haar wenkbrauw op. 'Waarom boeit het haar nu opeens hoe het met mij gaat?'
De elf wilde nog wat zeggen, maar hield haar mond toen er via de weg opeens iemand hun richting op kwam lopen. Livia herkende Seans brede postuur en donkerblonde haren meteen. Opgelucht haalde ze adem.
'Hallo,' zei hij zachtjes. Hij merkte Livia's opluchting en keek naar de elf. 'Gaat alles goed?'
Livia knikte. 'Ja, ik kom met je mee naar binnen.'
Met een hopeloze blik in haar ogen keek de elf haar nog even aan, maar deed daarna toch een stap opzij. Sean liep naar binnen. Livia wilde zijn voorbeeld volgen, maar stopte toen de elf nog zo zachtjes begon te praten dat alleen zij het kon horen.
'Ze probeert je alleen maar te helpen.'
Livia balde haar vuisten en keek naar de elf, die bijna een kop kleiner was dan zij. 'Mijn moeder had haar hulp kunnen gebruiken. Voor mij kan ze niets doen.'
Zonder nog een woord te zeggen stapte Livia de luidruchtige kroeg weer in. Sean was de trap naar boven al opgelopen, maar na enkele stappen besloot hij toch op haar te wachten
'Was dat niet de artiest die zojuist nog in de kroeg had gespeeld?' vroeg hij haar verbaasd.
Gefrustreerd liep Livia langs hem heen, waarbij ze geen antwoord gaf op zijn vraag. Verwikkeld in tweestrijd bleef ze bovenaan de trap toch nog staan. Moest ze het hem vragen? Ze wilde het erbij laten, waarbij ze toch verder wilde lopen, maar op het allerlaatste moment bedacht ze zich.
'Ken jij Morgan?' vroeg ze onzeker. Al had ze geen achternaam, misschien was dit iemand van adellijke afkomst met veel geld, iemand met status...
Ze had niet verwacht dat Seans gezichtsuitdrukking zou veranderen. Waar er tot voor kort nooit enige emotie in zijn gezicht te zien was geweest, keek hij haar nu met grote ogen aan.
'Bedoel je Morgan als in ...de legende?'
'Wat?!'
'Ook wel, als we deze legende mogen geloven, de meest krachtige magiër op het moment?'
Bij de Goden...
'Is het een vrouw?' vroeg ze nog even voor de zekerheid. Ze wist niet waarom ze deze vraag stelde. Al voordat ze het antwoord van Sean had gekregen, wist ze al wat het antwoord moest zijn.
'Ja? Maar waar haal je haar opeens vandaan?'
Livia schudde haar hoofd. 'Nee niets, Kenna had het vandaag over haar,' loog ze.
Voordat Sean nog iets kon zeggen, draaide Livia zich om en liep ze nog een verdieping verder omhoog naar haar kamer. Hier aangekomen gooide ze de deur met een luide knal dicht, maar deze werd gedempt door de herrie afkomstig uit de kroeg onder haar.
Hoe kende haar moeder deze Morgan?
Het was een vraag die nog de gehele avond en nacht door haar hoofd bleef spoken.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top