Hoofdstuk 30

Mateo kwam de volgende ochtend met een grote wallen onder zijn ogen en haveloze kleding haar kamer ingelopen om het nieuw mee te delen.

'Mijn vader is vannacht overleden,' zei hij met een schorre stem. 'Hij...' De jongeman zag lijkbleek en kreeg geen toegang meer tot de juiste woorden.

Alhoewel ze geen verdriet voelde voor de dood van generaal Tomaso, had ze het met Mateo te doen.

'Mateo, kom zitten.'

Met haar handen in het verband gebaarde ze naar de plek naast haar op de bank. Het duurde even voor hij doorhad wat ze tegen hem zei, waarna hij verslagen ging zitten. Met grote ogen staarde hij voor zich uit.

Ze had een hekel gehad aan zijn vader, maar Mateo was geen slecht persoon. Hij verdiende het niet om een vader te verliezen, hoe slecht deze ook was.

'Het spijt me wat er is gebeurd,' fluisterde Livia. Ze wilde een arm om hem heen leggen, maar besloot dit vanwege haar verwondingen niet te doen.

'Het spijt me ook wat er met jou is gebeurd, Livia.' Mateo keek naar haar handen en schudde verslagen zijn hoofd.

Livia liet haar hoofd zakken, maar het duurde even voordat ze weer begon te praten. De woorden bleven hangen in haar hoofd. Ze wist wat ze wilde vragen, maar ze was bang voor het antwoord. Uiteindelijk haalde ze diep adem; ze moest de zekerheid hebben.

'H-hoe is je vader overleden?'

Ze zag dat de tranen opwellen in zijn ogen. Mateo balde zijn vuisten. Voor een moment zag hij eruit alsof hij zou breken, maar hij hield zichzelf bij elkaar.

Mateo mocht het misschien niet altijd eens zijn geweest met zijn vader, die een hele andere toekomst voor ogen had gehad, maar dat betekende niet dat hij niet van zijn vader had gehouden.

'Vermoord...' fluisterde hij. 'Hij en nog een tiental soldaten... Allemaal zonder enige aanwijzingen.'

'Wat verschrikkelijk...' wist ze er uit te krijgen nadat haar maag was samengetrokken. Niet alleen had Cassia de generaal vermoord, maar ze had ook de dood van vele onschuldige soldaten op haar geweten.

Mateo begon opeens zachtjes te lachen. 'Ik weet niet eens waarom ik hierover naar jou toe kom...' Hij legde zijn hoofd in zijn handen en keek vervolgens even naar haar om.

Livia zette Cassia uit haar gedachten en keek om naar haar vriend. 'Hoe bedoel je?'

Onrustig dat hij was, haalde zijn hand door zijn haar en ging hij achterover op de bank zitten. Hij draaide zijn hoofd naar Livia om, die geen grip meer had op de situatie.

'Ik weet wat hij jou heeft aangedaan,' fluisterde hij. 'Je familie... Gister...' Zijn stem stond op het punt van breken.

Livia kon hem alleen maar met grote ogen aankijken.

'Hoe kan je nog met me omgaan?' vroeg Mateo fluisterend.

Ze liet haar hoofd zakken en keek naar haar verwonde handen. Ze kon de pijn nog voelen, ondanks de pijnstillers die ze had genomen.

'I-ik wist niet dat je...'

Ze keek weer naar hem op, maar hij ontweek haar blik.

'Ik kwam het net na m'n aankomst hier in Yta te weten...' legde hij uit. 'Daarom dat ik nog even met je wilde spreken, maar dat was er nooit meer van gekomen.' Hij slaakte een diepe zucht. 'Was het allemaal echt?' vroeg hij en ze hoorde de angst doorschemeren in zijn stem. 'Onze vriendschap?'

De tranen welden op in haar ogen.

'Ja,' fluisterde ze oprecht. 'Ik wist wie je vader was en ik vond het moeilijk, maar Mateo, jij bent niet zoals hem. Je bent zo'n goede jongen en ik ben zo blij dat ik je heb leren kennen.'

Mateo boog zich naar haar toe en nam haar heel in een omhelzing, heel voorzichtig zodat hij haar geen pijn zou doen. Livia legde haar hoofd op zijn schouder. Voor enkele minuten hielden ze elkaar vast, zonder ook maar iets te zeggen, want de stilte zei al genoeg.

Mateo was de eerste die zich weer terugtrok.

Hij veegde zijn tranen weg. 'Ik... ik heb van de koning toestemming gekregen om het kasteel te verlaten,' vertelde hij opeens. 'Ik ga mijn vaders lichaam naar huis brengen en daarna...' Plotseling verscheen er een kleine glimlach op zijn gezicht. 'Daarna wil ik vertrekken.' Nu zijn vader er niet meer was, was er niemand meer om hem tegen te houden.

Ondanks het verdriet dat tussen hen in hing, was ze trots op hem. 'Waar ga je als eerst naartoe?'

Mateo haalde zijn schouders op. 'Misschien richting het Dodeneiland...'

Na de verdwijning van Duvessa had geen mens dit eiland meer betreden.

'Wees voorzichtig. Je weet nooit wat zich daar nog schuilhoudt.'

Mateo, die haar zorgen niet verwacht had, glimlachte dankbaar. 'Altijd.'

'Maar ik ga je wel missen,' zei ze oprecht. Ze meende het; ondanks zijn vader, was deze jongeman een goede vriend van haar geworden. Ze voelde zich bij hem op zijn gemak, want in zijn aanwezigheid hoefde ze geen masker op te zetten. 'Beloof me dat je me op de hoogte houdt!'

'Dat beloof ik je. En als mijn boek af is, kom ik je persoonlijk een kopie geven in Braxshire – als je daar tegen die tijd nog zit.'

Livia probeerde haar verdriet om dit toekomstbeeld te verbergen. Een bepaald masker moest ze toch wel degelijk opzetten.

'Daar houd ik je aan,' lachte ze.

Nadat Mateo was vertrokken, hielden haar vriendinnen haar voor de rest van de middag gezelschap. Gister waren ze al langsgekomen, maar toen had Livia er geen behoefte aan. Niet dat ze er vandaag zoveel meer zin in had, maar ze kon de meiden niet voor eeuwig buiten houden.

De meiden waren goed gezelschap en ze zorgden ervoor dat ze haar gedachten wist te verzetten. Ondanks de afwisseling, was ze nog altijd rusteloos.

Met haar kapotte handen en haar zure lichaam kon ze niet veel, terwijl er juist zoveel was dat ze wilde doen.

Ze liet haar vriendinnen met elkaar praten, terwijl ze zelf diep in haar gedachten verzonken was keek ze naar het haardvuur. Ze ging alle opties die ze hadden langs, maar moest tot de conclusie komen dat er niet veel opties meer waren. Als Cassia niet gevonden wilde worden, was het bijna een onmogelijke opgave.

Livia werd weer terug naar de werkelijkheid getrokken toen er op haar deur geklopt werd. Selene wilde al opstaan, maar de deur werd geopend door niemand minder dan Sabina zelf.

De vrouw was gekleed in een lange, rode jurk. Met een rechte rug en een geheven hoofd kwam ze de kamer ingelopen. Ze probeerde sterk te lijken, alsof niemand haar iets kon maken, maar diep van binnen gingen er veel emoties door haar heen. Haar ogen gleden af naar het bed, waar ze gister Damien nog had zien liggen, maar vandaag was deze netjes opgemaakt en de lakens waren onbevlekt. Ze richtte zich tot haar Desi.

'Goedemorgen, Livia.' Haar mondhoek trok iets omhoog, alsof ze wilde glimlachen, maar dit mislukte. Sabina sloot de deur en liep verder de kamer in. Ze keek even naar Teegan, Selene en Kenna, maar die bleven stilletjes zitten. 'Hoe gaat het met je?'

Livia haalde haar schouders op en gelijk trok er een pijnscheut door haar lichaam.

'Het gaat wel goed, naar omstandigheden,' zei ze terwijl ze de pijn probeerde te verbijten.

De spanning begon te stijgen. Haar vriendinnen keken onzeker van haar naar Sabina, maar ze durfden niets te zeggen.

'Dat is fijn om te horen.' Sabina wachtte even en keek opnieuw naar de meiden, die nog altijd onzeker bleven zitten. Hetgeen wat eerst nog op een lichte glimlach had geleken, was nu veranderd in een dunne rechte lijn. 'Meiden, zouden jullie mij even alleen willen laten met Livia?'

Livia was er als de dood voor om alleen achtergelaten te worden met Sabina, maar ze wist haar angsten voor zich te houden. Ze mocht niet laten doorschemeren dat ze bang was, want dan was Sabina in haar element.

Kenna, Teegan en Selene schonken haar nog een bemoedigende glimlach, maar lieten haar vervolgens alleen achter in haar kamer. Zodra de deur was gesloten, richtte Sabina zich weer tot Livia.

'Dus, ik neem aan dat je gehoord hebt wat er met generaal Tomaso is gebeurd?'

Livia knikte. Ze merkte hoe haar hart sneller begon te kloppen. Deze situatie stond haar niet aan; ze wilde hier niet zijn.

Sabina liep naar de stoel waar Teegan enkele seconde eerder nog had gezeten en ging zitten.

'Het is raar,' begon Sabina bedachtzaam, 'dat generaal Tomaso overlijdt de dag nadat hij in verband werd gebracht met de aanval op jou...'

Dit was nieuw voor haar.

Livia wilde hier iets tegenin brengen, maar de moed om te spreken, om de juiste woorden te vinden, ontbrak haar. Ze bleef op de bank zitten en het enige wat ze deed, was zichzelf sterk proberen te houden.

'Hetgeen wat mij niet aanstaat, is dat iedereens ogen nu op jou gericht zijn. Iedereen denkt dat jij er iets mee te maken hebt, gezien de situatie gister.'

Iedereen kon zien dat ze niet in staat was om iets te doen, maar dit antwoord wilde ze Sabina niet geven.

'Oh werkelijk?' vroeg ze verward. 'Waarom ben ik dan nog niet ondervraagd? Waarom laten ze me met rust als ze denken dat ik er iets mee te maken heb?'

'Omdat ze weten dat niet jij de moord hebt uitgevoerd, maar die zus van je,' vertelde Sabina en de vrouw keek haar indringend aan. Livia voelde hoe haar hart begon te versnellen. Hoeveel wist ze?

Livia wilde opnieuw doen alsof ze hier niets van af wist, maar dit lukte niet. De juiste woorden bleven tussen hen in hangen, maar ze kon er niet bij.

'Ik weet dat je haar op hebt gezocht toen we in Testo verbleven. Ik weet dat zij op het moment in dit kasteel is en de moorden pleegt. Dus ik ga je nu één vraag stellen en ik wil deze dat je deze eerlijk beantwoordt.'

Sabina stond op van de stoel en kwam tegenover haar op het tafeltje zitten. Ze boog zich naar voren, zodat haar gezicht maar enkele centimeters van die van Livia verwijderd was.

Ze hield haar adem in, maar op dat moment voelde ze hoe de armband begon te gloeien. Hij werd niet pijnlijk warm, maar begon eerder zijn aanwezigheid kenbaar te maken. Ze wilde in paniek omkijken naar het sieraad, maar ze wist onbewogen te blijven zitten.

'Waar is ze?' vroeg Sabina fluisterend.

'Ik heb geen flauw idee,' antwoordde Livia. Ze voelde de angst door haar lichaam trekken.

Sabina sloeg gefrustreerd met haar handen op de tafel en kwam overeind.

Enkele seconden verstreken, waarbij de vrouw angstig door de kamer keek, alsof ze zich iets probeerde te bedenken, alsof ze iets probeerde te verzinnen. Het duurde enige tijd voordat ze zich iets bedacht en weer voor Livia op het tafeltje kwam te zitten. De angst was zichtbaar in haar ogen.

'Ben ik haar volgende slachtoffer?'

'Ik weet het niet.'

De vrouw liet haar hoofd zakken en schudde haar hoofd. Livia bleef angstig zitten. Ze kon niets. De armband gloeide rondom haar pols. Alles wat ze wilde zeggen, werd hierdoor tegengehouden. Alles wat ze zich bedacht, werd ook weer uit haar gedachten verbannen.

'De koning mag misschien overtuigd zijn van jouw onschuld...' Sabina schudde haar hoofd en keek weer naar Livia op. De woede was zichtbaar in haar ogen. 'Maar mij houd je niet voor de gek, Livia. Je krijgt één kans. Zorg dat dit alles ophoudt, want anders is jouw carrière als Desi voorbij.'

Sabina stormde ervandoor. Haar hakken weergalmden door de lege kamer en zonder nog een woord te zeggen verdween ze de gang op.

Het duurde enige seconden voordat het bij Livia binnenkwam wat Sabina's woorden werkelijk betekenden.

Als ze haar zus niet wist te stoppen, betekende dat haar dood.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top