Hoofdstuk 25.1

Niet veel later die dag stapte Livia de grote vissersboot op. Het was geen vissersboot die ze al in de haven van Yta of Pomtar had zien liggen, maar eerder een groot vlot, waar zelfs meerdere banken op geplaatst waren.

De koning zag hen aankomen en zijn armen gingen enthousiast de lucht in. 'Vrouwe Sabina en haar prachtige roodharige danseres.'

Sabina maakte een buiging en Livia volgde haar voorbeeld.

Alexander Koshura kwam naar hen toegelopen en kuste Sabina op de hand. Hierna richtte hij zich tot Livia, wiens hand hij ook kuste. Ze had gedacht dat haar hand zou trillen toen ze deze hief, maar dit was niet het geval. Haar hand bleef zelfverzekerd stil.

'En hoe heet deze schoonheid?' vroeg de koning en zijn lippen krulden omhoog in een glimlach. Rustig liet hij haar hand weer los.

'Livia, uwe majesteit.' Livia maakte opnieuw een buiging. Ze wist zich rustig te houden, maar haar lichaam werd overspoeld met zenuwen.

'Wat een prachtige naam.'

Ze kwam overeind en keek de koning aan. Met een gefascineerde blik in zijn ogen aanschouwde hij haar. Normaal gesproken zou Livia hebben weggekeken en misschien gebloosd hebben – dit zou zeker weten hebben gedaan als Sean nu voor haar had gestaan, maar met de koning wist ze haar hoofd recht te houden en te glimlachen.

'Dank u wel, mijn koning.'

Ze wist niet waar ze haar zelfverzekerdheid vandaan haalde.

Vermoord de koning, had Arun haar opgedragen. De opdracht galmde door haar hoofd en het was moeilijk om deze stem te negeren. Waar ze keek, wat ze deed. Steeds opnieuw werd ze hier aan herinnerd.

Alexander Koshura nam zijn gasten mee naar de grote banken te midden van het vlot. Hij stelde iedereen aan hen voor, maar ze was de namen zo weer vergeten.

Generaal Tomaso was de enige wiens naam ze niet vergat. Ze voelde zijn ogen op haar lichaam branden, maar ze deed net alsof ze dit niet opmerkte, alsof ze hem niet eens herkende.

Sabina en Livia namen samen plaats op de bank. De vrouw raakte gelijk in gesprek met een man naast haar en Livia stond er nu in haar eentje voor.

Het moment dat de koning vond dat iedereen aan boort was, gaf hij het teken aan de kapitein en de boot verliet rustig de kleine haven die vast zat aan het koninklijk paleis.

Waar het vlot de kracht vandaan haalde om de zee op te trekken, wist Livia niet. Ze keek om naar de kapitein, die achter een groot stuur stond. Was het watermagie? Ongemakkelijk draaide Livia zich weer om naar het gezelschap. Ze herinnerde zich Kenna's woorden: in Yta golden andere regels.

Ze probeerde het zichzelf comfortabel te maken en keek met wat drinken in haar hand om zich heen. Iedereen, behalve zijzelf, was al in gesprek. Aan haar rechterkant zat Sabina, maar die schonk haar geen aandacht meer, en aan haar linkerkant zat niemand. Ergens vond ze het niet erg. Op deze manier kon ze van het uitzicht genieten en tintelde de warmte van de zon op haar veel te bleke huid.

Toch kon ze niet tot rust komen. Haar hersenen maakten overuren en steeds gleden haar ogen terug naar de koning, die uitbundig met zijn vrienden aan het kletsen was.

Vermoord hem. Vermoord hem, zodat we een revolutie kunnen beginnen, had Arun gezegd. Het verlangen had doorgeschemerd in zijn stem. Hij had er alles voor over om zijn dromen tot uiting te laten komen.

Maar wat waren zijn dromen?

De Onverschrokken Krijgers waren tegen de uitbreiding van Velantre, maar waren ze ook tegen Velantre als het land besloot niet verder meer uit te breiden?

Hoe zagen zij de toekomst van Velantre? Als onderdeel van Rhâga of als een aparte staat?

Ze had gedacht als onderdeel van Rhâga, maar door de manier waarop Arun vol verlangen over die revolutie had gesproken, kreeg ze het idee dat zijn intenties niet zo zuiver waren als ze op het eerste gezicht leken.

Livia schrok op uit haar gedachten toen Sabina opstond en plaats nam naast de koning. Iedereen had zijn of haar eigen intenties. Niet alleen Arun had een dubbele agenda, maar ook Sabina. De manier waarop de vrouw met de koning om probeerde te gaan zat Livia nog niet lekker.

Toen ze ver genoeg de zee op waren, stonden de eerste mannen op en werden de eerste vishengels de zee in gegooid. De koning voegde zich bij hen en dit irriteerde Sabina mateloos.

De middag gleed rustig voort. Een enkele keer kwam Livia in gesprek met de mannen en vrouwen om haar heen, maar dit stelde niet veel voor.

Alleen de mannen waren aan het vissen. De vrouwen – maar ook een aantal mannen – bleven op de grote banken zitten, waar ze praten en sterke drank dronken. Livia was met hen aan het praten, toen de koning opeens naast haar kwam zitten.

'Heb je ooit gevist, Livia?'

Het gesprek werd gestaakt en Livia draaide zich verbaasd om naar de koning. Iedereen wachtte gespannen op haar antwoord.

Livia's hart begon sneller te kloppen.

Vermoord de koning

'Mijn vader heeft me als klein kind leren vissen, uwe majesteit,' wist ze zonder zenuwachtige emoties naar buiten te brengen.

Ook Sabina had haar ogen op Livia gericht en met een indringende blik keek ze naar haar danseres. Haar lippen vormden zich om tot een dunne, rechte lijn.

Livia zette een glimlach op haar gezicht. 'Maar dat is erg lang geleden,' vertelde ze hem, 'ik denk niet dat ik het nog kan.'

Vermoord de koning.

'Oh niet zo bescheiden.' Alexander Koshura stond op. 'Lex, geef eens een hengel aan vrouwe Livia. Kom mee.'

De koning stak zijn hand naar uit en zonder erover na te denken legde Livia haar hand in die van hem. Hij begeleidde haar naar de andere kant van het vlot, waar hij haar neerzette op een stoel.

'Hier.'

Hij gaf haar een hengel.

Het was niet werkelijk zo lang geleden als ze liet voordoen. Ieder weekend had Julius Veturius zijn kinderen meegenomen de zee op en gedurende de week aten ze de gevangen vissen. Livia vond vissen zelf niet heel erg bijzonder, maar ze wist dat haar vader ervan genoot en dat was meer dan genoeg voor haar.

Ondanks dat het niet mogelijk was, wilde ze terug naar deze simpelere tijden, waar ze binnenkort niet de dood van de koning op haar geweten had.

Het duurde niet lang voordat ze iets voelde trekken aan de hengel en ze deze introk. Een vis van twintig centimeter kwam tevoorschijn uit het heldere zeewater. Om haar heen begon men te klappen en een stevige hand verscheen op haar schouder.

'Vissen is net als lopen. Zoiets verleer je niet,' zei Alexander geamuseerd.

Trots keek Livia naar de vis die nog aan haar hengel bungelde.

De vis werd door een man van haar hengel gehaald en bij al de andere gevangen vissen in de bak gegooid.

De middag zette voort en Livia bleef als enige vrouw bij de vissende mannen. Ze maakte hier kennis met verschillende hoge heren, waaronder de heren Fen en Rhis, die allebei grote gebieden van Velantre in handen hadden.

Alhoewel Livia zelf niet van hoge afkomst was, had ze de laatste paar weken genoeg geleerd om te weten wat er van haar verwacht werd, maar nog belangrijker, ze wist hoe ze zich moest gedragen.

Al de mannen leken haar te mogen. Ze toonde interesse in haar en Livia wist tot op een zekere hoogte antwoord te geven op hun vragen – zolang het niet te persoonlijk werd. Daarnaast toonde ook zij interesse en als mannen iets leuk vonden, dan was het praten over zichzelf. Ze hoorde de grootste verhalen over hun avonturen en de plekken die ze bezocht hadden. Iedere man probeerde zichzelf zoveel groter te lijken dan hij was, want allemaal wisten ze dat de koning meeluisterde.

Tegen het einde van de middag keerde de boot terug naar Yta. Sabina voegde zich weer aan haar zijde, maar zei geen woord.

Livia wist dat ze vorderingen had gemaakt met de koning, maar hoe kon ze hem van het leven ontnemen? Iedere keer als ze hier aan dacht, begon de angst en de stress haar te overmeesteren. Ze haatte deze man, maar had ze het in zich om een moordenaar te worden?

Livia en Sabina namen afscheid van het gezelschap en liepen samen terug naar de westelijke toren.

'Wat was dat?' vroeg de vrouw toen ze uit het zicht waren van de rest. Ze kwam tot stilstand en draaide zich naar haar om. De enige die in de buurt waren, waren Aeryn en Sean, maar die bleven op gepaste afstand staan.

'Wat was dat?' vroeg ze opnieuw, maar nu legde ze nadruk op ieder woord dat ze uitsprak. Dit beangstigde Livia.

Natuurlijk wist Livia waar Sabina het over had, maar ze hield zich van de domme. 'Wat bedoelt u?'

'Denk jij serieus dat ik niet kan zien wat je van plan bent?

Verontwaardigd deed Livia een stap naar achter. Ze wist dat ze haar kaarten nu voorzichtig moest spelen. Sabina was slim en zag alles.

'Ik ben niets van plan,' zei ze verontwaardigd. 'Wat had ik dan moeten doen? Had ik moeten zeggen dat ik niet kon vissen? Denkt u niet dat hij het me dan uit had willen leggen? En zou dat niet alleen maar ernstiger hebben uitgepakt?'

Er verscheen een dodelijke blik in Sabina's ogen en een onzichtbare hand vestigde zich om haar nek. De hand trok samen en haar luchtwegen werden dichtgeknepen.

Aeryn en Sean zagen wat er gebeurde, waardoor Sean gelijk te hulp wilde schieten. Aeryn hief snel haar hand en hield hem tegen.

Livia ging met haar handen naar haar keel, maar niets fysieks sloot haar keel af. Ze probeerde rustig te blijven. Ze wist nog hoe er de vorige keer een einde aan was gekomen.

Sabina wachtte enkele seconden met praten, alsof ze Livia nog langer in dit lijden wilde laten verkeren. Seconde na seconde gleed voort. De jonge danseres begon rood aan te lopen en haar ogen werden groter.

De angst begon toe te slaan. Zou Sabina haar echt vermoorden?

De vrouw deed een stap in de richting van haar jonge danseres, die nu angstig de onzichtbare hand om haar keel probeerde vast te grijpen.

'Laat dit dan een les wezen,' zei Sabina toen ze eindelijk begon te praten. Ze zette diezelfde rustige, maar dreigende stem op die ze ook in het huis van gouverneur Grimphan had laten horen. 'De koning is van mij, dus loop niet in mijn weg.'

Nog een enkele seconde gleed voorbij, waarna de onzichtbare hand van Livia's keel verdween. Hoestend boog ze zich naar voren en piepend werden haar luchtwegen weer gevuld.

'Waag het niet om je nog eens zo te gedragen, Livia.' Met die woorden draaide Sabina zich om en liep ze weg. Sean wilde naar Livia toegaan om haar omhoog te helpen, maar zijn zus duwde hem in Sabina's richting. Voordat Sean Sabina volgde schonk hij Aeryn nog een boze blik, maar die had geen oog meer voor hem.

'Oké, oprecht, wat was dat?' vroeg Aeryn. Ze wilde haar hand beschermend op Livia's rug leggen, maar bedacht zich. Haar hand bleef even boven Livia's rug zweven, waarna ze hem weer vertrouwd op het gevest van haar zwaard legde.

Pas na enkele seconden had Livia het in zich om overeind te komen. Ze hoestte en haar gezicht was nog rood aangelopen.

Livia voelde de woede voor Sabina door haar lichaam gieren.

Aeryn had haar armen over elkaar geslagen, maar kwam geschrokken in beweging toen ze Livia's ogen zag.

De ooit zo donkere ogen van de jonge vrouw begonnen rood te gloeien. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top