Hoofdstuk 24.2
[A/N] Even een klein vraagje vooraf: Sean en Aeryn zijn een tweeling, maar wie van de twee denk je dat net iets ouder is? (Ergens in dit hoofdstuk komt het naar voren, dus ik was even benieuwd naar jullie ideeën ;))
Aeryn lag op haar bed en had haar ogen gesloten. Ze probeerde haar magie te omarmen, maar zo gemakkelijk als gister ging het niet.
Cassia?
Er kwam geen gehoor.
Cassia!
Enkele minuten verstreken en Aeryn opende gefrustreerd haar ogen. Sean zat aan de andere kant van de kamer en hij hield haar nauwlettend in de gaten.
'En?'
'Niets. Ze sluit me buiten.'
Aeryn stond op en ging op de stoel naast Sean zitten. De kamer was simpel ingericht met twee eenpersoonsbedden, enkele schilderijen aan de muur en er was een klein hoekje waar twee stoelen waren geplaatst. Hun kamer was niets vergeleken met die van de andere Desi.
Ze legde haar hoofd in haar handen en probeerde opnieuw de onderbewuste verbinding te maken, maar iedere hand die ze uitreikte, werd afgeslagen.
'Ik denk dat we Livia in moeten lichten over de plannen van haar zus.'
Aeryn keek weer op en vond haar broers ogen, maar die liet gelijk zijn hoofd zakken. Hij aanschouwde geïnteresseerd zijn handen.
'Ik denk niet dat dat een goed idee is.'
'We hebben vannacht al gezocht,' zuchtte ze. 'Het is een onmogelijke opgave om haar te vinden. Niet dat ik denk dat Livia veel kan helpen, maar ze heeft op z'n minst het recht om te weten wat er gaande is, toch?' Sean wist dat ze gelijk had, maar hij ontweek haar nog altijd. 'Wat is er aan de hand?' vroeg ze verward.
Soms wilde ze zo graag in zijn hoofd kijken en zien welke geheimen haar broer allemaal verborgen hield. Gezien zijn gesloten houding, was de verleiding soms groot. Maar Aeryn zou nooit haar broers gedachten lezen – het was de enige afspraak die de twee hadden.
Sean slaakte een diepe zucht en keek haar toen voor de eerste keer aan. De tweestrijd was zichtbaar in zijn ogen.
'Ik denk dat Livia niet blij gaat zijn als ze er achter komt dat ik gister niet helemaal de waarheid heb gesproken over haar zus,' vertelde hij haar langzaam.
Ontdaan keek Aeryn haar net iets jongere broer aan. 'Je hebt Livia gister nog gezien?' Sean liet niets los. Soms was de verleiding zo groot...
Sean stond op. 'Je hoeft niet altijd te weten wat ik wel en niet doe, Aeryn.'
Aeryn opende haar mond, maar zat zonder woorden. Ze was niet gewend dat hij zich zo tegenover haar gedroeg.
Sean liep naar de deur, maar stapte nog niet gelijk de gang op. Hij had zijn hoofd gebogen, maar had het niet in zich om haar aan te kijken. 'Ik ga nog een rondje doen door het kasteel.'
'Ooit moet je haar onder ogen komen!' riep Aeryn hem nog na, maar Sean was de kamer al uit en had de deur achter zich dichtgetrokken.
Gefrustreerd bleef ze alleen achter.
Op een snel tempo liep Sean naar de noordelijke kant van het kasteel. Hij hield zijn omgeving in de gaten. De kans was klein dat hij haar opeens tegen zou komen, maar deze kans was nog kleiner als ze helemaal niets deden.
Aeryn had vannacht zelfs haar magie ingezet, maar het had niets geholpen. Cassia was spoorloos, waardoor hij zich zelfs af begon te vragen of ze het misschien mis hadden.
Diep in gedachten verzonken liep hij naar de andere kant van het kasteel. Hij dwaalde af van Cassia en zijn gedachten bleven hangen bij zijn eigen zus, die langzaam door begon te krijgen dat er iets gaande was tussen hem en Livia.
Niet dat hij had gedacht het eeuwig voor zijn zus te kunnen verzwijgen, maar hij had wel gehoopt het iets langer verborgen te kunnen houden. Aeryn had vaker duidelijk gemaakt dat ze geen liefhebber was van de jonge vrouw.
'Hoe durft hij!'
Een schorre, oudere stem vulde opeens de stilte van de gang. Hij was afkomstig uit één van de kamers.
'Die vieze, oude gluiperd! Dacht Grimphan werkelijk dat hij hier mee weg kon komen?'
Sean stopte abrupt met lopen toen hij die naam hoorde vallen.
'Stuur Troj naar hem toe. Laat hem zien wat er gebeurt als je je opdrachten niet uitvoert.' De stem die sprak kwam Sean bekend voor, maar hij kon hem nog niet plaatsen.
'Heer, weet u wel niet wat u dan doet? Bent u werkelijk bereid een gouverneur te doden?' vroeg een andere man. De onzekerheid, de angst, was hoorbaar in zijn stem. 'Hij heeft haar waarschijnlijk laten testen, zoals u hem heeft opgedragen. En u kunt het de gouverneur niet kwalijk nemen. Die man ziet overal geld in en haar rode haren hebben hem vast een fortuin opgeleverd.'
Livia.
'Juist daarom, Cratsley, juist daarom mag hij hier niet mee wegkomen. Je weet wiens dochter ze is. Het is niet mogelijk dat ze geen krachten heeft. Hij had haar moeten vermoorden; het zekere voor het onzekere moeten nemen...'
Generaal Tomaso, drong het langzaam bij Sean door. Geluidloos stapte hij naar de deur, zodat hij de stemmen beter kon verstaan.
Heel even bleef het nu stil, alsof de twee klaar waren. Sean bleef op zijn hoede. Als hij voetstappen hoorde was hij zo weg.
De generaal pakte het weer op. 'En hoe zit het met haar zus? Hoe komt het dat ze ons telkens te slim af is?'
Cratsley, die antwoordde, klonk nog zenuwachtiger. 'De soldaten spreken erover dat zij vermoedelijk wel krachten heeft, heer. Welke zijn nog onduidelijk, maar ze ontsnapt keer op keer zonder kleerscheuren, terwijl mijn mannen beduusd achterblijven.'
Generaal Tomaso vloekte. 'Jullie kunnen ook niets. Had gelijk een magiër op haar afgestuurd als je dacht dat ze krachten had, Cratsley. Verdomme. Heb je op z'n minst wel een locatie?'
'Het laatste dat ik weet is dat ze hier in Yta is,' zei een nerveuze Cratsley na een eeuwigheid van stilte.
'Bij de Goden, denk je dat ik dom ben? Dat had ik ook nog wel bedenken.' Hij kon de generaal een diepe, geërgerde zucht horen slaken. 'Tegen het einde van de week wil ik alle twee de meiden hebben, begrepen? Maar voor nu,' de generaal wachtte, alsof hij zijn woede in toom probeerde te houden. 'Voor nu zorg je dat gouverneur Grimphan de nacht niet overleefd.'
Generaal Tomaso voetstappen weergalmden door de kamer en Sean maakte zich snel uit de voeten. Hij verstopte zich net om de hoek, van waar hij de generaal met gehaaste stappen de gang uit zag lopen.
Toen de man uit zicht was verdwenen, rende Sean zo snel als hij kon terug naar de westelijke toren. Het maakte hem niet uit wie hij tegen kwam en of ze hem raar aankeken; hij had maar één doel voor ogen.
Hij dacht eraan gelijk naar Livia's kamer te gaan, maar zijn eigen kamer was de eerste die hij passeerde en dus stapte hij daar eerst naar binnen. Zijn zus zat met een boek in de stoel. Ze keek ongeïnteresseerd naar hem op.
'Je hebt het haar nog niet verteld?' vroeg hij buiten adem.
'Denk je serieus dat ik dan hier alweer zou zitten?' vroeg ze geïrriteerd. Ze rolde met haar ogen en sloot het boek. Een diepe zucht verliet haar mond. 'Nee, ik ga niets vertellen zonder jouw toestemming.'
Sean schudde zijn hoofd en probeerde zijn ademhaling onder controle te krijgen. 'Je had gelijk,' gaf hij met tegenzin toe. 'We moeten het haar vertellen.'
[A/N] Voor deze die het hebben gemist (want het staat er best onopvallend) het antwoord is dat Aeryn de oudste van de twee is.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top