Hoofdstuk 2.2

Livia schreeuwde het uit. Een ijzige pijn trok door haar lichaam en overmeesterde haar. Ze probeerde te ontsnappen, maar Sean gaf niet toe.

Sabina had een hete ijzeren staaf in haar handen en duwde deze met nog wat extra kracht op Livia's schouder. Het meisje bleef het uitschreeuwen en wilde angstig ontsnappen aan de hitte van de staaf. De pijn en angst deed Sabina niets.

'Blijf zitten,' fluisterde Sean streng in Livia's oor, net zo zacht dat Sabina het niet kon horen.

De geur van verbrand vlees vulde Livia's neusgaten. Ze wilde Seans advies opvolgen, maar de pijn was zo overheersend dat dit niet lukte. Met tranen die over haar wangen stroomden, gaf ze niet op.

Na wat voelde als een eeuwigheid haalde Sabina de hitte van haar huid. De staaf gooide ze terug in het vuur.

Met een versnelde ademhaling probeerde Livia zichzelf weer onder controle te krijgen. Haar tranen veegde ze met haar goede arm weg. Ze wilde niet zwak overkomen. Die voldoening zou ze Sabina niet geven.

Sean liet haar los. Trillend blies ze haar adem uit; ze moest rustig blijven. Ze wilde de pijn negeren, maar dit was onmogelijk.

Emotieloos keek Sabina naar haar nieuwe aanwinst. Haar vinger verscheen onder Livia's kin en ze dwong het meisje op te kijken. 'Nog een paar laatste opmerkingen,' begon de vrouw op een rustige, maar autoritaire toon. 'Er gelden hier twee regels. Ten eerste mag je het nooit met de buitenwereld over je armband hebben. Ten tweede, waag het niet om te vluchten. Overtreed je één van deze twee regels, dan wordt dat bestraft met de dood. Is dat duidelijk?'

Verslagen zat Livia in haar stoel. Haar ogen waren gefixeerd op Sabina en ze knikte zachtjes.

'Ja... mevrouw...' bracht ze met de grootste moeite uit. Sabina liet haar vinger weer zakken.

Een tevreden glimlach verscheen er op het gezicht van de vrouw. 'Goed, Sean, breng haar naar boven. Vita heeft nog een bed vrij op haar kamer.' Sabina draaide zich om en pakte enkele brieven van haar bureau. Het was duidelijk dat haar aanwezigheid hier niet langer op prijs werd gesteld.

Sean ging Livia voor de kamer uit en hield de deur voor haar open. Voordat Livia volgde keek ze nog even naar Sabina.

Achter het mooie uiterlijk van deze vrouw verschool een verschrikkelijk karakter.

Met moeite kwam Livia overeind en ze volgde Sean de kamer uit.

Sean wilde de deur sluiten, maar Sabina bedacht zich. 'Oh en Sean, als je je zus ziet, laat haar dan even langskomen.' Hij knikte en liep vervolgens voor haar uit het landhuis door.

Iedere stap die ze zette, alles wat ook maar een enkele trilling veroorzaakte, straalde door naar haar schouder. Alhoewel Livia haar best deed de pijn te verbergen, merkte Sean het op. 'Geef het een paar dagen en dan gaat het beter.'

Ze wist dat hij het goed bedoelde, maar het deed haar niets. In stilte liepen de twee door naar een kamer aan het einde van de hal op de tweede verdieping. Zonder te kloppen opende Sean de deur. Livia had verwacht een ander meisje op de kamer te vinden, maar zij was nergens te bekennen. Sean gebaarde naar één van de twee bedden. 'Ik ga Vita halen. Blijf hier.'

Livia knikte en het moment dat Sean de kamer had verlaten, liet Livia zich op het linker bed zakken. Ze moest op haar tanden bijten om het niet uit te schreeuwen.

Na nog een laatste blik op het meisje te hebben gericht liet Sean haar alleen.

'Gaat alles goed?' Terwijl hij de trap af liep had hij niet gezien dat Aeryn in de hal beneden was verschenen. Zijn zus had haar handen in haar zij gezet en keek op naar Sean, die binnen enkele stappen op gelijke hoogte met haar stond.

Sean knikte. 'Sabina wil je zien.'

Aeryns uitdrukking verbitterde. Sean en Aeryn waren op een andere manier onderdeel van de Desalto dan de meeste mensen hier. Alhoewel hij blij was dat ze niet op hoefden te treden, wist hij diep van binnen dat hun taak nog veel erger was.

'Goed,' zei Aeryn bitter. 'Ik ga zo wel kijken. Ik zag trouwens dat Sabina een nieuwe aanwinst heeft? Een meisje met rood haar.' Aeryn floot zachtjes. 'Dat zal voor wel wat opspraak zorgen de komende paar maanden.'

'En dat is precies wat ze wil,' zei Sean fluisterend. Beiden durfden het niet aan om op normaal volume te praten. Sean en Aeryn waren misschien wel Sabina's meest gevreesde wachters, maar ook zij waren onderdeel van het gezelschap en konden indien nodig gestraft worden.

'Weet je al bij wat ze gaat horen?'

'De dansers.'

'We zullen zien...' Aeryn slaakte een diepe zucht en keek naar de gang die naar Sabina's kantoor ging. Ze schraapte haar moed bij elkaar. 'Oké, ik ga kijken wat Sabina wil.'

'Succes.' Aeryn knikte en wilde er vandoor lopen, maar Sean hield haar op het laatste moment tegen door zijn hand op haar schouder te leggen. Haar heldere blauwe ogen keken vragend naar hem op. 'Weet jij waar Vita is?'

'Buiten in de tuin,' antwoordde ze. Sean liet haar weer los en Aeryn liet hem alleen achter in de grote hal. Alhoewel hij wist dat zijn zus het aankon, vreesde hij keer op keer voor Sabina's opdrachten. Al was Aeryn de sterkste meid die hij kende, ze bleef zijn zus.

Sean begon weer te lopen en vervolgde zijn weg naar buiten. Door de gangen liep hij naar de andere kant van het grote landhuis, dat uitmondde in de tuin. Onder de bomen of op bankjes zaten verschillende groepjes jongens en meiden bij elkaar.

Vita, een meisje met heldere blauwe ogen en pikzwart haar, keek geïnteresseerd op toen hij haar naam riep. 'Wat is er?' vroeg ze geamuseerd. Ze flirtte geregeld met Sean, maar omdat ze dit bij bijna iedere jongen deed, wist hij niet wat hij ermee aan moest.

Vita was een levendige jonge meid die, in tegenstelling tot vele anderen, haar lot had geaccepteerd. Het leven in het gezelschap van Sabina leek haar wel aan te staan, of in ieder geval, daar gedroeg ze zich naar.

De jongens en meiden waar Vita bij had gezeten, keken geïnteresseerd naar hen om, waardoor Sean zijn stem dempte toen hij begon met praten. 'Sabina heeft een kamergenoot voor je geregeld,' vertelde Sean haar. Vita's gezichtsuitdrukking veranderde.

'Is ze...?' Ze durfde haar zin niet eens af te maken, maar dat hoefde ook niet; allebei wisten ze waar Vita op doelde.

'Zojuist.'

Vita knikte. 'Oké, dankjewel.' Zonder nog een woord tegen Sean of haar vrienden te zeggen, liep ze er vandoor.

Bang voor wat ze allemaal zou zien als ze in slaap zou vallen, hield Livia haar ogen gedwongen open. Ze staarde naar de andere kant van de kamer, waar verschillende persoonlijke bezittingen van haar toekomstige kamergenoot lagen. Kleding lag verspreid over het bed, alsof ze vanochtend niet had kunnen kiezen wat ze aan had moeten trekken. Op het nachtkastje lagen enkele boeken, maar die zagen eruit alsof ze in jaren niet waren aangeraakt, want hier overheen lagen andere spullen opgestapeld, zoals sieraden, meerdere haarborstels en verschillende papieren.

De deur werd geopend en het meisje van wie deze spullen waren verscheen in de deuropening.

'Hallo,' zei ze zachtjes.

Met een emmer water in haar handen, kwam ze de kamer ingelopen. 'Hoe gaat het met je?'

Livia voelde niet de neiging om te antwoorden, maar ze hield de vrouw wel in de gaten. Ze zette de emmer neer op de grond en maakte er een doek in nat.

'Kan je rechtop zitten?'

Livia deed wat er van haar gevraagd werd en ze moest haar kaken op elkaar zetten om het niet uit te schreeuwen.

'De pijn gaat een paar dagen aanhouden,' vertelde het meisje haar. 'Maar al snel voel je er niets meer van.' Het meisje draaide haar rug naar Livia toe en haalde haar haar uit haar nek. Een grote vogel met hoofdletter 'd' erin verweven kwamen tevoorschijn. Stond dit ook op haar schouder?

'Ik ben Vita trouwens,' vertelde het meisje. 'Kun je me jouw naam vertellen?' Het meisje behandelde haar met geduld en wist haar vreemd genoeg op haar gemak te laten voelen, waardoor Livia het meisje haar naam toevertrouwde.

'Dat is een mooie naam.' Er verscheen een kleine glimlach op Vita's gezicht, maar binnen enkele seconden was deze weer verdwenen. 'Dit gaat pijn doen, maar ik moet de wond op je schouder schoonmaken.'

Livia knikte. Met trillende handen haalde ze haar haren uit haar nek. Ze wist zich sterk te houden toen Vita de natte doek op haar huid liet neerkomen.

'Geloof me, ik weet hoe je je nu voelt,' zei Vita terwijl ze voorzichtig de natte doek over haar wond haalde. 'Je hebt het gevoel alsof je leven voorbij is. Maar geloof me, als je eenmaal je draai hebt gevonden, dan zal je inzien dat je het veel slechter had kunnen treffen.' Haar woorden leken verdacht veel op die van Sabina. Vita had niets door en stelde nog een laatste vraag: 'Waar ben je bij ingedeeld als ik vragen mag?'

Livia kneep haar ogen dicht en beet op haar lip. Ze haalde diep adem voordat ze de kracht had om antwoord te geven. 'De dansers.'

Vita kreeg een kleine glimlach op haar gezicht. 'Dan zit je de komende weken met mij opgescheept; ik ben degene die onze nieuwe leden de dansen aanleert.'

De wond werd verder schoongemaakt en uiteindelijk legde Vita er nog een verbandje omheen. 'Je hebt trouwens echt prachtige rode haren, Livia.' Vita was opgestaan. Ze had de emmer opgepakt om deze ergens anders te legen, maar ze bleef staan toen Livia voor het eerst uit zichzelf begon te praten.

'Het is de reden waarom Sabina me wilde hebben...' vertelde ze. 'Mijn haren lijken misschien mooi, maar met een verschrikkelijke prijs.' Livia liet zich op haar goede schouder op het bed zakken. Ieder ander zou gedacht hebben dat ze had willen slapen, maar haar ogen stonden wijd open.

De danseres slaakte een diepe zucht. Ze zette haar spullen weer op de grond en knielde bij Livia neer. 'Lieverd, ik durf te wedden dat je door verschrikkelijke dingen bent gegaan, dus het is logisch dat je het idee hebt dat je dit verdient. Maar laat ze niet winnen. Blijf vechten voor degene die het niet hebben overleefd. Sabina gaat je je leven zuur maken als je je zo blijft gedragen. Voor vandaag is het niet erg als je nog in de put zit; ik verwacht ook niet anders, maar zodra we morgen beginnen met oefenen wil ik dat je je beste kant laat zien. Laat niemand zien hoe je je echt voelt, want niemand boeit dit iets.'

Door de harde toon in Vita's stem keek Livia haar verbaasd aan. Het overlijden van haar familie zou nog niet snel een plaatsje kunnen krijgen, maar ze wist dat Vita gelijk had. Ze had nu een heel ander leven dat ze in moest richten.

Er was namelijk één ding waar ze achter moest zien te komen.

En dat was of Cassia, die enkele maanden eerder na haar huwelijk naar een ander dorp was verhuisd, nog leefde.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top