Hoofdstuk 18.2
[A/N] Oké, even een kleine recap. Mateo Tomaso, de jongeman die Livia vorig hoofdstuk ontmoette is degene die de proloog heeft geschreven. Daarnaast is hij ook degene die de Desalto in de kroeg in hoofdstuk 5 tegenkwam (dit was het moment dat Kenna zo enthousiast was dat ze een knappe man bij de bar zag staan). Destijds had Livia al gedacht dat ze iets aan hem herkende, maar het had haar niet zoveel geboeid, want ze was moe. Maar, misschien dat jullie er dit hoofdstuk achter komen waarom Livia hem herkende? ;)
Livia mocht de jongeman wel. Hij was charmant en had een goed gevoel voor humor, waardoor er de hele avond een lach op haar gezicht stond. De manier waarop hij met haar praatte en ze met elkaar om konden gaan, voelde niet aan alsof hij werkelijk van hoge afkomst was. De jongen deed haar eerder denken aan haar oudere broer Marcellus, met wie ze altijd een pesterige relatie had gehad.
Mateo liet Livia een rondje draaien. 'Je fascineert me, Livia. Dit moet waarschijnlijk al vaak genoeg gevraagd zijn, maar hoe kom je aan die prachtige rode haren?' Iedereen was verbaasd over haar haarkleur, maar niemand vroeg hoe ze eraan kwam.
'Prachtig is denk ik niet het juiste woord; sommigen vinden het een vloek.'
Midden in het liedje stopte Mateo opeens met dansen. Ze botste hierdoor bijna tegen hem op, maar wist zichzelf te herpakken.
'Wat doe je?'
'En wat vind jij?'
'Wat?' Mensen moesten voor hen uitwijken. Ze wilde Mateo's arm pakken en hem van de dansvloer af halen, maar de jongen gaf niet mee.
'Wat vind jij van je haar?'
Livia keek hem met grote ogen aan. 'Dit meen je niet,' lachte ze. Ze keek om zich heen. Iedereen was nog aan het dansen, maar ze hielden hen in de gaten.
'Geef gewoon antwoord op de vraag. Daarna herpakken we de dans. Dus hoe eerder je me een antwoord geeft, hoe minder ongemakkelijk het voor je is.'
Livia keek hem met grote ogen aan, maar Mateo gaf niet toe. Midden op de dansvloer bleef hij staan. De glimlach was van zijn gezicht verdwenen en hij keek haar geamuseerd aan, alsof het hem helemaal niets boeide wat er nu gebeurde.
Uiteindelijk gaf Livia toe en haalde ze haar schouders op. Eerlijk gezegd wist ze het niet. De laatste paar weken had ze echt geen flauw idee wat ze van haar haar moest denken.
Mateo legde plotseling zijn handen in haar nek en dwong haar om op te kijken. Livia merkte hoe haar hart begon te versnellen. Ze wilde enkele stappen achteruit doen, maar dwong zichzelf op haar plaats te blijven staan.
'Jij hebt prachtige haren, Livia. Laat niemand je iets anders vertellen.' Door de manier waarop hij het zei, verscheen er een verlegen glimlach op haar gezicht.
Mateo liet zijn handen weer zakken en hij herpakte de dans alsof er niets was gebeurd. Livia was even uit het veld geslagen.
'Maar je hebt nog altijd mijn eerste vraag niet beantwoord,' lachte hij na enkele zwijgende seconden. 'Hoe kom je aan dit prachtige haar?'
Livia slaakte een diepe zucht. Het had geen zin om hier tegenin te gaan. Wat als hij weer de dans zou stoppen? En dus gaf ze toe. 'Ik ben ermee geboren,' zei ze schouderophalend. 'Niemand weet waar het vandaan komt.'
'Fascinerend,' zei Mateo zachtjes. Livia trok een wenkbrauw op en keek hem aan. Mateo lachte toen hij haar zag kijken. 'Oordeel me niet over mijn enthousiasme. Ik kan een hele aardige en normale jongen zijn.'
Er verscheen een grijns op haar gezicht. 'Maar wat is er nou leuk aan normaal?'
'Ik weet het. Ik mag die kant van mezelf ook niet. Toch wil mijn vader wel dat ik me vaker zo gedraag.'
'Laat me raden, je vader wil dat je ook het leger inkomt?'
Mateo lachte. 'Correct.' Hij liet haar opnieuw een rondje draaien. Ondertussen was het eerste liedje afgelopen en was overgegaan in de tweede. 'Hij wil dat ik het leger in ga, net als hemzelf en mijn broers. Maar ik heb andere plannen.'
'Vertel.'
Er verscheen een ondeugende glimlach op Mateo's gezicht. 'Als ik je dat vertel, ga je alleen maar denken dat ik gek ben.' Die lach van hem was zo herkenbaar, alsof ze hem al eens eerder had gehoord.
Livia negeerde haar gedachten. 'Waarom denk je dat?'
De jongeman haalde zijn schouders op. 'Omdat iedereen dat doet.'
'Je hebt me wel heel laag zitten als je dat van me denkt,' zei ze quasi beledigd, alhoewel ze zich niet werkelijk zo voelde. Mateo lachte en hij merkte dat ze met hem aan het spelen was.
'Houd morgen ook een plekje voor me vrij in je drukke dansschema en misschien vertel ik het je dan.'
'Je bent er morgen ook?' vroeg ze hem verbaasd.
'Oh Livia, ik ben de zoon van de hoogste generaal uit het leger van Velantre. Natuurlijk ben ik er morgen.' Hij gaf haar een kleine knipoog, maar op het moment dat hij dit zei was het nu Livia die stopte met dansen.
'Sorry...'
Ze draaide zich om en haastte zich van de dansvloer af. Haar ademhaling begon te versnellen en ze kreeg het opeens heel erg warm. Livia legde haar handen op haar buik, waarmee ze zichzelf probeerde te beschermen tegen de opkomende misselijkheid.
'Hé, hé, wat is er?' Mateo was achter haar aan komen lopen en legde zijn hand beschermend op haar rug, maar Livia deed gelijk enkele stappen van hem vandaan. Ze liep verder in de richting van de hoge kliffen, totdat ze aan de rand van de groep met mensen stond. Ze stopte. Livia had geen zin om door te lopen naar de kliffen en daar dan alleen te zijn met Mateo. Dat vertrouwde ze niet.
'Sorry,' zei ze zachtjes. 'Ik voel me niet zo lekker.'
'Laat me even wat water voor je halen, oké? Blijf hier en dan ben ik zo terug.' Mateo keek haar indringend aan, alsof hij niet helemaal geloofde dat ze hier op hem zou wachten. Uiteindelijk draaide hij zich om en liet hij haar alleen achter. Het moment dat hij was verdwenen in de grote mensenmassa, kwam Livia in beweging.
Om de grote groep heen, liep ze op een snel tempo terug naar het grote huis. Ze probeerde net niet te rennen, om op deze manier geen aandacht naar zichzelf toe te trekken. Enkele keren keek ze om zich heen, maar Mateo was nergens te bekennen.
Livia wist niet waar ze naartoe ging. Ze wist dat ze weg wilde van deze plek en dat ze rust nodig had om haar gedachten op een rijtje te krijgen, maar verder? Ze had geen flauw idee. Met een veel te snelle ademhaling overbrugde ze de afstand tot het huis.
Eén van de kleinere deuren aan de zijkant van het huis zat niet op slot en ze stapte naar binnen. Livia haalde enkele keren diep adem, terwijl ze angstig om zich heen keek. De zaal die ze binnen was gestapt, was volledig uitgestorven. Livia plofte neer in de bank die gesitueerd was in het midden van de grote kamer. Ze legde haar armen om haar buik en staarde naar het plafond, dat vol met kleine versieringen zat. Ze probeerde zichzelf hierop te focussen.
Wat overkwam haar toch de laatste tijd? Een wervelwind van emoties werd haar kant opgeslingerd. Eerst de Onverschrokken Krijgers in Dragmar, de bomaanslag in Larmondur, Cassia en nu dit.
Bij de Goden en ze waren hem al eerder tegengekomen! Toen had ze al het idee gehad waarom ze hem herkende en nu wist ze waarom. Livia lachte hol.
'Ik krijg een beetje het idee dat je er een handje van gaat krijgen om feesten eerder te verlaten.'
Geschrokken draaide Livia zich om en door een andere deur kwam Sean naar binnen gelopen. Er verscheen een kleine glimlach op haar gezicht.
'Ja, ik denk niet echt dat het mijn ding is. En jij dan? Waarom sta jij niet op die dansvloer?'
Sean lachte. Hij kwam naar haar toegelopen en ging op gepaste afstand naast haar zitten. 'Mij wil je niet zien dansen.'
'Het is vast niet zo slecht als jij denkt.'
'Ik zei niet dat ik slecht danste...'
Livia lachte en ze begon zich langzaam iets beter te voelen. Maar de waarheid, de verschrikkelijke waarheid waar ze zojuist achter was gekomen, leunde nog zwaar op haar schouders. Dit kon ze niet zomaar vergeten.
Sean liet zich naast haar tegen de rugleuning aanzakken en draaide zich naar haar om. Livia voelde hoe zijn ogen haar onderzochten, maar ze deed net alsof ze het niet opmerkte.
'Maar waarom sta jij niet meer op die dansvloer?' vroeg hij na een moment van stilte. 'Jij kan zeker dansen, dus waarom heb je die blondharige jongen alleen achtergelaten?'
Livia slaakte een diepe zucht en liet de woorden, de vreselijke waarheid, voor het eerst los.
'Omdat het de zoon is van de man die mijn familie heeft vermoord...'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top