Hoofdstuk 12.2

[A/N] PAS OP: Ik heb wat met dit hoofdstuk lopen sjoemelen, waardoor bepaalde informatie nu niet in dit hoofdstuk komt, maar in het hoofdstuk erna. De reacties die hierop kwamen, staan echter nog altijd hieronder, dus alsjeblieft, open de reacties niet, maar ga gewoon gelijk naar het volgende hoofdstuk. Als je de reacties wel opent, bestaat er een kans dat je spoilers krijgt, dus alsjeblieft, wees voorzichtig!

Aeryn bracht Sabina terug naar de herberg. De straten waren gevuld met mensen, die haastig naar huis probeerden te komen. De meesten hadden een angstige blik in hun ogen en bekommerden zich alleen om zichzelf. Anderen probeerden nog familieleden in de massa te vinden. Zo nu en dan lagen er mensen op de grond, waarvan enkelen duidelijk verwond door de aanslag, maar anderen waren geplet door de hysterie van de menigte.

De armband warmde op rondom haar pols; ze mocht niet stoppen.

Sabina hield de omgeving nauwlettend in de gaten. Ze was bang dat het misschien een moordaanslag was op haar leven. Aeryn wist wel beter.

Het waren de rebellen die dit hadden gedaan.

Maar o wee als het de Onverschrokken Krijgers waren.

De stad was nog maar net overgenomen door Velantre, wat de inwoners van Larmondur niet accepteerden. Nu waren ze boos, zo boos zelfs dat ze bereid waren onschuldige mensen te vermoorden die hier niets mee te maken hadden. Een enorme woede vormde zich in haar.

Ze hadden hier niets mee te maken!

Na wat voelde als meer dan een half uur, kwamen ze aan in de herberg die al gevuld was met vele Desi. De mannen en vrouwen zaten met tranen in hun ogen in de gemeenschappelijke ruimte. De herbergier, Elizabeth, liep tussen iedereen door en probeerde waar nodig de pijn te verlichten.

Een doodse stilte viel toen ze naar binnen stapten. Aeryn schonk hen geen aandacht en zette Sabina neer op een stoel. De vrouw trok gelijk haar jurk kapot en een grote, vieze wond werd aan haar onthuld.

Geschrokken van dit aanzicht draaide Aeryn zich om naar Elizabeth. 'We hebben doekjes en water nodig! Snel!'

De herbergier kwam in beweging en zorgde ervoor dat ze zo snel mogelijk kregen wat ze nodig hadden.

Aeryn keek weer naar Sabina, die nog wat stof uit de wond probeerde te verwijderen. De armband warmde weer op rondom haar pols. Oh, wat had ze een hekel aan dat ding.

'Afblijven!' droeg Aeryn de vrouw op. Ze overbrugde de afstand en knielde bij Sabina neer. Nadat Elizabeth het water en de doekjes kwam brengen, begon ze de wond schoon te maken. De Desi durfden het langzaam weer aan om te praten, maar de angst en paniek was hoorbaar in hun stemmen.

Zo nu en dan ging de deur open en zag ze in haar ooghoeken iemand de herberg inkomen. Ze wist dat Sean nog niet terugkwam voordat hij iedereen gevonden had. Of met andere woorden: voordat hij haar gevonden had.

Nadat ze Sabina's wonden had verzorgd, keek ze ook nog even naar de wonden van de andere Desi. Aeryn deed wat van haar werd gevraagd; het hield haar immers bezig en tegelijkertijd hoorde ze verschillende verhalen over wat er was gebeurd.

Zo vertelde Vita dat Aurelia het niet had gered.

Een knoop vormde zich in haar maag. Hoeveel meer waren er vandaag overleden?

Aeryn wist niet hoeveel tijd er voorbij ging totdat er uiteindelijk een man in uniform de herberg in kwam gelopen. Het zweet stond hem op zijn voorhoofd, alsof hij hiernaartoe was gerend. 'Vrouwe, mag ik u even spreken?' vroeg hij met een zware ademhaling.

Iedereen draaide zich om naar het Hoofd van de Desalto, die langzaam knikte. Ze droeg iedereen op om de gemeenschappelijke ruimte te verlaten. De vijftien mannen en vrouwen die zich al in de herberg hadden verzameld, keken met grote ogen naar de man en liepen daarna stilletjes de kamer uit.

Sabina klemde haar vingers om Aeryns pols. 'Waag het niet om me alleen te laten.'

Zenuwachtig bleef Aeryn zitten.

'Want kunt u me vertellen?' vroeg Sabina de man rustig alhoewel de angst zichtbaar was in haar ogen. 'Wat is er gebeurd?'

Nerveus verplaatste de man zijn gewicht van zijn ene naar zijn andere been. Dit was geen goed nieuws. 'Wat er precies is gebeurd, wordt nog onderzocht, vrouwe. Maar wat we wel weten is dat er al twee meiden zijn overleden... Eén van uw persoonlijke wachters heeft ze voor ons geïdentificeerd.' Sean. De man keek naar het papiertje in zijn handen. 'Het gaat om Aurelia en Weslee.'

Aeryn had al veel meegemaakt in haar korte leven hier op aarde, maar de dood van deze twee onschuldige meiden kwam hard aan.

Sabina was misschien hard, maar ze gaf wel om haar meiden – op haar eigen vreemde manier. De vrouw had haar hand voor haar mond geslagen. Aeryn zag haar trillen.

'Vind degene die dit gedaan heeft,' droeg Sabina op. Langzaam werd de verbazing in haar ogen vervangen door een doodse woede. 'Vind degene die dit gedaan hebben en straf ze.'

'Er is al een team opgesteld die de daders moet opsporen.' De man legde zijn armen op zijn rug en liet zijn hoofd zakken. 'En dan is er nog iets anders... Wat moet er met de... met de lichamen gedaan worden?'

Sabina liet haar hand naar beneden vallen. Vol walging keek ze naar de soldaat. 'Hoe durf je me dat nu te vragen? Na alles wat er vandaag is gebeurd, vraag je me dit?' Er gebeurde iets wat Aeryn in het jaar dat ze bij Sabina was nog nooit gezien had. Er viel een traan langs haar wang naar beneden. Sabina veegde hem snel weg en een verhardde uitdrukking verscheen op haar gezicht nadat ze haar emoties aan de kant had geschoven. 'Waar zijn mijn andere meiden?'

'In het prinses Jael ziekenhuis, vrouwe.'

Sabina haalde haar neus op en een zachte lach kwam opzetten. 'Hoe durven jullie die naam nog te gebruiken?' Prinses Jael was de jongste dochter van koning Niko III van Rhâga. Alleen sinds enkele weken was Larmondur officieel gezien geen onderdeel meer van Rhâga.

De man gaf geen antwoord en Sabina slaakte een diepe zucht. Haar ogen waren nog altijd vochtig, maar ze wist zichzelf te bedwingen. 'Zorg dat mijn meiden de beste verzorging krijgen die er is. Ik ben bereid extra te betalen. Oh en stuur een dokter hiernaartoe.'

Na hiermee ingestemd te hebben verliet de man de herberg.

Sabina draaide zich om naar Aeryn. 'Hoe heeft dit kunnen gebeuren?' Zowel de wanhoop als de woede was hoorbaar in haar stem. Er gebeurden vandaag zoveel dingen die Aeryn nog nooit eerder had meegemaakt...

Aeryn wendde haar hoofd af en keek naar de grond. 'Er moet een bom hebben gelegen onder het podium...' fluisterde ze. Precies onder de plek waar Aurelia en Weslee hadden gestaan.  

[A/N] PAS OP: wil je geen spoilers krijgen, lees dan niet de reacties hieronder. Ga gelijk door naar het volgende hoofdstuk.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top