Warm Bodies ~1~ Nora
Hallo, ik ben Nora. Je kent mijn vrienden R en Julie vast wel. Ik bedoel, iedereen kent hen en hun verhaal. Ze hebben de zombies genezen en ze hebben het stadium gered. Maar mijn verhaal kent niemand. Tenminste, nog niet.
Ik zal beginnen met het moment dat Julie, Parry en ik op zoek gingen naar medicijnen. Julie bood zich vrijwillig aan, zodat ze met ons mee kon gaan...
Ik hoor een raar geluid
'Hoorde jullie dat ook?' zegt Julie.
'Nee,' zegt Perry en hij blijft de medicijnen inladen.
'Ik wel,' zeg ik, terwijl ik het haar uit mijn gezicht haal. Het geluid maakt me bang.
'Pear, misschien moeten we...' begin ik.
'Er is niets aan de hand. We hebben het helemaal uitgedacht, we zijn veilig. Doe gewoon je werk.' Ik blijf Perry aankijken. Hij is zichzelf niet meer. We wilden hem helpen maar hij is zo erg veranderd door de apocalyps.
Dan hoor ik dat geluid weer, maar nu luider. Voetstappen in het trappenhuis. Ik pak automatisch mijn pistool en ik richt het naar de deur. Ze komen eraan. Ik wacht bang af. Mijn handen trillen.
Dan vliegt de deur open en de zombies vallen aan. Ik schiet in het rond maar er zijn te veel zombies en te weinig van ons. Één zombie komt recht op me af. Ik schiet een paar keer in zijn borst, maar hij is te snel. Hij pakt mijn schouder en duwt me tegen het bureau. Ik val op de grond. Mijn rug doet erg pijn, maar ik maak geen enkel geluid. Ik lig stil op de grond zonder te bewegen. Ik luister naar het gegrom van de zombie. Het beste wat ik nu kan doen is doen alsof ik dood ben. Terwijl ik hoop dat de zombie niet terug komt, wacht ik af. Mijn hart klopt super snel. Dan hoor ik opeens dat de zombie van me weg loopt. Gelijk kruip ik naar voren, zodat ik onder het bureau kan schuilen. Door al het geluid heen, hoor ik een geweerschot dicht bij me en een seconden later valt er een dode zombie, maar een paar meter voor me af, neer. Hij zit onder gedroogd bloed. Ik haat het idee nu al, maar toch kruip ik naar de zombie en rijk ik met mijn hand naar het dode, levenloze bloed. Ik smeer het op mijn gezicht. Zo zouden de zombies mijn niet meer kunnen ruiken. Snel kruip ik weer onder het bureau.
Eindelijk neem ik opgelucht adem. Ik luister naar de zombies en de geweerschoten. Dan kom ik er achter dat ik mijn pistool niet meer heb. Die heb ik dan waarschijnlijk laten vallen toen de zombie me duwde.
Na een tijdje wordt het geluid minder. Ik ben nog te bang om te bewegen, maar ik draai wel mijn hoofd om om te kijken wat er gebeurt. Ik zie twee zombies naar de uitgang toe lopen. Hun gezichten zitten onder het bloed van hun slachtoffers, mensen van onze groep.
Opeens zie ik Julie. Naast haar loopt een zombie. Verward staar ik ze aan en Julie ziet mij ook. Ik kan zien dat ze bang is. Ze lopen allemaal richting de deur en geen van hen merkt Julie op.
Als ze weg zijn zit ik nog steeds stil, niet in staat om te bewegen. Na een paar minuten durf ik het om onder het bureau uit te komen. Ik kijk rond en ik zie niemand.
'Is hier iemand?' zeg ik. Geen antwoord. Ik loop door de kamer en ik zie een geweer liggen, naast het dode lichaam van Perry. Ik pak het geweer op en kijk snel weg. Het is vreselijk om hem zo te zien. Ik besluit om terug te gaan naar het stadium. Ik neem twee boxen met medicijnen mee en loop uit het gebouw.
Waarom hebben ze Julie niet gedood? Ik snap niet wat er gebeurd is.
Buiten is het erg stil en verlaten. Deze stad is een van de laatste steden die Julies vader heeft geëvacueerd. Het is een puinhoop: overal staan auto's willekeurig geparkeerd en er liggen overal vuilniszakken over de grond verspreidt. Ik zie dat de zon bijna onder gaat. Ik moet opschieten als ik in het stadium wil zijn voor het donker wordt. Deze stad maakt me nu al bang, dus ik wil hier al helemaal niet alleen in het donker zijn.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top