Hoofdstuk 4

https://youtu.be/DaVA6sgOpws

"Win haar vertrouwen." De gele ogen doorboorden me. Ze keken door mijn ogen mijn ziel in en pakten hem en trokken aan hem, dreigden hem te verscheuren, zodat ik niets anders kon doen dan knikken. "Zorg ervoor dat ze alles voor je zou doen. Alles."

Alles.
"Ik zal ervoor zorgen."
De gele ogen lieten me los en ik kon weer vrij ademen.

https://youtu.be/vNEABU4Iquw

Ik had nog geen stap gezet of James staat al naast me.

"Zin om met me de omgeving te bekijken?"
Ik ben al helemaal over mijn ochtendhumeur heen en knik vrolijk. James grijnst, en roept naar een paar mannen dat we een wandeling gaan maken. Vrolijk loop ik achter hem aan.
Het is een prachtig bos. De zon schijnt, de vogels fluien en het is überhaupt alles prachtig hier. Misschien ligt dat er ook aan dat ik net met mijn droomjongen door het bos loop, maar dat negeer ik gewoon even.
Na een tijdje zwijgend naast elkaar gelopen te hebben vraagt James: "Jij zit toch in de tweede?"
Ik schud mijn hoofd. "De derde. Ik heb een jaar overgeslagen." James kijkt bewonderend. "Ik zit in de vierde."
Ik onderdruk een 'ik weet' en knik alleen. We zwijgen weer een tijdje, en tijdens het lopen gluur ik (hopelijk) onopvallend naar James. Hij bijt op zijn lip. Mijn hart maakt een sprongetje. Is hij nerveus? Opeens blijft hij staan. "Dit is wel een mooi plekje, niet waar?" Zonder op mijn antwoord te wachten, gaat hij op het gras zitten. Verbouwereerd ga ik ook zitten en kijk hem verwachtingsvol aan. Hij beantwoord mijn blik met een even vragende blik als de mijne.

Ik glimlach verlegen. "Eh..." begin ik. "Hoelang... Hoelang zit je al hierbij?" Ik maak een zwaaiende beweging om me heen. James glimlacht zwakjes. "Sinds mijn ouders overleden zijn. De vogels hebben over me gewaakt." 

Dat 'De vogels hebben over me gewaakt.' Pah! Ik rol met mijn ogen. Maar dat over zijn ouders raakt me. Waarschijnlijk was hij daarom altijd zo droevig. Hier lijkt hij echt veel gelukkiger. Beter dan op mijn tekeningen. Tekenen! Dat brengt me op een idee...

"Zou ik jou mogen tekenen?" Vraag ik verlegen. Ik voel me op mijn gemak bij James en dat is een goed gevoel. Een gevoel wat ik heel lang niet meer gehad heb. Nooit eigenlijk.

James glimlach verrast. "Als je wilt."

Ik pak mijn schetsboek en blader het door tot ik een lege bladzijde heb. Ik sla een bladzijde open met James erop. Geschrokken blader ik verder. Maar hij heeft het al gezien.

"Was ik dat?" Geen enkele emotie klingt door zijn woorden heen. Daardoor doet het erg veel pijn om te antwoorden. "Ja."

Ik verwacht dat James iets gaat zeggen, maar hij zegt niets. Als ik angstig op kijk, zie ik dat zijn blik ergens ver weg ligt. Dit is een prachtige tekening! Snel pak ik mijn potlood en leg het moment met een paar lijnen vast. Dan begin ik met zijn ogen. Donkere ogen tekenen is verdomd moeilijk. ergens ook wel simpel, maar je kunt er op geen manier leven in brengen. En dat terwijl hij zulke mooie ogen heeft... 

"Wauw." Zegt James. Verbaast kijk ik op. Ik had helemaal niet door dat hij door had dat ik hem tekende. Ik ben er zo aan gewend dat ik hem stiekem vanuit een hoekje bekijk. Verlegen buig ik mijn hoofd en ga verder met zijn wenkbrauwen. Hij heeft zulke mooie wenkbrauwen...

Wacht! Niet zulke gedachtes terwijl hij erbij is. Ik heb namelijk de gewoonte hartjes bij tekeningen van hem te tekenen en dat is niet zo slim als hij erbij is. Ik ga verder met zijn neus, zijn mond, zijn haar...

"Kom. Het begint donker te worden." Ik kijk op. Hij heeft gelijk.Boven de toppen van de bomen verschijnen al bomen. Ik sla mijn boekje dicht en sta op. ik veeg met mijn hand het vuil van mijn broek en loop achter James aan. 

"Brr." Ik had helemaal niet door hoe koud het was geworden. Ik heb alleen een kort t-shirt aan en de kou trekt door mijn kleren naar mijn huid. Ik krijg kippenvel. James kijkt naar me. "Wil je mijn jas?" Ik ben zo verbaast dat ik niets uitbrengen kan. Niemand, Niemand heeft mij ooit zijn jas aangeboden. Nooit. Niemand was ook maar op het idee gekomen. Niet eens mijn moeder. Ik open mijn mond maar er komt geen geluid uit, dus ik knik gewoon. James trekt zijn jas uit en legt het zacht over mijn schouder. Als hij zijn handen weer weg haalt herinner ik me eraan dat ik moet ademen. hoe ging dat ook al weer?

Ik zie lichten door de bomen heen scheinen en haal opgelucht adem. We zijn er. Wacht even. We zijn aangekomen bij een groep gekken. Mijn opluchting vervliegt net zo snel als hij gekomen is. We lopen op het grote kampvuur af. Ik zie mijn moeder zitten naast een paar vreemden. Ze kijkt naar me en glimlacht vrolijk. Ik frons. Ik wil niet naast haar zitten. En James... Waar is hij eigenlijk? Zoekend kijk ik langs de mensen. Help. Hij zit naast de Adelaar. Laat maar! Waar kan ik verder nog zitten? Mijn blik loopt langs de mensen, maar ze negeren me allemaal. Behalve een. De man die tijdens de ceremonie als naar me glimlachte glimlacht ook nu uitnodigend en knikt naar de lege plek naast hem. Ik glimlach opgelucht en loop naar hem toe.

"Zo, valkje. Leuk hier?" Vraagt hij als ik zit.

"Moet ik eerlijk zijn?" Vraag ik. De man grinnikt. Als hij glimlacht verschijnen er allemaal kleine (en grote) lachrimpels om zijn ogen en mond. Hij ziet er zo vriendelijk uit. 

"Doe maar." Zegt hij aanmoedigend.

"Ik vind het verschrikkelijk hier. Ik ben tegen mijn wil een of andere sekte met gekken ingetrokken, ik werd aangevallen door een vogel en opeens moet ik met allemaal vreemden kamperen! Ik ken alleen mijn moeder en James."

"James, ja, dat is je grootste geheim, niet waar?" De man glimlacht naar me. Het is een warme glimlach, maar zijn blauwe ogen zien direct door mijn ogen. Ze zien het diepste, mijn grootste geheimen en gevoelens. Maar ik vind het goed. Ik vertrouw deze man. Ik knik. 

"Hoe heet U eigenlijk?" Vraag ik. Ik heb het gevoel dat ik het wel met deze man zou kunnen vinden. 

"Ik ben Hans Vanlachen. En jij bent Riana Vilan." 

"hoe -" hij lacht. Ik zucht. "Nou, meneer Vanlachen. U lijkt -"

"Zeg maar gewoon Hans."  

"Ook goed, Hans, u lijkt-"

" En zeg ook gewoon jij"

"Oké dan, Hans, jij lijkt mijn eigenlijk best normaal, wat doet u hier?"

"Jij ben toch ook heel normaal, Riana? Wat doe jij hier?"

"Een, nee, ik ben niet normaal. Ik ben een klein nutteloos schriel wezen. En wat ik hier doe weet u - jij, ook al."

"Ik ben hier ook gekomen door mijn ouders. Ze stierven een paar weken later."

"Hoe...?" Ik laat de rest van de vraag in de lucht hangen.

"Het leven hier is niet simpel, valkje, we zijn niet zo maar een groep gestoorden. We zijn een familie die elkaar beschermt. Of vermoord." Met droevige ogen keek hij me aan. Geschokt keek ik terug. "Vermoord?" Fluister ik. Hij knikt. Geschrokken kijk ik om me heen. Alle gezichten komen me nu opeens veel dreigender voor. 

Mijn blik word gevangen door de Adelaar.

Iets zegt me dat hij het was.


---------------------------

Zoooo! Dat was hoofdstuk 4!!! best lang voor mijn doen, 1200 woorden! Wat vonden jullie ervan? Welke kant moet James' karakter gaan? Lief en zorgelijk of eerder grappig een brutaal? Dat zijn de twee types die ik altijd erg mag.

xxx- Fauna Night <3


Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top