Deel 9

Parker is met Alyssa.
Parker is met Alyssa.
Parker is met Alyssa.

Percy sprong op zo snel als zijn lichaam hem liet van de bank en liep richting de hal. Zijn blauwe schoenen waren nog steeds doorweekt van het water, dus hij greep voor de zwarte laarzen die bij de kapstok stonden. Ze zagen eruit alsof ze pasten en het boeide hem vrij weinig, maar Alex greep zijn arm vast nog voordat hij de eerste schoen aanhad.

Hij klopte op de keukendeur waarna Sirius zijn hoofd vragend door de deur stak en Percy aankeek met een frons. "Wat ga je doen met mijn schoenen?" Vroeg hij terwijl Percy hem aankeek.

"Parker. Alyssa. Ik moet ze vinden, ze kunnen niet allebei weg zijn." Mompelde hij, zijn woorden net zo vaag als de richtingen die zijn brein hem instuurde.

"Ho ho, even geduld. Alyssa was toch jou zus? Degene die dood was?" Vroeg hij terwijl Alex knikte en Remus hem droog aankeek. "Een manier om het te zeggen Sirius." Zei hij terwijl Sirius hem wegwuifde en zuchtte. "En Parker is jouw oudere broer? De ziener?" Vroeg hij waarna Percy knikte en Sirius zacht zuchtte.

"Nou, Percy. Helaas moet ik je dan vertellen dat je zware pech hebt. Je haar het huis niet verlaten tot Narcissa terug is. Dat heeft ze zelf gezegd." Zei hij terwijl Percy hem met opgetrokken wenkbrauw aankeek.

"En jij denkt dat je me kan stoppen? Sorry hoor, maar de incest heeft je niet bepaald groot en sterk gemaakt." Zei hij terwijl hij opstond en Sirius boos naar voren stapte, waarna Remus hem aan zijn arm terugtrok voordat Percy hem iets aan kon doen. "Je kan niet zeggen dat ik geen gelijk heb. Ik bedoel welke negentienjarige is nou 1,50?" Vroeg hij terwijl Remus zacht grinnikte en Sirius zijn armen over elkaar sloeg.

"Ik ben 1,63 dankjewel." Zei hij dwars terwijl Percy hem een beetje verbaasd aankeek. "Huh oké. Ik ben 1,83. Wil je het verschil zien?" Vroeg hij terwijl Sirius hem boos aankeek. "Ik heb een toverstok en jij niet Pierce. Ik zou je bek maar eens houden als ik jou was." Zei hij terwijl Percy zijn ogen rolde en zacht zuchtte. "Oké, dwergje." Zei hij terwijl hij met tegenzin de schoen wegtrapte en de trap opliep naar boven. "Noem me niet zo!" Riep Sirius hem nog na, maar Percy gaf geen antwoord meer en grinnikte zacht.

~~

Percy was de laatste drie dagen opgesloten in huize Potter.

Lucy was ondertussen weer wakker en liep soms beneden rond om eten of drinken te halen, maar meestal zat ze in de woonkamer of op James' kamer met James en een boek.

Hij had al drie keer bijna een klap van Sirius gekregen omdat het zijn nieuwe favoriete hobby was om Sirius dwergje te noemen, maar gelukkig voor zijn neus was Remus er altijd nog om Sirius tegen te houden.

Hij liep de trap af en gaapte terwijl hij de woonkamer inliep en ging zitten op de bank naast Remus die "goedemorgen" mompelde. "Goedemorgen." Zei hij zacht terwijl James de woonkamer inliep met twee bakken koffie en een bak thee.

"Oh, hallo Percy. Wil je ook iets drinken?" Vroeg hij terwijl Percy glimlachte en knikte. "Koffie als het kan alsjeblieft. Graag twee melk en een suiker als het zwart is." Zei hij terwijl James knikte. Lucy liep voordat James terugkwam met Percy's koffie de kamer in en ging op de sofa zitten terwijl ze zwak glimlachte naar Percy.

"Goedemorgen Pa-Percy." Zei ze terwijl hij schuldig glimlachte en zijn blik op de vloer liet vallen. "Nogmaals, het spijt me heel erg dat ik tegen je gelogen heb. Soort van." Zei hij terwijl Lucy hem aankeek en zacht zuchtte waarna er een glimlach op haar gezicht verscheen.

"Ach. Je deed wat je moest om te overleven. En nu je het hebt uitgelegd snap ik wel waarom je het allemaal gedaan hebt." Zei ze terwijl hij zacht glimlachte en James de kamer binnenliep.

Hij zette de koffie neer en keek kort van Percy naar Lucy waarna hij naast Lucy op de sofa ging zitten en zijn adem rond haar middel sloeg. Lucy leunde tegen hem aan en pakte de bak koffie op terwijl James iets in haar oor fluisterde en ze hem verbaasd aankeek.

"Eh ja hoor, waarom niet? Gezellig. Remus, Percy-" "Nee, ik bedoelde alleen voor Remus, Sirius ik en jou Luce. Percy mag het huis niet verlaten en Regulus en Alex zijn nog niet sterk genoeg om weg te gaan." Onderbrak James Lucy terwijl ze fronste.

"Oké, maar hij kan net zo goed wegrennen als we weg zijn? Hij is beter beschermd bij ons." Zei ze waarop Percy fronste en James aankeek. "Ja oké, maar Narcissa-" "wilde dat we hem hier hielden zodat ze met hem kan spreken. We kunnen hem niet hier alleen achter laten, want dan is hij zo weg." Zei ze terwijl James haar ongelovig aankeek. "Ook goed, dan blijf je lekker hier met Pierce. Ik ga wel met Remus en Sirius dan." Zei hij geïrriteerd terwijl hij opstond, zijn thee meepakte en de woonkamer uitliep.

Lucy fronste terwijl ze James nakeek en Percy stond een beetje ongemakkelijk op terwijl hij zijn koffie oppakte. "Ik eh, ik wil geen last zijn, ik zweer het. Ik beloof je dat ik heir blijf, dan kan je gewoon meegaan met James. Het maakt me echt niets uit." Zei hij terwijl Lucy zuchtte. "Ja, oké, maar ik snap niet waarom hij zo vreemd doet. Je kan toch gewoon mee? Dat is veel gezelliger voor jou dan alleen hier te blijven." Zei ze waarna Remus de krant neerlegde en een slok van zijn koffie nam.

"Lucy snap je het niet? James is jaloers." Zei hij terwijl Lucy hem aankeek en haar wenkbrauwen optrok. "Op wat?" Vroeg ze waarop Percy een oh gezicht trok en naar Remus keek. "Maar we hebben een keer gekust. Lucy woont letterlijk bij hem thuis." Zei hij terwijl Lucy het ook leek te begrijpen en ze haar ogen rolde.

"Natuurlijk is hij jaloers op iemand die ik een keer heb gekust terwijl ik zijn vriendinnetje ben." Zei ze geërgerd terwijl ze opstond en de woonkamer uitliep, haar koffie vergetend.

"Eh.." mompelde Remus zacht terwijl Percy zwak glimlachte. "Ik zweer het, ik heb niets gedaan. Ik vind Lucy niet eens meer leuk, ik heb een relatie met iemand anders." Zei hij terwijl Remus glimlachte. "Dat weet ik wel, maar James niet. Het duurde een lange tijd voordat die twee eindelijk samen kwamen, en nu is hij bang dat je haar komt meenemen en hij alleen overblijft." Zei Remus terwijl Percy de woorden over liet lopen in zijn gedachten.

"Is hij erg onzeker over dat soort dingen?" Vroeg hij zacht waarop Remus zijn hoofd zacht schudde. "Nou ja, best wel. James heeft een bijzondere manier van de wereld laten zien hoeveel hij van zijn geliefden houdt, maar veel mensen waarderen dat niet echt, en dat maakt hem onzeker. Hij is bang dat we hem allemaal verlaten, ook al zullen we dat nooit doen." Zei hij waarna Percy zacht knikte.

"Ik ken nog wel zo iemand.." Mompelde hij terwijl hij zijn koffie opdronk en de mok neerzette op de tafel.

"Ik hoop dat hij zich realiseert dat ik het niet als aanval bedoel."

"Ik ook."

~~~
A/N:

Ik: nee, 2 boeken door elkaar schrijven is zo lastig, dat kan ik echt niet,

Ook ik: laten we 5 boeken tegelijk schrijven.

1240 woorden

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top